Schimmig, vluchtig, flinterdun. Zo voelt Maze of Woods, de nieuwe van Inventions, vaak aan: telkens je denkt vat te krijgen op de garen die de groep spint, glipt alles je weer als los zand door de vingers.
Het minste wat je van Matthew Cooper (Eluvium) en Markt T. Smith (Explosions in The Sky), samen Inventions, kan zeggen, is dat ze bezige baasjes zijn: Maze of Woods komt er al een klein jaar na hun titeloze debuut. Dat Explosions in The Sky op dit moment een beetje stil ligt, zal daar ook wel mee te maken hebben. De bio bij Maze Of Woods maakt trots melding van de vocal sample slash beginselverklaring die de plaat opent en waarin een stem “I wanted to do something that I don’t know how to do” declameert. Het is natuurlijk beter voor een groep het nobele onbekende op te zoeken in plaats van ter plaatse te blijven trappelen, maar af en toe leidt dat spijtig genoeg tot een aantal nummers waarin de groep na lang zoeken eigenlijk op niets uitkomt
Maze of Woods verschilt in ieder geval op een aantal belangrijke punten van het debuut van Inventions. Het openingsnummer “Escapers” bijvoorbeeld toont meteen dat de elektronica aan terrein gewonnen heeft. Niet dat u plots dansend in uw woonkamer zal staan: het nummer is eerder subtiel omzwachteld in knisperende elektronicawolkjes, maar toch. Ook duiken meer dan vroeger af en toe spookachtige stemmen op die, zoals in “Peregrine”, uw nekharen niet onberoerd zullen laten. Afwezig zijn dan weer de schurende geluidserupties die oude nummers als “Psychic Automation” nog wel eens uit elkaar durfden rijten. Cooper en Smith mikken vol op schimmige ambient, waardoor het niet meteen een makkelijke klus is door te dringen tot de kern van Maze of Woods. Mensen die Explosions In The Sky al te abstract vinden, lopen hier dus best met een boog omheen. Maze of Woods houdt zich eerder op in dezelfde nevelen als Valtari van Sigur Ros of Nepenthe van Julianna Barwick, echter zonder het niveau van deze twee platen echt te evenaren.
Na de mooie inleiding “Escapers” volgt als echte binnenkomer meteen het meest toegankelijk en mogelijk ook het mooiste nummer van de plaat, “Springworlds” (tip: bekijk zeker ook de prachtige videoclip van Dan Jacobs bij het nummer). Laagjes van electronica en strijkers ondersteunen het ijle, nevelige gezang dat spontaan kippenvel opwekt. “Peregrine” leunt daarna op een ietwat griezelige piano en zangpartij, tot zachte beats het overnemen. Die piano tilt ook het tweede deel van “Moanmusic” naar een hoger niveau, en Erik Satie is nooit veraf in de dwarrelende noten. Alleen spijtig dat het eerste deel van het nummer niet echt ergens heen gaat. Dat is jammer genoeg in wel meer nummers op Maze of Woods een probleem: ook het eerste deel van “A Wind From All Direction” kruipt ondanks zijn rauwere gitaargeluid niet meteen onder de huid. Het is pas wanneer een rafelige stem wat komt rondspoken dat het nummer echt tot bloei komt. “Feeling The Sun Thru The Earth At Night” heeft dan weer niets dat je aandacht echt vastgrijpt. Enkel de laatste fragiele minuut van het nummer, wanneer enkel een zacht pulserende beat overblijft, is prachtig in zijn geborgenheid. Die geborgenheid heeft ook “Slow Breathing Circuit”. Het nummer is zo broos dat het van fragiel glas lijkt te zijn gemaakt, alsof je er zo door kan vallen, maar die broosheid maakt het nummer juist zo puur en mooi.
Maze of Woods is jammer genoeg dus niet over de hele lijn een succes. Wat is het dan wel? Een plaat om in te verdwalen, om in te groeien, en om vervolgens onder de koptelefoon zijn onwereldheids te koesteren. Sommigen zullen het een geeuwplaat vinden, anderen zullen zijn stiltes vervloeken. Maar uiteindelijk kun je je afvragen of in een wereld die zo lawaaierig is als de onze, stilte misschien de krachtigste muziek is.