Het heet “knaldrang” bij de covidgeneratie of “Lust For Life” bij de T-shirtloze Iggy Pops dezer wereld. Met Rage De Vivre kiest het Brugse Ventilateur voluit voor het leven. De ingehouden spanning van voorheen wordt afgegooid en we krijgen een veelzijdige, aanstekelijke jazzrockband te horen.
Muzikale collectieven ontstaan op jazzacademies durven al eens last te hebben van hun eigen veelzijdigheid. Nu eens punk, dan richting hiphop en plots een freejazzplaat vol krijsende gibbons. Wat dat betreft, hield het intussen in Gent neergestreken trio Ventilateur het nog redelijk verteerbaar op hun eerder werk. Het leverde met Hoofdplaat een soort film noir op muziek af, en het hoefde dan ook niet te verbazen dat samenwerkingen met toneelgroepen als Camping Sunset, Compagnie Cecilia en Ontroerend Goed volgden.
Op zich zou je dus een vrijgeleide richting een nieuwe plaat vol duistere soundtrackmuziek verwachten, al weten we stiekem al even beter. Zowel tijdens hun passage op Gent Jazz vorig jaar als op de teasers van het nieuwe album hoorden we een band die meer ballen liet zien. Tempo en uitbarstingen werden eerder regel dan uitzondering. En kijk: al van bij opener “Esmer” en verder op “Tour de Force” en “Brûl” mogen we swingen als een ongelikte beer. “Aloam” of “For Better Days” zijn sloophamerjazztracks die duidelijk een weg kiezen: de kortste van hun vuist naar jouw neus. Ook de meer ingehouden kant krijgt ruimte op bijvoorbeeld “Steenweg” of “Volk”, maar algemeen beschouwd krijgen we hier een lekker scheurende chopper van een plaat te horen die aanschurkt tegen bijvoorbeeld Bert Dockx, Badbadnotgood of Nordmann.
De band heeft zich de afgelopen jaren ook duidelijk in de kijker gewerkt bij performend Vlaanderen, getuige de vele visites op Rage De Vivre. Eerste single “For Better Days” is postpunk aangedikt met de inktzwarte parlando van Luca Missiaen – zie Barno Koevoet en de Duijmschpijkers. Deze had zo van King Krule of Whispering Sons kunnen zijn. In dezelfde lijn ligt afsluiter “Rage De Vivre” met Reena Riot die haar beste Björk bovenhaalt. Een plus een is ook drie op “Volk”, waar Ventilateur zijn filmische kracht loslaat op een rokerige monoloog van acteur Sebastien Dewaele, als was het een scène uit Bevergem of Ex Drummer. Ook met klinkende naam Nathan Daems van onder andere Black Flower wordt het onderste uit de zwartgeblakerde kan gehaald in het postjazzrockende “Brûl”.
Ventilateur laat de voorzichtigheid van weleer varen op Rage De Vivre, en maar goed ook. De struiken en greppels naast het platgetreden pad leiden tot een erg gevarieerd en toch herkenbaar geluid. Hun genre valt steeds moeilijker te beschrijven en is toch steeds meer eigen aan het drieste drietal. Aan ons reporters dus om de mond te houden en jullie richting play-knop te begeleiden. Fasten your seatbelts voor deze Ventilateur op standje elf.