VENTILATEUR :: “We wilden onszelf uitdagen door de hand te reiken naar andere muzikanten”

Klonk hun geweldige debuut Hoofdplaat eerder minimalistisch, dan trekt VENTILATEUR op tweede plaat Rage De Vivre alle registers open. Een streepje metal, spoken word of een momentsleutel? Moet allemaal kunnen, dachten de naar Gent uitgeweken Brugse postjazzers. “We wilden extremere, duidelijke keuzes maken.”

We worden door de Bruggelingen ontvangen in hun knusse maar moderne repetitieruimte in coöperatie Stadsmakers in Gent, hun nieuwe oefenstek sinds vorig jaar, waar ze net aan het opruimen zijn na hun zaterdagse repetitie. We zeggen vier, want VENTILATEUR wordt voor de komende optredens uitgebreid met een lid die live de keys zal bemannen.

Repeteren doen ze niet meer ellenlang, van 11 ’s ochtends tot 11 ’s avonds, zoals vroeger. Afsluiten doen ze tegenwoordig rond 5 in de namiddag met nog een laatste bespreking over intro’s en overgangen voor de eerste liveshow met de nieuwe plaat, op 26 maart in Cactus in Brugge. De naam van het nieuwste lid willen ze nog niet verklappen om “hem zijn moment te gunnen”.

Daan Soenens (gitarist), Jasper Hollevoet (bassist) en Iben Stalpaert (drummer) traden voor het eerst op de voorgrond met een ep in 2019. Hun diffuse aanpak van jazz, pop, rock en elektronica viel meteen zodanig in de smaak dat ze dat jaar een van de winnaars van Soundtrack werden. Ook in theatermiddens viel de band op, want in de zomer van 2020 zorgde het trio voor de muzikale begeleiding bij Happiness van theatergezelschap Camping Sunset, waarvan ze de muziek in 2021 uitbrachten als A Soundtrack For Happiness.

Voor de lancering van hun eerste echte langspeler in 2022 traden ze toe tot de familie van W.E.R.F. records. Bij dat Brugse fijnproeverslabel brengen ze drie jaar later hun tweede plaat uit: Rage De Vivre. Hiervoor zijn er drie singles uitgebracht waarin telkens een gastartiest een glansrol speelt: “For Better Days” (met Luca Missiaen van The Christian Club), “Brûl” (met Nathan Daems van onder andere Black Flower en Echoes of Zoo) en het meest opvallende “Volk” (met Sebastien Dewaele). Stuk voor stuk zijn het nummers die de veelzijdigheid en vindingrijkheid van de nieuwe plaat uitstralen.

Wat hebben jullie met brunettes en een lift?

Stalpaert: “Huh? Brunetten?”

De titel van openingsnummer “Esmer” is de Turkse vertaling van brunette.

Stalpaert: “Aaah, daar waren wij ons niet van bewust.”

Soenens: “We hebben voor de titel van dat nummer een pol gedaan op Instagram waarbij de keuze ging tussen “Esmee” en “Esmer”. Uiteindelijk is het “Esmer” geworden.”

Stalpaert: “Bij dat nummer hadden we onder andere gypsy vibes, vandaar dat we eerst bij “Esmeralda” en zo bij “Esmee” terechtkwamen.”

Soenens: “Het is soms zoeken om als instrumentale band titels aan nummers te geven omdat je er geen teksten aan kan koppelen. Daarom denken we in sferen en zo komen we uit bij die titels die mooi of exotisch klinken. Soms verwijzen ze ook naar concretere toevalligheden, zoals “Hysbak”. Dat is een titel waar jij mee bent afgekomen.” (naar Iben toe)

Stalpaert: “Dat is Zuid-Afrikaans voor lift. We waren voor dat nummer op zoek naar iets dynamisch, iets dat het gevoel weergeeft dat je met je hoofd door een muur gaat. In de studio was er toevallig een goederenlift, zo hebben we snel beslist om voor dat nummer die werktitel te behouden.”

Een songtitel als “Aloam” – een oud woord voor gereedschap – klinkt dan weer mooi en luchtig tegelijk.

Soenens:Aloam is lang de werktitel van de hele plaat geweest.”

Stalpaert: “Dat is omdat we van bij het begin aan het spelen waren met het idee van iets maken, iets bouwen uit het niets. We waren er vrij vroeg van overtuigd dat we een potig album wilden, na ons debuut dat bij momenten behoorlijk subtiel klonk. Op een nummer op de nieuwe plaat is zelfs een momentsleutel te horen.”

Soenens: “De fascinatie voor werktuig en -mannen dateert van de periode dat we het theaterstuk Happiness live begeleidden. Ons nummer “Balayeurs” was een ode aan de straatvegers, de vuilnismannen, eigenlijk aan alle ondergewaardeerde jobs in de samenleving.”

Hoe zijn jullie van Aloam geëvolueerd naar de titel Rage De Vivre?

Stalpaert: “We hadden al vrij vroeg door dat we met een ruwer album bezig waren. De woorden Rage Against The Machine kwamen steeds meer naar boven drijven, maar wij wilden onze woede laten voortkomen uit de goesting om te leven voor iets, in plaats van tegen iets.”

De sound is ook heel hard opengetrokken. Het openingsnummer “Esmer” heeft een punky vibe in zich, het einde neigt zelfs naar metal.

Hollevoet: “Dat nummer is al heel vroeg tot stand gekomen, ik denk zelfs twee jaar voor we de studio in gingen. Ik weet nog goed dat dat nummer zo snel klaar was, het was een weergave van wat we op dat moment voelden. Dat is een beetje onbewust het oriëntatiepunt geworden om een andere sound op te zoeken.”

Stalpaert: “Vanaf dat moment waren we ervan overtuigd dat we in ons creatieproces extremere, duidelijke keuzes moesten maken, in plaats van te blijven polieren, zoals op Hoofdplaat.

Was het creatie- en opnameproces van Rage De Vivre ook anders dan dat van Hoofdplaat?

Stalpaert: “Voor Hoofdplaat hadden we de studiodagen vastgelegd toen we maar drie nummers klaar hadden. Nu waren we veel beter voorbereid en daardoor hadden we veel meer rust tijdens de opnames.”

Hollevoet: “We konden ook niet anders, want we hadden gastmuzikanten uitgenodigd. We moesten dus goed weten wat we wilden.”

Stalpaert: “Ik herinner me nog goed dat Daan na de opnames van Hoofdplaat naar huis ging met de gedachte ‘ik ga m’n gitaar definitief aan de muur hangen’. Wij hadden onszelf daar kapot gewerkt. In die zin is Hoofdplaat belangrijk voor de toekomst van de band geweest: het heeft ons voor de nieuwe plaat 180 graden doen draaien in termen van aanpak.”

Vanwaar de keuze om voor gastmuzikanten te gaan? Er zijn ook bijdragen van Naomi Sijmons (Reena Riot) en Patricia Vanneste (Sohnarr, DRIFTWD). “Volk”, het nummer met Sebastien Dewaele, is dan weer een heel specialleke geworden. Mag ik dat het buitenbeentje op de plaat noemen?

Stalpaert: “We wilden onszelf ook uitdagen door de hand te reiken naar andere muzikanten die een meerwaarde kunnen bieden op de plaat. Daarnaast is het ook gewoon leuk om met mensen samen te werken.”

Hollevoet: “We hebben lang gediscussieerd of “Volk” wel op de plaat moest komen, maar uiteindelijk vonden we het radicaal om ervoor te gaan. Het past binnen de lijn van extremere keuzes die we wilden maken.”

Soenens: “Op deze plaat wilden we misschien wel bewust de luistermoeheid, die soms bij instrumentale bands voorkomt, tegengaan door telkens met iets nieuws op de proppen te komen.”

Hoe zijn jullie bij Sebastien uitgekomen?

Stalpaert: “Via mijn werk in het theater kende ik Sebastien al en nadat we hem de vraag hadden gesteld, is hij op de proppen gekomen met een tekst over het glas buiten zetten. Achteraf zijn we wel te weten gekomen dat dat iets is dat enkel in Gent gebeurt. Toch niet zo herkenbaar voor iedereen.” (lacht)

“For Better Days” leunt dan weer dichter aan bij postpunk. Hoe goed past de stem van Luca Missiaen niet?

Stalpaert: “Daar zijn we nog altijd zeer blij mee. Eerst wilden we een jazz-zangeres vragen, maar uiteindelijk zijn we voor Luca gegaan om het postpunkerige geheel alleen maar te versterken. Opnieuw een duidelijke keuze dus.”

Voor de opnames van Rage De Vivre ging het trio opnieuw in zee met Jef Claeys, ditmaal niet afgezonderd in een huis in het Zeeuwse dorp Hoofdplaat maar in de Gentse Studio Ledeberg. “Het klinkt niet zo rock-‘n’-roll: we hadden tijdens de opnames het gevoel dat we naar ons werk gingen. We gingen met de fiets naar de studio en konden terug naar huis ’s avonds. ’s Ochtends kwamen we met een fris hoofd weer toe in de studio omdat we even afstand konden nemen van het studiowerk”, zegt Stalpaert. Soenens: “Het is een prachtige, open studio met veel zon en daglicht. Ik kan voor ons drie spreken als ik zeg dat we ons daar rot geamuseerd hebben. En met Jef zit het contact heel goed sinds onze eerste kennismaking op Theater aan Zee. Hij was zelf ook vragende partij om nog eens samen te werken.”

Jullie muziek had al raakpunten met jazz, rock, pop en elektronica, en nu ook met (post)punk. Naar welke muziek luisterden jullie zoal tijdens het creatieproces?

Soenens: “We hebben zelfs per nummer een playlist van 4 à 5 nummers, die ons inspireren voor structuur, melodie of zelfs klank van de drum, … die playlists zijn zeer uiteenlopend en gaan van Wiegedood tot Billie Eilish. Ook onder andere Squid, IDLES en The Smile staan erin.”

Ook de videoclips die jullie de afgelopen maanden uitbrachten zijn veelzijdig en telkens mooie vertalingen van jullie nummers: hoe belangrijk is de connectie met filmmakers voor jullie?

Stalpaert: “Zowel Vibe (Stalpaert) als Jonas (Hollevoet) staan het dichtst bij ons en zijn professioneel met film bezig. Door hen de videoclip te laten maken, willen we hen een platform geven. Daarnaast is het een fijne reden om weer samen te werken. Het zijn twee mensen die ons traject heel goed op de voet gevolgd hebben en blijven volgen. Ze weten waar we naartoe willen, zonder dat wij al te veel moeten invullen, en ze kunnen zeggen waarop het staat. Die afstand en communicatie zijn goed voor de creativiteit.”

Soenens: “Vibe heeft een voorkeur voor het scheppen van abstractere beelden terwijl Jonas zijn stijl directer en iets meer verhalend is. Die verschillende aanpakken zijn ideaal om de verschillende klanken op onze plaat te vertalen.”

Volgende maand verzorgen jullie het voorprogramma van Tommy Guerrero in Gent, vorig jaar deden jullie dat voor het legendarische Karate. Van welke bands droomt VENTILATEUR om mee samen te spelen?

Hollevoet: “Is het hautain om te zeggen dat wij bij verschillende bands zouden passen? Maar als ik één band moet kiezen, dan ga ik voor Black Country, New Road, met de originele zanger er weer bij.”

Soenens: “Ik denk meteen aan Geordie Greep, de vroegere frontman van Black Midi. Als gitarist zou ik dat fantastisch vinden.”

Stalpaert: “Ik zou voor ADHD gaan, een fantastische IJslandse jazzband. Of Kae Tempest.”

Twee mensen die de interviewer schromelijk vergat te vermelden – waarvoor excuses! -, wil de band nog graag namedroppen en bedanken op het einde van het gesprek: Benny Claeysier van W.E.R.F. records en Theo Collie, die de albumhoes ontwierp. “We zijn Benny enorm dankbaar, hij heeft al zo veel gedaan voor ons. Dankzij hem stonden we vorig jaar op Gent Jazz en we vinden het fantastisch dat onze plaat opnieuw op zijn label wordt uitgebracht”, klinkt het.

“Theo is een geweldige Brugse artiest. We hebben hem gecontacteerd lang voor we de studio in gingen. Hij was de hele tijd op de hoogte van de demo’s van de nummers waar we op dat moment aan werkten, dat vonden we zelf belangrijk. En hij was meteen enthousiast over de muziek. Het gegeven dat hij zwart-witfoto’s in kleur beschildert vonden we heel interessant en passend bij de contrasten op de plaat”, besluit Soenens.

Rage De Vivre is net verschenen via W.E.R.F. records. VENTILATEUR speelt op 26 maart in Cactus Café in Brugge, op 28 maart in Wintercircus in Gent en op 29 maart op Jazz Cats in Kortrijk.

W.E.R.F. records
Beeld:
Vibe Stalpaert

recent

The Damned

The Damned (niet te verwarren met de gelijknamige IJslandse...

Sarah Bernhardt, la Divine

De povere biopic Sarah Bernhardt, la Divine dompelt ons...

Eddie Chacon :: “Ik voelde me als een klein vogeltje dat uit het nest werd geduwd”

Vorige maand bracht de Amerikaan Eddie Chacon met Lay...

CLT DRP + Lambrini Girls

22 maart 2025Ancienne Belgique, Brussel

Een beruchte livereputatie en een gelauwerd debuutalbum: het stond...

verwant

Ventilateur :: Rage De Vivre

Het heet "knaldrang" bij de covidgeneratie of "Lust For...

Gent Jazz 2023 :: Jazz of niet, spannend is het wel

Gent is een stad met vele gezichten. Terwijl sommigen...

VENTILATEUR :: Hoofdplaat

Nu winters tot een nostalgisch verleden behoren waarin Super...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in