Het is een aangenaam weerzien met Hanne Hukkelberg op Featherbrain. De immer onvoorspelbare Noorse doet op haar vierde langspeler waar ze goed in is: experimenteren met vreemdsoortige geluidseffectjes en de mogelijkheden van haar stem. Al durft ze het soms weer een beetje te dramatisch te maken.
Voor u zich aan Featherbrain waagt, een waarschuwing: dit is géén plaat om als achtergrondmuziek te gebruiken. De nieuwste Hukkelberg is zo’n album dat enkel geschikt is om af te spelen wanneer het uw volle aandacht krijgt. Geloof ons vrij, een gesprek voeren met Featherbrain op de achtergrond is géén aanrader. Alle kleine nuances en subtiele geluidslaagjes op de plaat gaan volledig verloren in het geroezemoes en het enige dat dan nog doordringt, is een kelende Hanne Hukkelberg. En dat is echt niet wat u wil (of zou moeten) horen als u Featherbrain opzet. Om Hanne Hukkelberg in alle rust te ontdekken, nestelt u zich dan ook het best in het schemerduister, afgesloten van de wereld met een hoofdtelefoon op de oren.
Tot zover onze bemoeienissen. Over naar de muziek nu, want daar draait het per slot van rekening om. Wie zijn tijd neemt voor Featherbrain ontdekt immers een parel van een plaat waar duidelijk met veel geduld aan gewerkt is en die laagje per laagje opgebouwd werd tot alle puzzelstukjes in elkaar pasten. De Noorse mixt op haar vierde langspeler akoestische instrumenten als cello en piano met subtiele elektronica-effecten en combineert die met tikjes, krakende achtergrondgeluiden en slepende vocale en muzikale uithalen.
Dat Hukkelberg niet van voorspelbaarheid houdt, weten we intussen maar al te goed en ook op Featherbrain wisselt ze intieme gezelligheid (zoals in opener "Featherbrain") af met dramatische vocale uithalen, met "My Devils", "Noah" en "The Time And I And What We Make" als beste voorbeelden. Het experiment van haar vorige plaat, het verrassend rockende Blood From A Stone uit 2009, laat Hukkelberg dus wijselijk achter zich, om terug te keren naar bekendere paden. Vlotte popsongs zal ze waarschijnlijk nooit maken, maar Featherbrain is verre van een moeilijke luisteroefening.
Van het zachte maar hypnotiserende cellonummer "I Sing You", waar Hukkelberg fluisterzacht aanwezig is, tot "You Gonna", dat op een stevige beat drijft die vlot in het oor blijft liggen. Verder biedt Hukkelberg met "Too Good To Be Good" een bijna acht minuten durende trip die zowel een elektronische beat als een glockenspiel bevat. Als afsluiter is er het in zijn eenvoud erg ontroerende, in het Noors gezongen duet tussen Hukkelberg en haar hoogbejaarde buurman, met niet meer dan een karige pianoriedel en een gefloten melodietje als ondersteuning ("Erik").
Als dat alles klinkt als een grote kakofonische puinhoop, dan is dat zeker niet de bedoeling. Want Featherbrain is wel degelijk een coherente plaat. Het album straalt een behaaglijke muzikale warmte uit, een sfeer die wonderwel past bij de ietwat hese stem van Hukkelberg. Dit album weet moeiteloos te boeien en elke luisterbeurt valt er wel wat nieuws te ontdekken. Maar wanneer Hukkelberg haar keel echt openzet, durft het soms een beetje veel te worden. Het beste met mate beluisteren dus, deze grillige parel. En met een hoofdtelefoon. Of hadden we dat al gezegd?
In mei stelt Hanne Hukkelberg Featherbrain voor op Belgische bodem: op 6 mei concerteert ze in de Antwerpse Arenbergschouwburg en op 7 mei doet ze dat nog eens over in Het Depot in Leuven.