Twaalf oorlogsgedichten die van de puurste der menselijke gruwelijkheden iets gracieus maken, op muziek gezet die zo beeldend is als de lens van de beste oorlogsfotografen. Let England Shake flirt met het monumentale, en dat om velerlei redenen.
Schreef Harvey op haar vorige duoplaat met John Parish al geen noot muziek, dan heeft ze voor Let England Shake ook maandenlang vooral aan de teksten geschaafd. En óf het eraan te lezen is. Bewoordingen trefzeker als kogels, zonder een oordeel te vellen, nimmer vervallend in oppervlakkige schoonschrijverij. Nooit overdreven pathetisch of mikkend op de grote emoties. De poëtische kracht die daarvan uitgaat, wordt nog versterkt door het sterk melodieuze karakter van de plaat. De zanglijnen van Harvey klinken geen lettergreep geforceerd — een oud zeer bij gezongen poëzie. Geen woord bengelt los als een aangeschoten ledemaat.
Een grote rol in dat melodieuze spelen ook de muzikale beelden die vooral John Parish en Mick Harvey achter de woorden schilderen. Let England Shake, opgenomen in een kerk in Dorset, heeft vooral in de eerste helft een zekere open klank. Wanneer de strijdtrompet het fantastische “The Glorious Land” op gang schettert, komen beelden tot leven van weidse, met mist besluierde natuurlandschappen die door de primitiefste menselijke cultuur ontmaagd werden. Ook “Battleship Hill”, een van de drie nummers over de voor de Britten traumatiserende slag om Gallipoli in 1915, gaat over zo’n plaats waar geronnen bloed natuurpracht deed verweren tot een historisch beladen slagveld.
Toch schemert die beladenheid nooit echt door op de plaat, waarin herinneringen en woorden door de juiste muzikale keuzes de ruimte krijgen om te ademen. Let England Shake is zodoende nooit opdringerig en bereikt daardoor het enige juiste, aangrijpende effect. Anderen die hijgerig met pathetiek datzelfde effect willen sorteren en jammerlijk falen, krijgen veertig minuten lang les in zevenkoppige dosering. Bovendien slaagt Harvey er zo in om van de moeilijkste thematiek die ze al behandeld heeft, de meest toegankelijke van haar platen te maken — op Stories From The City na. Even het woord “huzarenstukje” uit de kast nemen. Lullig woord eigenlijk, “huzarenstukje”. Best terugzetten.
Harvey kruipt in hoofd, hart en huid van enkele personages om de impact te beschrijven die de oorlog op hen heeft. Daar slaagt ze griezelig perfect in. Gruwelijke taferelen worden al eens beschreven zoals een kind van vijf dat doet wanneer hij iets op tv heeft gezien: “arms and legs were in the trees” zingt ze in “The Words That Maketh Murder”, een van die songs waarin ze de onomwonden perfectie bereikt. Ze staat aan een soldatengraf (het door Mick Harvey gezongen, prachtige “The Colour Of The Earth”) of ze marcheert mee tussen de troepen (het bloedstollend mooie “In The Dark Places” of “Written On The Forehead”) terwijl de natuur meer dan eens een bondgenoot van de vijandelijke troepen wordt. Soms neemt ze afstand om vraagtekens te plaatsen bij de rol van haar “glorious land” (“What is the glorious fruit of our land? The fruit is orphaned children”).
Waar Harvey op White Chalk de piano beklemmend omarmde, is Let England Shake grotendeels geschreven op de autoharp. Toch klinkt deze plaat niet zelden als een dauwwandeling langs de mistige krijtrotsen van Dorset net nadat Harvey de opnames voor White Chalk had afgerond. Harvey’s stem gaat weer vaak de hoogte in, al klinkt ze bij momenten schel en kan ze kraaien als de vogels op de hoes. Harvey aait bijwijlen de folk, zacht echoënde gitaarlagen krijgen op het juiste moment gezelschap van koperblazers, drums geven al eens een marsritme aan. Het zorgt voor een rijk klankenpalet dat door de thematiek van deze plaat alleen maar voor een knapper geheel zorgt.
Let England Shake bulkt bovendien van de intertekstualiteit, ook muzikaal. Het pianomotiefje, ontleend aan “Istanbul (not Constantinople)”, doet het titelnummer nog wranger klinken, “I’m gonna take my problem to the United Nations” uit Eddie Cochran’s “Summertime Blues” wordt briljant verwerkt in “The Words That Maketh Murder”, de percussie in“The Glorious Land” is ontleend aan “The Bed’s Too Big Without You” van The Police en “England” bevat dan weer een sample van de Irakees Said El Kurdi. And so on. Net zoals “Engeland” zich in de loop van de wereldgeschiedenis nooit heeft neergelegd bij z’n status van eiland, heeft Harvey als nooit tevoren haar blik naar buiten gericht op deze achtste soloplaat. Het is slechts een van de vele redenen waarom dit misschien wel haar boeiendste plaat tot op heden is.
De tijd zal uitwijzen of het ook haar beste is. Laten we het er nu op houden dat Let England Shake er samen met White Chalk op duidt dat Harvey zich in de creatiefste piek sinds haar beginjaren bevindt. Pop/rockmeisjes van vandaag doen hun haar anders, doen een ander kleedje aan, huren een andere producer in voor hun volgende plaat. Harvey begint elke keer weer van nul, zoekt haar eigen grenzen op en overschrijdt ze dan, zoals nu, met ontstellende branie en bravoure. “This Was Something Else Again. I fear it cannot be explained” kraait ze in “The Words That Maketh Murder”. Zo is het maar net.