Geef toe: meestal zijn ze uw geld niet waard, die verzamelaars van uw favoriete groep die u in de winkel vindt. De platenfirma denkt dat enkel singles in aanmerking komen en een artiest zelf is ook al zelden goedgeplaatst om eigen werk te beoordelen. Tijd dus dat het eens aan professionals wordt overgelaten, en wie beter dan een team kenners van enola om maandelijks de vijftien beste tracks van een artiest te selecteren. Deze maand: het beste van de betreurde Mark Lanegan.
Mark Lanegan Band :: When Your Number Isn’t Up
Voordien was hij nog Mark van de Screaming Trees en van QOTSA met tussendoor nog enkele soloplaten. Vanaf Bubblegum had hij enkel en alleen zichzelf – en zijn grafstem – nog nodig. Voor wie het nog duidelijk genoeg was: de jaren negentig hadden Lanegan geen deugd gedaan. Bijna alles en iedereen was hij onderweg verloren. De lotjes worden getrokken, de dood kijkt je in de ogen, maar geeft het winnende papiertje aan een ander: “Where are your friends, they have gone away.” Wat wél achterblijft, is de rommel om achteraf op te kuisen, de loden last van survivor guilt als last man standing. De veerman over de Styx teert ook op afscheid. ‘Night Porter’ was overigens het koosnaampje dat Mark kreeg van zijn maatje Kurt Cobain.
Maar nu, na het kantelen van het millennium, was het feestje voorbij en kwam de nachtwacht de boel opkuisen. Je kan je afvragen wie het best af is: de dode of de achterblijvers. In sommige interpretaties is Lanegan degene die in het hospitaal wordt achtergelaten door zijn vrienden van de Screaming Trees. Deze song heeft niet meer nodig dan kille beats uit een drumcomputer, een orgeltje en een stem om op verschillende niveaus te werken, maar ook vooral rechtstreeks op uw centraal zenuwsysteem.
Hoogtepunt: 0’20”. Die verstilde piano als een lieflijke berceuse, een naïef niemendalletje transformeert vanaf die eerste gortdroge tik uit de drumcomputer tot een zielloze machine zonder gevoel, een mechanische hartslag, die niet anders kan dan verder tikken. Hier wordt van alles uitgezweet – een cold turkey van vriendschappen.
Isobel Campbell & Mark Lanegan :: Ramblin’ Man
Op het eerste zicht lijkt Mark Lanegan niet het type dat, knapzak over de schouder, de horizon tegemoet trekt. Maar samen met Isobel Campbell (die zoete en zondige backing vocals verzorgt), brengt hij een geloofwaardige interpretatie van Hank Williams’ klassieker. Ramblin’ Man doet wat de titel belooft, en wanneer Lanegan met zijn doorrookte brom zingt over reizen van de bergen tot de zee, geloof je zowaar echt dat hij per goederentrein de lokroep van the road beantwoord heeft.
Hoogtepunt: 0’55”: Campbell en Lanegan gaan een subtiel vocaal duel aan. Hij geeft toe dat hij misschien niet de meest betrouwbare kerel is, zij geeft aan niet voor hem te moeten onderdoen.
Mark Lanegan :: One Way Street
Op Field Songs (2001) ontdekte Lanegan zijn meer Tom Waits-achtige trekjes. Vreemde geluidjes trekken aan de gitaartokkel van opener “One Way Street”. Tekstueel smaakt de whiskey nog altijd zuur en lopen de straatjes voor de zoveelste keer dood, maar Lanegan verkent het bereik van zijn stem al wat meer. Hij sleept je zo toch weer mee in een zoveelste tableau vivant van de zelfkant van het leven met geïntoxiceerde figuren op de rand. Er van wegblijven proberen ze allemaal, er afvallen doen ze aan het einde altijd.
Hoogtepunt: 0’42”. Het refrein passeert een eerste keer en Lanegan trekt zijn door de rook geschroeide strot open.
Mark Lanegan :: Kingdoms Of Rain
Deze sleutelsong vanop het vroege meesterwerkje Whiskey For The Holy Ghost (1994) is Lanegan op z’n meest moedeloze. “Kingdoms Of Rain” is een ballade vol junkieverdriet dat het daglicht niet verdraagt, een elegie met sobere akoestische gitaar bespeeld door Mike Johnson (onder andere Dinosaur Jr. en Queens Of The Stone Age en in de jaren ’90 Lanegans muzikale rechterhand). Lanegan fluistert bijna, dat hoop en gebeden verdwenen zijn en dat de regen maar blijft vallen. Liefde was er ooit, maar is al lang vervlogen. De alternatieve versie op het debuut van Soulsavers vervangt gitaar door piano. Geen idee welke versie het mooiste is, maar sowieso een song om te koesteren.
Hoogtepunt: 0’15”. “Without a hope/ without a prayer” fluistert Lanegan, en je weet dat je er met dit nummer een vriend voor het leven bij hebt.
Mark Lanegan :: Mack The Knife
Ooit deel van de socialistische opera Die Dreigroschenoper van Bertolt Brecht, van een decadent Weimarkleedje voorzien door Kurt Weill. Daarna gecoverd door God en klein Pierke. En door Lanegan toch nog onnavolgbaar naar zijn hand gezet op Imitations (2013), faut le faire. Maar laat het aan Dark Mark over om een seriemoordenaar in een mistig Duits stadje neer te zetten, met enkel zijn ruizige stem en een akoestische gitaar. Net als Mark is Mack van de nacht. Met Mack wil je geen ruzie, anders ben je voer voor de vissen. Wij hebben schrik van Mack en dat zou jij ook moeten hebben.
Hoogtepunt: 1’36”. Iemand sluipt rond de hoek, onzichtbaar in de schaduwen. Is dat Mack? In ieder geval, zorg maar dat je weg bent. Want wie niet weg is, is gezien. Je wil niet gezien worden door Mack The Knife.
Mark Lanegan & Duke Garwood :: With Animals
De twee kale kleinoodjes die Lanegan met de Britse muzikant Duke Garwood maakte, passeerden altijd wat onder de radar. Op hun eerste, Black Pudding uit 2013, domineerde nog de akoestische gitaar, voor opvolger With Animals trokken ze vijf jaar later hun klankenpakket wat open tot meer verschillende tinten zwart. Het titelnummer is voor altijd onze favoriet van het duo. Een repetitieve drumcomputer zorgt voor de perfecte sfeerzetting, Garwoods grillige gitaarspel doet wat aan het solowerk van Bert Dockx denken. Erboven huilt Lanegan dat “You are a murderer, girl, you are a murderer/ Another one gone, another one lost”.
Hoogtepunt: 0’10”. Alles valt meteen op zijn plek en je weet dat je op een trip door de donkerste terreinen van de menselijke psyche zit.
Mark Lanegan Band :: Methaphetamine Blues
Ketelblues, de stonerrockversie. Percussie als een roestige stalen staaf, een vettige gitaar die komt binnengewalst en Josh Hommes sardonische lach: hit it. Wake up, in de wereld van Bubblegum wordt er niet geslapen. Get up, want de high wacht en het hoofdpersonage wilt blijven gaan en deze hemel – de hel is voor later – niet verlaten. De radio speelt de “methaphetamine blues” en wij gaan een toertje maken tot boven onder is, geweer geladen in de koffer. “Rolling just to keep on rolling” op deze weergaloos vuile rocktrip.
Hoogtepunt: 0’09”. De Queens-zanger lacht zijn iconische lach en je beseft dat je vastgebonden op de achterbank ligt voor wat op z’n zachts gezegd een heftige ritje gaat worden.
Mark Lanegan Band :: The Gravedigger’s Song
“The Gravedigger’s Song” was de eerste single van Blues Funeral, Lanegans eerste album na de periode waarin zelfs uw Radio 1-minnende moesje van hem ging houden omdat hij met Isobel Campbell een hattrick scoorde waarmee hij zelfs muziekprijzen begon binnen te rijven. Wie misleid werd door het lieflijke artwork van het album en een Nick Cave-achtige Boatman’s Call van een gelouterde muzikant verwachtte, kreeg dankzij die eerste noten van “The Gravedigger’s Song” de beate glimlach meteen van zijn gelaat gemept.
Niks trage opbouw hier: de song begint meteen met een elektronische drone die de hele song verder zal doordraven als een stampede, slechts af en toe verlicht door een snedige gitaarlick. Lanegan zingt over de liefde, maar toch ook vooral via de dood, zoals Orfeus eertijds aan Eurydike, en dat liep ook niet goed af. Een donderpreek vol poëtische dustbowlbeelden van een grafdelver die beroepsmatig wéét wat het is om diep te zitten.
Hoogtepunt: 1’00”. “Is the crow flying eight miles high? Over wire and wood, shovel down six feet.” Hoogtes en laagtes: leer ze Lanegan niet kennen, maar de film waar deze beelden bij horen zouden we zo gaan zien.
Screaming Trees :: Nearly Lost You
Medio jaren ’80 vervoegde Lanegan de band Screaming Trees als drummer. Drummen kon hij echter van geen kanten, dus werd hij gepromoveerd tot zanger. Een gouden zet, want begiftigd met een stem als een kachelpijp vol roet zorgt zijn keelgeluid voor die extra diepte bij de songs waarvoor hij in zijn memoires Sing Backwards And Weep allesbehalve een goed woord over had. Afkomstig uit Seattle kwam deze band terecht in de voorbode van wat later de grunge zou worden en Lanegan belichaamde ‘het ideaal’ (bij gebrek aan een beter woord) van het genre: zelfdestructief en gruizig. Cobain klampte Lanegan ooit aan na een optreden om zich te outen als fan en een diepe vriendschap ontstond waarvan de jammerlijke afloop onafwendbaar bleek.
De Trees stelden niets voor – in Lanegans eigen woorden – maar met “Nearly Lost You” kwamen ze zo dicht bij een radiohit als ze ooit zouden komen, deels ook omdat het terecht kwam op de soundtrack van de in rockmilieus van Seattle gesitueerde romcom Singles van Cameron Crowe. “Nearly Lost You” is melodieus, gedreven én – in tegenstelling tot het defaitisme dat Lanegans latere platen zou kenmerken – nog redelijk optimistisch. Hier is hij de persoon ‘bijna kwijt’, niet veel later zou hij écht afscheid moeten beginnen nemen van zijn vrienden.
Hoogtepunt: 2’14”. Na een scheurende gitaarsolo van Gary Lee Connor pompen de drums van Barrett Martin de song op naar een laatste overwinningsrondje.
The Gutter Twins :: The Stations
Sloten drank, donkere wolken, donder in de verte, gemoed op half zeven en stemmen gelooid door de ontelbare peuken uit de asbakken tussen hen beide. The Gutter Twins waren de Glimmer Twins van de grunge – maar dan zonder de glitter. En recht uit het putteke. Lanegan en Greg Dulli verkochten in 2008 gezamenlijk wat ze nog aan ziel over hadden aan de Duivel hemzelve en boetseerden het omineuze werkstuk Saturnalia naar zijn gelijkenis. Saturnus, de god die zijn eigen kinderen verslond en zijn naam gaf aan het Romeinse feest waarop slaven meesters werden en omgekeerd. Verslavingen waren ooit de shtick van Dulli en Lanegan, maar op dit album heerst er niemand anders dan zij twee samen. Zij dealen in roes, en dat al vanaf opener “The Stations”. Zacht mag het binnenrollen met spaarzame gitaarsnaren alvorens de zondvloed over ons mag neerdalen en de stemmen van Dulli en Lanegan versmelten tot zwavel van het zuivere soort. “I hear the rapture’s comin’, they say he’ll be here soon, right now there’s demons crawling, all around my room.” Wij slapen al sinds 2008 met een lichtje aan naast ons bed.
Hoogtepunt: 2’10”. Strijkers snijden als een scalpel onze ziel open, Dulli giet er zijn withete soul in en de bedwelmende outro naait ons karkas terug dicht. What the fuck is ons juist overkomen?
Mark Lanegan :: Praying Ground
Zat Lanegan op Whiskey For The Holy Ghost aan de bodem, dan ontdekte hij op opvolger Scraps At Midnight vier jaar later de donkere kelder onder de beschimmelde planken vloer. Nergens klinkt de zanger zwarter dan op “Praying Ground”. Een bezopen piano uit een Parijse kroeg zorgt samen met elektrische gitaar voor wat begeleiding, terwijl de maan toekijkt. Een zoveelste sobere parel van Lanegan voor eenzame nachten. Met Scraps At Midnight sloot hij eind jaren ’90 tegelijk een soort trilogie af waarop hij zijn eigen uitgebeende versie van Amerikaanse folk en blues had gebracht. Het nieuwe millennium zou andere, meer woestijnachtige paden brengen.
Hoogtepunt: 1’27”. “Don’t know what time of year is/ I can remember the fall”, en wij worden meegezogen in de hopeloze danse macabre die alle personages uit de songs van Lanegan moeten dansen.
Mark Lanegan Band :: Hit The City
Heeft Lanegan het nu simpelweg over het nachtleven induiken? Of over het opzoeken van achterbuurten om het verslavingsmonster te voeden? Helemaal duidelijk is het na ruim 20 jaar nog steeds niet, maar dit van adrenaline overlopende muzikale visitekaartje, vakkundig mee ingekleurd door PJ Harvey, blijft na al die tijd een even opwindende, morsige song waarbij je als luisteraar niet anders kan dan de volumeknop flink naar rechts draaien.
Hoogtepunt: 0’05”. “The dark descends through the promised land”, blaft Lanegan je toe en de toon is gezet. De urban jungle in, de survivalskills op scherp en hopen op het beste.
The Twilight Singers :: Live With Me
In de aanloop naar Saturnalia hadden Dulli en Lanegan er al wat samenwerkingen opzitten, en niet enkel aan de toog van de kroeg. Het duo ontbindt hun liefdesduivels in deze cover van Massive Attack, te vinden op een EP van Twilight Singers. Drum en bas duwen voort, de slidegitaar trekt er wat lijntjes tussen. En de twee bloedbroeders doen wat ze samen het best doen: de grens tussen liefde en lust, romantiek en obsessie opzoeken. Om uiteindelijk die liefde toch finaal de rioolput in te duwen. Wordt nog beter als je er “Where Did You Sleep Last Night?” aanplakt in de tijd dat Dulli nog rookte en op Duitse tv een nineties nostalgie feest bouwt.
Hoogtepunt: 1’34”. Dulli valt bij in en samen tillen ze de song naar een nieuw niveau. Zij maakt hem gek, het leven is niet right zonder Haar, hij denkt alleen maar aan Haar en zal Haar alles geven. Obsessie die enkel slecht kan aflopen.
Soulsavers :: Revival
Lanegan heeft vele muzikale waters doorzwommen – soms kortstondig, zo nu en dan voor lange tijd. Als er een kant verder uitgediept had mogen worden, dan zijn flirt met gospel, zoals hier gebracht met Soulsavers, een groep die het vertrek van Lanegan nooit te boven is gekomen. “Revival” laat horen hoe krachtig religie kan zijn, ook voor doordeweekse zondaars die verder weinig met het kerkelijk concept hebben. Wanneer Lanegan, geruggesteund door een gospelkoortje, zichzelf als voorganger laat horen, ben je vlotjes bereid je zieltje aan te bieden.
Hoogtepunt: 3’55”. “Lord, there needs to be a revival”, klinkt het bijna smekend in de laatste regel.
Mark Lanegan Band :: Goodbye To Beauty
Wij waren wat minder overtuigd van de latere Lanegan die met donderende synths in de weer was om onweer over je af te roepen. Maar ook op die platen was er altijd wel wat sober moois te vinden. En geen song was mooier dan “Goodbye To Beauty” uit Gargoyle (2017), waarop Lanegan Nick Cave in zijn gedaante van meeslepende ballademan van “The Ship Song” naar de kroon steekt. Een opvallend tedere Mark Lanegan zingt zachtjes in je oor terwijl de gitaar zich schoon neervlijt. De golven komen aanrollen, de zon verdwijnt zachtjes en maakt plaats voor de nacht. Maar het is een mooie nacht, eentje waarin we het leven vieren, opnieuw en opnieuw.
Hoogtepunt: 1’16”. “Day follows night, night follows day” en zelfs na een woelige nacht is er morgen gewoon weer een dag. Zoals we naar Lanegan luisteren: opnieuw en opnieuw.
Extra: Creature With The Atom Brain :: Side A, Part 1
In 2015 – djeezes, is het alweer tien jaar geleden? – ging Creature With The Atom Brain met pensioen – u weet wel: die groep van Aldo Struyf (of, zoals hij al eens door Lanegan genoemd werd wanneer hij deel uitmaakte van zijn Mark Lanegan Band, “My Main man Aldo”). Beide strijders hadden dan ook samen al vele waters doorzwommen. Zo had Lanegan op de zetel bij Struyf in Antwerpen zijn drugsdemonen bevochten en sindsdien was het bloed dat ze deelden dikker dan water. Lanegan was ook al aanwezig op het eerste album van CWTAB en hij was er dus logischerwijs ook bij om de groep ten grave te dragen.
Titels vind je niet op Night Of The Hunter – waanzin laat zich immers niet categoriseren – dus Lanegans bijdrage situeert zich op wat we “Side A, Part 1” mogen noemen, waar hij samen met Tim Vanhamel en Alain Johannes de woestijn en de horror doet binnendringen in de weirde psychedelica die zich hier bijna acht minuten lang ontspint.
Hoogtepunt: 02’22”. “Danger is as danger does, look out Love, I’m dangerous.” Cooler worden de oneliners niet, toch? Tussen alle loco gaande orgels is er nog plaats voor good old fashioned dreiging.
Nog niet uitgelezen en geluisterd? Neem dan onze eerdere special over Mark Lanegan er nog eens bij. Benieuwd naar onze lievelingssongs van Queens Of The Stone Age met Dark Mark achter de microfoon? Ontdek het hier!Â
familiar act samen met christine owman vind ik ook een pareltje, mooi in zijn eenvoud;
en flatlands is op zijn mooist als je de versie van chelsea wolfe en mark lanegan op elkaar plakt, zoals hier
https://www.youtube.com/watch?v=pq47_j82iEo
Prachtig in volgorde “Dark” beschreven,niets ontbreekt aan jullie liefde voor Bro Mark.Alleen blijf ik het jammer vinden dat voor jullie onbekenden zoals bv mijzelf geen opening gaven voor het openbaar maken van jullie schrijven want soms kan een tip van buitenaf ineens het verhaal nog intenser maken,vraag het aan sir Duke Garwood met wie ik sinds ik hem ontmoet heb alles besproken heb met zelfs voor hem nog nieuwe inzichten over zijn prachtige stem mg dt dan nog met veel plezier en interesse gelezen misschien is het mijn probleem om ook van waarde te zijn en daar verlang ik waarschijnlijk naar vandaar!met vriendelijke groeten Pierre.