Op Sonic Hug neemt Louise van den Heuvel de luisteraar mee op een trip vol jeugdherinneringen. Het resultaat is een persoonlijk, hedendaags, maar vooral intrigerend album.
Sinds de oorspronkelijk uit Maastricht afkomstige bassiste Louise van den Heuvel via een Gentse tussenstop in Brussel neerstreek, bouwt ze gestaag aan haar carrière. Ze maakte tot op heden vooral naam als een derde van Dishwasher_ (laureaat van Jong Jazztalent Gent), waarmee ze elektronische invloeden doorheen een jazzgeluid weefde. Daarnaast werkte ze samen met muzikanten van diverse pluimage, van Zwangere Guy tot jazzkleppers als Stéphane Galland en Teun Verbruggen.
Met dank aan platenlabel W.E.R.F. en Jazzlab – twee organisaties die hun dertigste verjaardag vieren en in die periode hun stempel hebben gedrukt op de vaderlandse jazzscene – kreeg van den Heuvel deze keer carte blanche om naar eigen goeddunken een jazzproject uit te werken. Het resultaat werd Sonic Hug, een kwartet waarvoor ze naast landgenoot/drummer Daniël Jonckers (o.a. Profound Observer) een beroep deed op nog zo’n uit het buitenland ingeweken Brusselaar, de Ierse rietblazer Sam Comerford (Thunderblender) en op pianist Hendrik Lasure (warm bad, schntzl, en nog een hele rits andere projecten).
Jeugdherinneringen zijn het centrale thema op de zeven nummers die Sonic Hug telt. Dat valt al af te leiden uit de titels – deels in het Engels, deels in het Nederlands – en het idyllische tafereel op de impressionistische hoestekening. Het is trouwens evengoed de eerste keer dat van den Heuvel resoluut als frontvrouw op het voorplan treedt. Dat ze daarenboven op een aantal nummers voor de eerste keer als zangeres naar buiten durft te komen, toont hoeveel van haar eigenheid ze in dit werkstuk gelegd heeft.
De nummers op Sonic Hug baden in een feeërieke sfeer, al zitten er hier en daar wel wat weerhaakjes in. “Hold Me” roept herinneringen op aan het werk van Joni Mitchell, waarbij folk en jazz op een meesterlijke manier samengevoegd worden. Ondanks de eenduidige sfeer zijn de nummers op de plaat toch niet allemaal voor een gat te vangen. Soms wordt er dromerig gemusiceerd, zoals in het sfeervolle “Kusjeswekker”, terwijl het op het dartele “Pingi” wat meer mag schuren. Als zangeres toont van den Heuvel zich breekbaar op “Innerland”, terwijl het afsluitende “Blauwe Velden” dan weer de sfeer van een late-nightconcert in een jazzy nachtclub oproept. Die wat weemoedige sfeer sijpelt ook door op “Luchtsteen”, waar rietblazer Comerford de boel op sleeptouw neemt.
Met Sonic Hug levert Louise van den Heuvel meteen een fameus visitekaartje af. Een trip down memory lane die weet te betoveren en ontroeren. Een debuut dat belooft voor de toekomst.
Vanaf 19 april trekt Louise van den Heuvel met haar Sonic Hug doorheen Vlaanderen. Alle data vindt u op de site van jazzlab. Tijdens de tournee neemt Werend Van Den Bossche de plaats in van Sam Comerford.