Van scheurende blues over funky elementen — met af en toe wat subtiele electro — tot oosterse en Afrikaanse folk: King Dalton gaat wel heel breed op zijn tweede plaat Thilda. En dat is alleen maar goed.
Eerst even voorstellen: deze uitermate boeiende supergroep bestaat uit de getalenteerde folkbroers Pieter en Jonas De Meester (AedO), Jorunn Bauweraerts (Laïs), Tomas De Smet (Zita Swoon, Think Of One, Broken Circle Breakdown Bluegrass Band) en Frederik Heuvinck (A Brand). Een paar jaar na hun ontmoeting kwam er in 2013 dat puike debuut, dat bol stond van de avant-gardistische folk/blues — of zoiets, u moest ze al beluisterd hebben. Het bewijs van hun eclecticisme is dat ze die zomer mooie spots op zowel Dranouter, Pukkelpop als de Gentse Feesten en veel meer kregen.
Voor de opnames van Thilda hokten het gezelschap drie maanden samen in een oude villa in Kalmthout, als een koppel van vijf. Dat hoor je meteen aan de samenhang van de plaat en dat ondanks de complexiteit en diversiteit van de nummers. Ondertussen werkte King Dalton er ook aan muziek voor de televisieserie Tom & Harry — het prachtige “Jewel Pleasures” heeft het hier tot bonustrack geschopt. Thilda zelf is vooral een album geworden waarop escapisme centraal staat. Luister maar eens naar “A Little Meditation”, dat zoals enkele andere nummers (“1600” bijvoorbeeld) oosters beïnvloed is. Maar zoals gezegd komen er nog veel meer (exotische) elementen bovendrijven.
Niet alleen is de sound van de band verbreed én verdiept met meer elektronica, meer blues, meer venijn, ook met het instrumentarium wordt eindeloos geëxperimenteerd. Van autoharp over bouzouki en sitar tot field recordings én baritonsax: zijn we er nog vergeten? Openingstrack “Ignorance” laat zich al meteen opmerken door een licht opruiende en spannende opbouw. Al eens een folknummer gehoord waarin elektronica, sitar en gefluit zo heerlijk samengesmolten worden? Ook het bluesy “Seagull City” (die distortion! die baritonsax!) en het funky “Revolution” zijn zoveel meer dan folky composities.
Een van de mooiste nummers op Thilda is ongetwijfeld “1600”, dat rustig van start gaat met een 16 Horsepower-achtige banjo. Daarnaast worden de warme stemmen van Bauweraerts en De Meester weer op een bijzondere manier door elkaar gemengd — nog zo’n sterke troef van King Dalton. Tweede hoogtepunt is “Silver Spoon”, dat geduldig opbouwt naar een onstuimige climax langs brommende bassen en hysterische gezangen. We gaan er bijna wild van dansen in onze woonkamer. Bij dit nummer zal er live ongetwijfeld elektriciteit in de lucht hangen.
Van het rustig heen en weer wiegende “Wishing Well” reizen we vervolgens verder richting de woestijnlanschappen van Mali. “When The Bad Is Gone” zal ongetwijfeld fans van Tinariwen en consorten kunnen bekoren. Hetzelfde geldt trouwens voor “Shepherd’s Shadow”. En in “Hunter’s Moon” toveren de dame en heren opnieuw een eigenzinnige combo van electro, folk en scheurende gitaren tevoorschijn. “Hey Times” is ten slotte een erg mooie bluesafsluiter.
Vorig jaar verscheen er in dezelfde muzikale lijn de prachtige plaat van Birds That Change Colour en nu doet Waste My Records het dus weer. De muziek primeert op het hokjesdenken en is vooral op het lijf geschreven van ontdekkingsreizigers, maar u zal het er ook gegarandeerd warm van krijgen als de dagen wat kouder beginnen te worden. Als iedereen naar King Dalton zou luisteren, zou de wereld er beter aan toe zijn.
King Dalton speelt zondag 20 september op Leffingeleuren. Die dag is er ook het releaseconcert in Villa Thilda en op 25 september is er ook nog eentje in De Studio in Antwerpen. Op 8 oktober speelt de band in de Gentse Charlatan. Op 14 november volgt een optreden in Decibels Dommelhof in Neerpelt, op 18 november in de Muziekodroom in Hasselt en op 19 november in Club de B in Torhout. Voor de Leuvenaars zakt King Dalton op 16 december zakt af naar het Depot.