Als het Belgische muzieklandschap één probleem heeft, dan is het wel epigonisme. Maar al te vaak moeten we het stellen met “onze versie van de garagerockhype” of erger: “de Vlaamse Interpol”. Met een straffe debuut-EP bewijst Samowar dat dit niet zo hoeft te zijn.
Veel treurnis nochtans weer op de laatste, flauwe editie van Humo’s Rock Rally. Veel te veel Alt-J-klonen, om maar iets te zeggen. Maar daartussen toch één lichtpuntje, in fel blacklight en een neonkleedje: Samowar, ofte Leen Diependaele. Gewapend met niet meer dan een tafel vol knopjes en pedalen creëerde de Antwerpse niet alleen intrigerende klanktapijten, maar schudde ze achteloos ook enkele beklijvende songs uit haar mouw. Op een titelloze EP in eigen beheer vormen die nu een visitekaartje om “wel, heb ik me daar!” tegen te zeggen.
Natuurlijk is er vooral “Thirsty Well”, nu al een klassieker in de Belgische muziek. Héél even een beatje dat van Burial wordt geleend en dan die stem. Meisjesachtig maar zelfverzekerd en een bas die van de leiband wordt gelaten. Een refrein dat je van je sokken blaast. “You’re not made for love / You thirsty well”, galmt ze. Voor de tekst putte Diependaele inspiratie uit een toneelstuk van Federico Garcia Lorca, maar dat hoeft u niet eens te weten om meteen helemaal om te zijn: dit is een melodie om van kapot te gaan.
Ze mag dan een autodidact zijn die nog maar net de wonderlijke wereld van de elektronica is gaan verkennen, de flair waarmee ze haar beats en loops opbouwt, is overtuigend. De diepe tribale drum die de humus van “Roots” vormt, dondert zoals het moet, maar het zijn vooral de kleine details – de manier waarop dat gefloten stukje de song opent, dat kleine stemsampletje op zijn Tuneyards in de intro, die viool – die nu al een soort van vakmanschap laten voelen.
Diependaele is eerst en vooral een geweldige zangeres die er ook niet voor terugschrikt haar stem resoluut op de voorgrond te plaatsen. Zo haalt ze genadeloos uit in “A Good Head For Heights” waarin haar innerlijke actrice zich niet langer lijkt te kunnen bedwingen. Net nog dat beetje anders. De beat dreunt genadeloos monotoon, stemmen worden laag boven laag gestapeld tot alles hortend tot stilstand komt. “Surprise Surprise” haakt er meteen naadloos op in met een beat die stommelt en stampt.
“Breathe in, control away, I can grow”, belooft Diependaele in die laatste track en dat is een resolute belofte. Wat Samowar op dit schijfje laat horen, is niet meer dan het begin. Van hier kan het nog alle kanten uit. Extra muzikanten, meer computerkennis, bedenk het maar: met dit soort songs is alles mogelijk. Deze Samowar EP is een fenomenaal schot in de roos.