De verplichtingen zijn even gedaan, de band kan wel wachten: Matt Berninger kon weer echt thuiskomen, de deur op slot doen en het allemaal – zichzelf inbegrepen – laten bezinken. Get Sunk, de opvolger van Serpentine Prison uit 2020, voelt zo ook aan als een terugkeer van de bodem van Berningers eigen hoofd, hart en ziel.
Er zit iets onontkomelijks en claustrofobisch, maar tegelijk iets bitterzoets en cathartisch in die albumtitel, Get Sunk. Na de release van Serpentine Prison viel Matt Berninger in het zwarte gat van een depressie met een kanjer van writer’s block. Pas met The Nationals tweeluik uit 2023 First Two Pages Of Frankenstein/Laugh Track kwam hij weer boven water. Dat die titel uit de afsluiter “Times Of Difficulty” komt, spreekt dan ook boekdelen: “Get sunk! Get drunk!”, klinkt het daar bijna triomfantelijk aan het eind – als een viering van vallen en opstaan.
Zonder zijn bandmakkers is Berninger geen compleet andere mens, maar wel een zachtere, bedachtzamere versie van zijn rol als frontman van de “dad rock”-vaandeldragers. “I’m not going anywhere near the window”, zingt hij in “Silver Jeep”, stiekem misschien wel de beste song op het album. Kenners leggen al snel de link met die typische The National-slagzin “There’s a science to walking through windows” (“Graceless”, Trouble Will Find Me, 2013). Niet dat er in Get Sunk dergelijke baldadigheden te vinden zijn, maar de gelijkenissen met The National liggen elders wel meer aan het oppervlak.
Neem nu “Bonnet Of Pins”: wie het nummer midden maart ergens op de radio hoorde en niet goed bij de les was, zou gezworen hebben dat het om een nieuwe van The National ging. Op zich een steengoeie song, maar het voelt tegelijk als bandwerk zonder Dessners en Devendorfs. Er staan op Get Sunk nog meer van die songs die je makkelijk kan koppelen aan wat The National doet. Het eerder aangehaalde “Silver Jeep” heeft bijvoorbeeld echo’s van “Pink Rabbits”. Goeie zaak dat Berninger genoeg talent – Booker T. Jones speelt opnieuw mee – rond zich verzamelde voor een feilloze instrumentatie en productie.
Op “Frozen Oranges” ziet Berninger zijn kans schoon om een eind weg te mijmeren over zijn jeugd bij familie in Indiana, en dat levert feeërieke taferelen op. “Nowhere Special” pakt het anders aan: “I’ll slur my city words into a mind grinder microphone”, mompelt hij hier met de ogen gesloten in een monotone stream of consciousness. Single “Breaking Into Acting”, een duet met Meg Duffy (Hand Habits) is vreemd genoeg een van de minder geslaagde songs op Get Sunk, en alvast niet van het briljantste dat Berninger ooit schreef. Gun hem zijn foutjes, hij is ook maar mens.
’t Is noeste arbeid, je leven omspitten in de naam van de muziek, en na meer dan een kwarteeuw in het vak beheerst Matt Berninger zijn stiel als geen ander. Get Sunk is daar, voor de tweede keer puur in zijn eigen naam, opnieuw een voorbeeld van.