Pollen, het nieuwe album van Tennis, is melodieus, gelaagd en tijdloos elegant. De band verlaat met dit album finaal de comfortzone door te gaan voor een meer gelikte mix en bredere instrumentale focus.
Net zoals bij de vorige albums, hadden Alaina Moore en Patrick Riley de productie zelf in handen. De opnames gebeurden opnieuw in hun eigen thuisstudio, waardoor Pollen onmiskenbaar de sfeer van zijn voorgangers ademt. Toch voelt het geheel iets meer gepolijst, zonder in te boeten aan frisheid. Wie denkt dat Tennis niks meer te bieden heeft dan lo-fi indiebricolage krijgt ongelijk, aangezien deze plaat bol staat van de gladde, glanzende en glasheldere parels. Onmiskenbaar beïnvloed door disco, r’n’b en funk slaagt de band er toch in om die nostalgie op hun eigen manier te vertalen. Alles blijft zoals vanouds zeer liefelijk, een tikje naïef en dromerig klinken.
Opener “Forbidden Doors” gaat meteen over de keerzijde van romantiek. Het liefdesverdriet lijkt niet rauw meer, maar de empathische luisteraar krijgt toch een flinke dosis amoureuze rouw op zijn bord. Ondanks al dat hartzeer, klinkt dit indiepopfestijn even hoopvol als melancholisch. “Glorietta” gaat nog een stapje verder en verjaagt, mede dankzij de fijne stapvoetse drumbeat, spontaan alle monsters vanonder je bed.
Afsluiter “Pillow for a Cloud” is dan weer een repetitieve, dromerige soundscape die bijna Knuffelrock-waardig is. De breekbare stem van Moore geeft een extra kwetsbare touch aan de -al bijzonder rake- nummers, die echter nooit in gratuite pathos verzanden. “Hotel Valet” is bijvoorbeeld ook minzaam en zacht, maar blijft interessant door een verslavend spaarzame groove. Mocht u nog een liefdesballade pur sang zoeken voor een valentijnsplaylist, dan heeft u er bij deze een gevonden.
“Let’s Make a Mistake Tonight” toont hoe mooi en bitterzoet een misstap kan zijn, alvorens de consequenties ervan duidelijk worden. Leadsingle “One night with the Valet”, is eveneens een ode aan de verleiding, maar waarschuwt tegelijkertijd dat er heel wat hartzeer op kan volgen. De sensualiteit druipt er bij deze twee nummers haast vanaf, waarbij de clichés niet geschuwd worden. De aanstekelijke manier waarop die gebruikelijke formules worden gerecycleerd is echter zó ontwapenend, dat verzet tegen deze oorwurmen kansloos is.
De losse eindjes van alle verschillende tekstuele en muzikale verhaallijnen, worden aan elkaar geknoopt in het oerdegelijke bijna-titelnummer “Pollen song”. Hoe magisch een ontmoeting immers ook kan zijn, het minder betoverend dagdagelijks leven neemt al snel weer de overhand. Miniavonturen en spontane ingevingen kunnen ons bestaan heel kleurrijk maken, ook wat de liefde betreft, maar kleine dingen kunnen net zo goed roet in lekker eten gooien.