Nu winters tot een nostalgisch verleden behoren waarin Super Nintendo’s, piekjeshaar en sportschoenen met oplichtende zolen welig tieren, bestaat er vandaag de dag zoiets als ‘de zes maanden durende herfst’. Maar hoeft die schier eindeloze periode van grijze hemels, kille ochtendwinden en dode bladeren een probleem te zijn? Niet met de juiste soundtrack om de oren, zo lijkt ons. Zoek niet verder: het Brugse jazztrio VENTILATEUR sleept je mee, diep in de eindeloze mist.
Jazz is hot in België. Niet enkel treedt een steeds groter aantal artiesten met achtergrond in de klassieke jazz op de voorgrond, maar ook de sound die deze laten horen, is nieuw en fris. De reden daarvoor zou wel eens kunnen zijn dat deze niet meer moet klinken alsof ze uit de rokerige jazzclubs in het New York of Parijs van vorige eeuw komt. Neen, deze jazz is zo Belgisch als stoofvlees met friet en mag rocken, dansen, of laten wegdromen. Een relatief nieuwe naam in dit gezelschap is die van VENTILATEUR, een Brugs trio dat recent toetrad tot de familie van W.E.R.F. records en daar nu zijn eerste echte langspeler lanceert: Hoofdplaat. De vooruitgeschoven singles “Meshnada” en “Nectar” vielen bij ons reeds in de smaak en dus was het uitkijken naar dit moment. Gedaan met aperitiefjes, hier met dat hoofdgerecht.
Het is met een van die vooruitgeschoven nummers, “Meshnada”, dat de plaat opent. Een trage, gevaarlijke openingsdans waarin de gitaar van Daan Soenens gestaag op ons af sluipt, ondersteund door een kalme maar berekende roffel van drummer Ieben Stalpaert en de berekende baslijn van Jasper Hollevoet. De track sluipt, en elke stap voelt aan als een dreun in het zand. De ijzige stilte halfweg het nummer creëert een illustere pauze, waarna het openingsthema hernomen wordt, richting open einde. Geen climax, enkel een verstokte laatste ademstoot. Hetzelfde stramien komt meerdere malen terug op de plaat, bijvoorbeeld bij “Nectar”, “DatumData”, of in het onaards klinkende “Eb”.
Al wordt er niet altijd geslopen op de plaat. Enkele nummers worden voortgestuwd op een ritmisch mantra dat ons meesleept van begin tot einde, zonder adempauze. Zie bijvoorbeeld de steeds luider klinkende hartslag van “Asatsuyu”, het opschietende woestijnzand in “Djakarta”, of het palindromische “Sherpa”. Al wil dit niet zeggen dat het vrolijk of dansbaar klinkt; een dodelijke sérieux heerst over de hele plaat.
Naar het einde toe verslapte onze aandacht wel enigszins, moeten we toegeven. In de laatste tracks, “Lawine” en de titeltrack “Hoofdplaat”, worden weer dezelfde truken uit voorgaande nummers bovengehaald, en durven we al eens met een half oog naar de forward-knop te loensen. Misschien ligt het aan de aandachtsspanne van ons, millennials, die nog slechts zo lang is als de duur van een TikTok-filmpje, maar in ieder geval: de hypnose was verbroken.
Desalniettemin levert VENTILATEUR hier een coherente plaat af, waarin het trio klinkt als een robuust geheel. Er is een duidelijke weg ingeslagen, eentje die eruit ziet als een iets te donker steegje. Akkoord, de echo’s van Dans Dans, Badbadnotgood of Nordmann blijven hoorbaar, maar de groep weet zich genoeg hiervan te onderscheiden om steeds meer als zichzelf te klinken. Na als luisteraar te zijn meegezogen in deze intense, negen nummers durende draaikolk staat hun naam dan ook definitief gegrift in onze grijze massa. Laat de donkere nacht nu maar komen.