Rol de gordijnen maar dicht, kruip gezellig onder een dekentje en steek wat ons betreft een geurkaars aan: op haar bloedmooie debuutplaat schippert Ivy Falls tussen melancholisch en hoopvol, en houdt zo de winter nog wat langer in het land.
Het zijn turbulente jaren geweest voor Fien Deman, die na haar vertrek bij I Will, I Swear alleen verderging als Ivy Falls. Ze nam ontslag op haar werk, veranderde van lief en keerde noodgedwongen terug naar haar ouderlijke woonst. Omringd door de West-Vlaamse woestenij schreef de zangeres er een afscheidsbrief aan haar leven zoals het was. Vergeet dus de pastelkleurige synthpop vanop haar eerdere EP’s, op debuut Sense & Nonsense keert Ivy Falls terug naar haar allereerste jeugdliefde: sprankelende indiefolk met een randje van donker cellofaan.
De voorbije jaren brachten haar gelukkig ook wat moois: Deman vond de liefde bij Bram Vanparys – ook wel The Bony King Of Nowhere – die de taak op zich nam om haar eerste langspeler te produceren. Samen tovert het koppel zo vier jaar aan vertwijfeling om tot tien kleine kunstwerkjes, waarin met name de feeërieke stem van Deman mag schitteren. De productie is beheerst – de instrumenten spreken enkel wanneer ze dat moeten – en daarin schuilt net haar kracht. Neem bijvoorbeeld “Strange Way”, een ingetogen tokkelriedeltje dat net door een spaarzame pianopartij naar een eenzame hoogte wordt getild.
Ook “Golden”, waarin Ivy Falls komaf maakt met de zin en onzin van haar leven als twintiger, blinkt uit in zuiver vakmanschap. Een fonkelgitaartje leidt de weg, waarna de andere instrumenten geleidelijk de ruimte vullen waar voorheen enkel nog de stilte mocht spreken. Opnieuw voeren diezelfde beheersing, diezelfde finesse, en datzelfde fijnzinnig gevoel voor melodie de boventoon. “It’s that weight that’s lifted off of my shoulders that makes these years all golden”, zingt de zangeres nog in het refrein. Verlost van het juk van je twintiger jaren ben je pas echt vrij.
“Blue is the colour that you’ll find when you unfold me”, klinkt het verderop in het wondermooie “Blue” – waarin de teugels voor het eerst wat losser mogen. Ivy Falls maakt er zo geen geheim van dat melancholie een grote rol speelt in haar leven. In het spookachtige “Water” herkennen we dan weer – naast een vroege Intergalactic Lovers – vooral een haast tastbaar verlangen. “Go sneak by / Go sneak by, sneak by my room / Confess to me what it is I was supposed to do”, klinkt het bijna smekend. Tot ook wij de pijn voelen.
Iedere luisterbeurt vinden wij weer een ander nummer op Sense & Nonsense het mooist. De laatste keer was dat “Don’t Wait” – een hartverscheurend pianogedicht geschreven in de uitgelopen inkt van iets wat nooit heeft mogen zijn. “I’ll take a loaded gun and kill the heat”, zingt Ivy Falls terwijl haar stem vervaagt in de verte. Het laatste restje hoop vakkundig de nek omgewrongen. Ook prachtig: de engelenzang in “Lists”, slechts onder de eenzame begeleiding van een haperend houtblazerswalsje.
Het mag gelukkig af en toe ook gewoon swingen op deze Sense & Nonsense. Het rammelende “Time” koppelt zo bijvoorbeeld de nonchalance van een Balthazar aan een zwierig refrein en ook de vitale folkpop van “Not Cool” heeft alles in zich om een radiohit te worden. Aan het eind zijn daar bovendien dan toch die eerste zonnestraaltjes doorheen het gordijn: “So I’ll wear this shirt / I won’t paint it black / I don’t believe there’s anything that I don’t have”, klinkt het in de heerlijk wiegende afsluiter “Lemons”. De toekomst oogt rooskleurig, Ivy Falls klinkt zowaar hoopvol.
Op Sense & Nonsense brengt Ivy Falls tien kleine liedjes met grootse allures. Tien tot in de puntjes afgewerkte popsongs die dienen als zeefdrukken van een tijd die ook voor ons nooit meer terugkomt. Een plaat om voor eeuwig te koesteren.
Ivy Falls speelt op 10 april in VIERNULVIER in Gent en op 16 april in AMOR in Antwerpen.