Met haar nieuwe studioalbum Silently Held spant de Nederlands-Belgische Chantal Acda een kudde raspaarden uit de jazz- en popstal voor haar kar. Al blijkt die uitdrukking snel ongepast; Acda en haar muzikanten gaan op in een groter, broos geheel. En zo wordt de ruiter zelf raspaard.
Chantal Acda heeft smaak. De naar België verkaste Nederlandse – u ziet het, smaak dus! – weet zich te omringen met klinkende namen uit de muziekwereld. Zo deelde ze al het podium met onder anderen Bill Frisell, Gregory Frateur, Patricia Vanneste, Alan Gevaert en echtgenoot Eric Thielemans. Namen uit de betere pop-, rock- en jazzscene. Een bont gezelschap zou u kunnen denken, maar er is wel degelijk iets wat hen verbindt. En dat is de zoektocht naar puurheid. Acda is niet geïnteresseerd in genres, maar wel in het opzoeken en najagen van het mooie, het ongrijpbare in muziek. De band kan dus maar beter hetzelfde doen.
Ook op haar nieuwste album Silently Held gaat die zoektocht verder. Modus operandi is zo weinig mogelijk gebruik te maken van retakes, overdubs en ander studiogegoochel. Neen; iedereen betreedt de studio, zet zich aan zijn instrument, en de taperecorder gaat aan. Het grijpen van het moment, dat moet de luisteraar te horen krijgen. What you see is what you get, of in dit geval: what you hear is what was there.
Een andere constante is de rist aan grote namen die ook nu weer present tekenen. Op deze nieuwe maakt jazzgrootheid Frisell wederom zijn opwachting. Samen met Eric Thielemans op drums, Thomas Morgan op bas en Shadzad Ismaily als multi-instrumentalist maakt die de kern van de band uit. Daarnaast krijgen we onder anderen ook Colin Stetson op sax en producer Philip Weintrobe (Dirty Projectors, Adrienne Lenker) achter de knoppen. Een namenrondje zal niet nodig geweest zijn, lijkt ons.
Dit levert een bijzonder intiem resultaat op in negen portretten. De warmte straalt werkelijk van de opnames, we voelen het hoogpolige studiotapijt haast onder onze voeten. Openingsnummer “One Day, One Life” of het iets meer poppy “The Friends Parade” voelen bijvoorbeeld aan als een warme knuffel. Acda’s eenvoudige, kalme en soms wat bevende stemgeluid staat bol van de emotie. Dat de zangeres zich blootgeeft met deze plaat, hoeft niet te verbazen. Zo neemt ze in de Bonnie Raitt-cover “I Can’t Make You Love Me” geen blad voor de mond: als de liefde niet wederzijds is, moet ik aanvaarden gekwetst te worden.
De songs zijn rijk gearrangeerd, maar nooit overdadig. Er wordt geduldig de tijd genomen om de verschillende partijen te laten ontwikkelen en samenvloeien tot een geheel. Zo horen we Stetsons sax op “I Can’t Make You Love Me” over de track waaien als een zwerm overvliegende trekvogels. Deze saxdrones maken nog eens hun opwachting in de outro van “Seafoam”. De ritmesectie komt dan weer boven in de meer jazzy intro van “Taking Part”, waarin we wat Blue Moon van Ahmad Jahmal horen. “Hear It Out” wordt op zijn beurt opgefrist door frivole penseelstreken van drums, gitaar en blazers. Het plots opduiken van de verschillende partijen neigt wat richting Mark Hollis of Blake Mills.
Eigenlijk vat het titelnummer Silently Held het geheel goed samen. In acht minuten gaan we van een mijmerende track bij de schuifelende percussie van Thielemans naar een emotioneel slot waarin de blazers alle registers opentrekken. Nooit gaat het nummer vervelen; de muzikanten zijn in perfecte harmonie. Een prestatie als je weet hoe lang en verscheiden de lijst aan bijdragende muzikanten is. Akkoord, de stem van Acda is bij momenten wat de aarzelend tegenover deze muzikale weelde, maar het geheel wordt nooit potsierlijk of ongepast. Deze plaat vraagt om er even voor te gaan zitten en traag te laten insijpelen. Stop met denken, start met voelen.