Het filmfestival van Cannes houdt altijd een beetje de adem in als Gaspar Noé daar traditiegetrouw nieuw werk in première laat gaan. Zoek op Youtube maar eens naar het filmpje waarin bezoekers naar hun mening gevraagd wordt na de screening van Irréversible en u krijgt een goed beeld over de verdeeldheid die de regisseur uitlokt. Maar dat was 2002 en enkele controverses later (waaronder de halve pornofilm Love) kreeg Vortex, vanaf deze week ook in de Belgische zalen, hoofdzakelijk lof toegezwaaid. Niet onverwacht won de prent enkele maanden later ook de hoofdprijs op Film Fest Gent.
Los van het feit dat Noé graag provoceert door in zijn films de donkerste en meest ranzige kantjes van het menselijke karakter te verkennen, van debuut Seul Contre Nous (1998) tot Enter The Void (2009) en de voortreffelijke dansorgie Climax (2018), kan je hem bezwaarlijk een saaie cineast noemen. Het zou te makkelijk zijn hem weg te zetten als iemand die enkel graag choqueert, al is het maar omdat hij visueel met het medium durft te experimenteren. Met Vortex, een confronterend portret over een bejaard koppel dat de dood in de nek voelt hijgen (een vergelijking met Hanekes’ Amour is niet onterecht), levert het ‘enfant terrible’ van de Franse cinema zonder twijfel zijn meest toegankelijke prent af, ook al is het zeker geen makkelijke zit. Het idee voor de film sluimerde al langer in Noé’s achterkamer, maar een wake-up call in de vorm van een hersenbloeding die hij maar net overleefde was de trap onder de kont die hij nodig had om het ook effectief in te blikken.
De film opent passend op de melancholische tonen van het nummer ‘Mon Amie La Rose’ van Françoise Hardy uit 1965, alvast een eerste signaal dat de Franse Argentijn rustiger geworden is. Het oude koppel (gespeeld door Françoise Lebrun en Dario Argento) geniet van een glas wijn op het terras van hun Parijse appartement wanneer zij aan hem ( de personages blijven naamloos) vraagt: “La vie, c’est un rêve, non?” Als we ze daarna in bed zien slapen wordt het beeld langzaam gesplitst door een verticale streep die praktisch de hele speelduur aanwezig blijft. De ochtend nadien ervaart de vrouw de eerste tekenen van dementie, tot ergernis van haar man, een schrijver die daar veel moeite mee heeft en dat naarmate de situatie verslechtert ook niet meer onder stoelen of banken kan steken (“Tu es un vrai cauchemar!”). Giallo-grootmeester Dario Argento (Suspiria, Profondo Rosso) schittert in zijn eerste echte hoofdrol als een echtgenoot die enerzijds liefdevol voor zijn vrouw wil blijven zorgen maar anderzijds snel overmand lijkt te worden door frustratie, mede gevoed door de hartkwalen waaraan hij zelf lijdt. Daar tegenover en al even bewonderenswaardig weerspiegelt veteraan Lebrun (The Mother and the Whore) perfect de angst van iemand die geestelijk langzaam aftakelt, schakelend tussen het beseffen van haar sterfelijkheid en volledig onwetend over haar handelingen. In wezen is de gruwel hier niet eens zo verschillend als die van Climax, waarin de kijker halfweg wist dat iemand drugs door de sangria gemengd had en je alleen maar pijnlijk kon afwachten tot de boel escaleerde. Op die manier is Vortex dus weer typische Gaspar Noé-cinema waar je je ongemakkelijk doorheen worstelt, al is het hier vooral omwille van de herkenbaarheid van de situatie.
Ondanks het feit dat de flitsende montages en grillige camerasturing uit eerdere films hier een stap achteruit zetten, wekken de beelden weer een zekere nervositeit op. Het appartement van het koppel is overladen met boeken, papieren, filmposters, videobanden en andere prullaria. De rekken in een winkel waar de vrouw impulsief op zoek gaat naar speelgoed, zijn van dezelfde orde en logica ontdaan. Doordat onze ogen geen rust krijgen vereenzelvigen we ons moeiteloos met de rusteloosheid van de personages, een slim trucje dus. Het opvallendste visuele aspect van Vortex is natuurlijk de keuze om alles in split-screen te tonen, wat niet zomaar een gimmick is want Noé en DOP Benoît Debie (de Belg die sinds Irréversible met hem samenwerkt), zullen zich wel bewust zijn van de sterke symboliek die uitgaat van die contradictie. Door beide personages in aparte kaders te volgen, groeit ook voor ons natuurlijk het besef dat ze in zekere zin veroordeeld zijn om voortaan gescheiden te zijn, ook al bevinden ze zich in dezelfde ruimte. Een prachtig voorbeeld hiervan is een scène aan de keukentafel waarin de man zijn vervreemde vrouw haar hand troostend vastpakt na een discussie. De dikke verticale streep splitst het beeld net op de polsen van de man, zodat de “afgehakte” handen in het andere kader die van een vreemde zouden kunnen zijn – zo zal zij het mentaal althans ervaren. Vortex is een intiem en ongecompliceerd kunstwerk over datgene wat uiteindelijk onvermijdelijk en moeilijk te accepteren is. Bravo Gaspar!