Adania Shibli :: Een klein detail

Deining op de Frankfurter Buchmesse afgelopen editie. Kort voor de start van deze jaarlijkse literaire hoogmis, kreeg de Palestijnse schrijfster Adania Shibli te horen dat ze de LiBeraturpreis niet in ontvangst mocht nemen. Een schande!

Deining op de Frankfurter Buchmesse afgelopen editie. Kort voor de start van deze jaarlijkse literaire hoogmis, kreeg de Palestijnse schrijfster Adania Shibli te horen dat ze, anders dan voorheen gecommuniceerd, de LiBeraturpreis niet in ontvangst mocht nemen. Alsof haar werk mee aan de wieg stond van de terreur die inmiddels enkele maanden geleden opnieuw opflakkerde tussen aartsvijanden Israël en Palestina? Het tegendeel is nochtans waar: Een klein detail is een haarscherpe analyse van een pijnlijk conflict, dat helaas zal blijven duren als kritische stemmen steeds weer monddood worden gemaakt.

Ondertussen is Shibli ongeveer twee en een half decennium actief als schrijfster. Toch leverde die lange tijdspanne slechts drie korte boeken op. Een klein detail is de eerste roman die in het Nederlands vertaald werd. Met ocharme 127 bladzijden is het bovendien haast een novelle. Dat Shibli meer niet expliciteert dan wel, moge meteen duidelijk zijn. In interviews benadrukt de schrijfster herhaaldelijk sterk gepreoccupeerd te zijn met de waarde en de betekenis van taal. Voor haar zijn woorden niet zomaar een communicatiemiddel, het zijn wapens die worden ingezet, of net niet. Dat ze doorheen Een klein detail geen enkele Arabier een naam laat dragen, is bijvoorbeeld veelbetekenend: in dit portret van een onderdrukt volk krijgen de inwoners van Palestina helemaal geen kans om zich tot volwaardige mensen te ontplooien.

Psychologisch blijft Shibli nadrukkelijk aan de oppervlakte. Een klein detail valt uiteen in twee delen, waarvan het eerste luik inzoomt op de ontvoering, de verkrachting en finaal de moord op een onschuldig bedoeïenenmeisje. Wat volgt, is de zoektocht naar de ware toedracht van de feiten, door een personage dat exact 25 jaar na deze gruwelijke feiten geboren werd. Die vreemde coïncidentie is de enige link tussen beide verhalen, maar Shibli neemt niet echt de moeite zich over die mysterieuze verwantschap uit te spreken. Erg duidelijk is dat zij het tweede verhaal, dat zich in de 21ste eeuw situeert, als spiegel hanteert voor het eerste. Hoewel de schending van mensenrechten minder flagrant geworden is, heerst ook in deze realiteit een sterk onevenwicht tussen de Israëlische mogendheden en de knechting van het Palestijnse volk.

Dorpen die – letterlijk en figuurlijk – van de kaart zijn geveegd, checkpoints via dewelke een volledige etnische groep zowel fysiek wordt gehinderd als mentaal onder de knoet wordt gehouden, wapens die te pas en te onpas op iemands lijf worden gericht: in talloze ‘kleine details’ laat zich voortdurend de dominantie van de ene groep ten opzichte van de andere voelen. Geen wonder dat de naamloze protagoniste van het tweede deel zich door angsten overmand weet. Haar queeste richting een ontrafeling van een gruwelijke realiteit is een verschrikkelijke confrontatie met een land waarin rechtvaardigheid gewoonweg niet meer bestaat. De Israëli’s hebben de oorspronkelijke daden niet alleen verricht, ze hebben de sporen tevens uitgewist. Het narratief is herschreven, de handen zien er schoongewassen uit. Welke hoop is er voor een volk dat zelfs geen recht lijkt te hebben op een sprankel waarheid?

Opvallend, en voor een aantal critici zelfs aanstootgevend, is dat Shibli in het eerste deel het perspectief kiest van een Israëlisch bevelhebber. Als auteur dicht zij hem geen menselijkheid toe: quasi als een robot beweegt hij zich door het landschap, waarbij een verzwerende insectenbeet metaforisch is voor de strijd die de Israëli’s meenden te moeten aangaan met een aanwezigheid die even onvermijdelijk als natuurlijk was. Net zoals de woestijn nu eenmaal bevolkt wordt door (on)gedierte, zo doorkruisen mensen al eeuwenlang dit territorium, dat de Israëli’s zich ineens meenden te moeten toe-eigenen. Door haar stilistische kaalheid laat Shibli ostentatief zien dat de vermeende bedreiging die de Israëli’s ervaren een hersenschim is. Het is alsof ze al zijn ingehaald door de zonden die ze nog zullen plegen: zich als verkrachters en als moordenaars gedragen, kan alleen gebillijkt worden door een totale en totalitaire ontmenselijking van de ander.

Een klein detail is geschreven in woorden zo naakt en zo raak dat ze pijn doen. Zo is het eerste luik haast ondragelijk om te lezen. Dat sommigen hier over vallen, is niet verwonderlijk: wie dagelijks om de oren wordt geslingerd met de alomtegenwoordige gruwel in Palestina kan zich afvragen of een zoveelste proeve van de politieke scheeftrekking die al decennia bestaat en zich almaar verder lijkt uit te diepen, zinvol is. Troost heeft Shibli niet in de aanbieding, wel een ijskoude douche. Dat is straf, maar niet helend. Shibli zou twaalf jaar over dit boek gedaan hebben, en dat strekt tot verwondering. Vond ze in al die tijd dan toch geen artistiek louterend antwoord op de ettelijke verschrikkingen om haar heen?

7

recent

Fischer-Z :: Triptych

John Watts lijkt de laatste jaren wel aan een...

The Dead Don’t Hurt

Viggo Mortensen heeft als acteur een langlopende en gevarieerde...

Chantal Acda :: Silently Held

Met haar nieuwe studioalbum Silently Held spant de Nederlands-Belgische...

John Moreland :: Visitor

Op Visitor keert John Moreland terug naar de uitgepuurde...

Challengers

Nadat hij in de vroege jaren 2000 enige furore...

aanraders

Ilja Leonard Pfeijffer :: Alkibiades

Bekroond, gelauwerd, alom gelezen en geprezen: zonder overdrijven mogen...

Tommy Wieringa :: Nirwana

Joe Speedboot, Caesarion, Dit zijn de namen en De...

Ton Lemaire :: Bomen en bossen – Bondgenoten voor een leefbare aarde

Wat doe je als je de tachtig voorbij bent,...

verwant

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in