Jack White :: No Name (Déja-vu)

Jack White maakt amper woorden vuil aan zijn nieuwe, eindelijk nog eens in aanstekelijke garagerock gedrenkte plaat No Name — of zoals de fans hem doopten, Déja-vu — en wie zijn wij om dat dan wel te doen? Leg. Hem. Op. Nu!

We kennen het wel, de klassieke scène uit elke misdaadfilm: rokerig steegje, schimmige man met kraag hoog opgezet en grote bruine hoed. Achteloos rokend. Komt een tweede gedaante op hem af, dito manteljas en hoed. Een korte groet, maar de strakke grimas verraadt dat die niet gemeend is. De tweede gedaante scheert langs de eerste en laat, haast onvoelbaar, een klein pakje in zijn jaszak vallen. Levering geslaagd. Iets gelijkaardigs konden de klanten afgelopen vrijdag beleven in de winkels van Third Man Records, het label van Jack White. Pakje van dienst? Een witte vinyl en hoes met enkel het opschrift No Name, zonder verdere uitleg. Schimmige opdrachtgever van dienst? Mister White himself.

Gratis, onaangekondigd en zonder enige context een album droppen? Het is een tegen waanzinnigheid aanschurkende daad, maar niemand die daar bij White van zal opkijken. De man bewandelde de laatste jaren een steeds excentrieker levenspad, met episodes als ‘muzikale excursies naar microtonale toonladders, rap of Antonín Dvořák’, ‘haar blauw schilderen en er eigenlijk uitzien als Willie Wonka’, en ‘op tour gaan met twee bands en de avond zelf willekeurig beslissen welke mag opdraven’. Het deed zijn solowerk steeds meer afglijden van bijtende garageblues naar, euh, een soort marsmannetjesopera die vragen over zijn mentale gezondheid opriep. En nu dus dit. Zucht. Moet dit écht? Ja, want dit is nog altijd Jack White. Wij leggen onze dierbare tienerherinneringen aan The White Stripes en The Raconteurs in een verzegelde doos en drukken op play.

Drie kwartier lang waren we opnieuw die puisterige jongen die in zijn slaapkamer luchtgitaar speelde op een tennisracket. We horen haast de stenen van Whites garage, het ruisen van de gitaarversterker bij het aanschakelen, hoe hij zijn ochtendkoffie onaangeroerd neerzet en met het eerste beste idee van wal steekt. En laat deze plaat alle twijfel wegnemen: dat kan de man nog steeds als de allerbesten. Geen enkele aarzeling zit in de songs, niks klinkt overdacht – het zou ons niets verbazen als alles in één enkele take opgenomen is: energie die gewoon even uit je systeem moet, recht die zessnaar ingeboord.

De ruige garage mept ons vanaf de eerste seconde in de onderbuik: “Anytime” is drieënhalve minuut pure goesting. De laatste zin? “Nothing in this world is free, at least not for me”. Misschien wat minder gratis elpees weggeven, Jaakie. Opvolger “Test Yourself” doet aan Beastie Boys of Rage Against The Machine denken, maar dan in karakteristieke Jack White-spierballenstijl. De verklaring voor deze plotse terugkeer naar zijn roots krijgen we in het dansbare derde nummer “That’s How I’m Feeling”, alsook in “Tonight Was A Long Time Ago”: “I feel better than ever before”. Ook de dichtgenepen, krijsende gitaarsolo’s ontbreken niet, luister maar naar “If You’re Asking” of de overheerlijke punkstamper “Bombin’ Out”.

White klinkt niet uitsluitend zoals op die oude rood-witte albums. Even houden we ons hart vast bij “Seven Friends”, een soort Nick Cave-achtige donderpreek met frases als “don’t be selfish, go eat shellfish”. Zelfs in de fade out horen we de heer uit Nashville doorlallen, maar het geluid blijft consistent aan de rest van de plaat. En dus is die ene misstap snel vergeten. Meer garagegeweld volgt, immers, met het enthousiasme van een tiener die net een nieuwe gitaar kreeg. “Brand New Song”, bijvoorbeeld, of het naar “Sixteen Saltines” hintende “They’re Coming Alive”. Rest ons nog te vermelden dat hij ook zijn Tennessee blues etaleert op “Underground” en “No Sense At All”.

En dat is dat. Jack White is op No Name die verguisde acteur waar iedereen wat lacherig over deed, maar met één Tarantinofilm opnieuw publiekslieveling wordt. No Name is een duidelijk statement: “Neen, ik ben niet gek en meelijwekkend, ik kan het nog steeds als de beste… en eerlijk gezegd was dit veel, veel te lang geleden”. En ja, misschien missen we wat anthems die er met kop en schouders bovenuit steken, maar het niveau ligt zo ook al torenhoog. “Honest” bevat zelfs het soort meezingmomentje dat gewoon gemaakt is voor festivalweides. Leidt ons dus naadloos tot volgende vraag-annex-smeekbede: Jack, het is allemaal vergeven, kom alstublieft terug naar onze weides. Er is hier altijd plaats voor jou.

9
Third Man Records
The White Stripes, The Raconteurs, The Dead Weather

verwant

Eindejaarslijstje 2024 van Harald Devriendt

2024 was het jaar van de zondvloed. Het regende,...

The Raconteurs :: Help Us Stranger

Zeggen dat er naar het derde album van The...

Jack White :: Boarding House Reach

Hebt u eigenlijk de laatste jaren nog vaak naar...

Drie nieuwkomers op affiche Rock Werchter

De voorbije twee dagen vonden een aantal artiesten al...

aanraders

Lambrini Girls :: Who Let The Dogs Out

De reputatie was er al, nu heeft Lambrini Girls...

Malvin Moskalez :: Not Today

Het leven loopt nooit rechtlijnig en is geenszins zwart-wit....

Ethel Cain :: Perverts

Wie graag een muzikale uitdaging heeft om de feestdagen...

Franz Ferdinand :: The Human Fear

In 2025 is gitaarmuziek weer hot. Zeker als die...

recent

Maldoror

De in Brussel geboren scenarist en regisseur Fabrice du...

BXL

Mounir Ait Hamou verwierf bekendheid als acteur, zijn broer...

Des Teufels Bad

De Oostenrijkse filmmakers Veronika Franz en Severin Fiala hebben...

Isbells :: “De touwtjes uit handen geven gaf rust”

Het ging Gaëtan Vandewoude voor de wind, de songs...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in