De in Toscane geboren scenariste/regisseuse Alice Rohrwacher vestigde op relatief korte termijn haar naam binnen het internationale arthouse circuit. La Meraviglie (winnaar van de Grand Prix op het filmfestival van Cannes in 2014) en het dromerige Lazzaro Felice getuigen van de kenmerkende stijl die Rohrwacher ontwikkeld heeft, waarmee ze magisch realisme koppelt aan kritiek over maatschappelijke ongelijkheid. Met haar nieuwste prent, die vorig jaar reeds werd voorgesteld op de Croisette, gaat de cineaste onverminderd door op dit elan.
In La Chimera voert Rohrwacher ons terug naar het Italië van de jaren negentienhonderdtachtig. De film volgt een bende grafrovers die er een nomadische levensstijl op nahouden en hun brood trachten te verdienen door Etruskische relikwieën te jatten – waarna ze deze kostbare oude artefacten op de zwarte markt aanbieden of doorverkopen aan een kunsthandelaar. Josh O’Connor (God’s Own Country, The Crown) vertolkt de Britse archeoloog Arthur, die zopas uit de gevangenis werd ontslagen. De op drift geraakte Engelsman maakt gebruik van zijn academische kennis om zich bij het bonte gezelschap plunderaars te voegen – waarmee hij eigenlijk vooral de gapende leegte probeert op te vullen die het overlijden van zijn charmante partner Beniamina naliet. De kettingrokende, norse wetenschapper – steevast uitgedost in een verfomfaaid linnen pak – is diep gekwetst door dit verlies en blijft daar gedurende de hele film ook verder mee worstelen. Hij komt eveneens opnieuw in contact met de moeder van zijn betreurde geliefde, een aan haar rolstoel gekluisterde aristocrate (Isabella Rossellini), en komt op die manier ook in het vizier van haar studente Italia (rol van Carol Duarte), een jonge alleenstaande mama die Arthur de geneugten van het leven in herinnering brengt.
Alice Rohrwacher heeft altijd al een aparte kijk of manier van benaderen gehad, en ook haar jongste wapenfeit vormt daarop geen uitzondering. Het van melancholie vervulde La Chimera ontvouwt zich als een soort van existentiële reis; een clash zo u wilt tussen mens, cultuur en natuur die wordt voortgestuwd door een rijke verbeeldingskracht.
De regisseuse kon hiervoor terugvallen op haar eigen jeugdjaren. Destijds bestond haar leven uit verschillende delen, zo verklaart ze zelf – het ene door zon overgoten en onstuimig; het andere nachtelijk en mysterieus. De relatie tussen die twee totaal verschillende werelden heeft Rohrwacher altijd gefascineerd en leidde uiteindelijk tot de inspiratie voor deze film, waarvan de titel verwijst naar iets wat men probeert te bereiken maar nooit kan vinden of tevergeefs najaagt.
La Chimera zweeft ergens tussen fantasie en werkelijkheid in en weet een bijzondere sfeer op te roepen. De toon is afwisselend speels en dan weer teder. Soms wijzigt de beeldverhouding (van 35mm naar 16 mm), roteert de camera rond zijn as of maakt die een omgekeerde bocht van 180 graden. Dit alles staat in dienst van een waaier aan thema’s die worden aangeraakt en die opening laten voor verschillende interpretaties. We worden in ieder geval voortdurend uitgedaagd om tot eigen inzichten te komen. In La Chimera lijkt niet alles op verhalend vlak even soepel met elkaar te zijn verbonden, maar door de esthetiek van de film worden we toch op sleeptouw genomen.