Wie op zoek is naar onmiddellijke bevrediging, die is bij het duo dat zich achter de naam Art Of Cosmic Musings verschuilt aan het verkeerde adres. Drummer Teun Verbruggen vergeleken we ooit al met een vleesgeworden brok ongedurigheid, maar alle verwachtingen over muzikaal fastfood worden meteen de kop ingedrukt door de aanwezigheid van Dirk Serries, de man van de uitgesponnen beweging.
Serries werkte in het verleden al vaker met drummers — door zijn soloproject Fear Falls Burning was het na verloop van tijd bijna een evidentie om hem aan de zijde van een drummer te vinden –, maar dan ging het toch voornamelijk over kerels met een achtergrond in zware kost, doemdenkers die zich doorgaans goed konden vinden in de spaarzaam openvouwende dromerijen van de textuurpoëet. Dan is Verbruggen toch van een ander kaliber. Hij is niet altijd op zoek naar virtuoze jazzexploten — daarvan waren z’n plaat met Arve Henriksen en het werk met Chaos Of The Haunted Spire meer dan voldoende bewijs –, maar hij bevindt zich doorgaans toch in een universum dat je niet meteen associeert met zo’n meditatieve insteek en langgerekte spanningsboog.
Het is dan ook mooi om vast te stellen dat de twee erin slagen om hun respectievelijke stijlen helemaal intact te houden en toch op de proppen komen met iets dat prima, zelfs vanzelfsprekend, klinkt. Serries blijft daarbij hardnekkig volhouden aan z’n geduldige filosofie (zet er Dave Lombardo naast en hij zal nóg koppig z’n ding blijven doen) en de gestage ontwikkeling. In opener “Dome” duurt het een paar minuten voor hij echt van zich laat horen. Daarvóór is de weg vrij voor Verbruggen, die vanuit de complete stilte speelt met resonerend metaal, luchtig gestommel en allerhande minimalistische klingelklangel.
Je krijgt doorheen de plaat dan ook af te rekenen met een weidse dynamiek waarvan je het beste bewijs eigenlijk vindt door de nummers telkens een minuut of drie verder te skippen. Maar dat is natuurlijk onzin, want er vindt wel degelijk een wisselwerking plaats. Kreeg Serries op Microphonics XXI-XXV het podium nog voor zich alleen, wat leidde tot een paar prachtig ontluikende composities die een forse emotionele oplawaai verborgen, dan kiest hij hier bewust voor een vrijere aanpak. Daardoor klinkt de plaat iets minder persoonlijk en doordacht, maar toch even herkenbaar en voor Verbruggen meer dan voldoende inspirerend om mee aan de slag te gaan.
De drummer kan zich hier dan ook bewijzen als een fijne colorist: hier en daar zachtjes bijkleurend, haast pointillistisch in de aanloop en in de stillere momenten, en toch ook met bredere vegen en nadrukkelijker kleuren wanneer het volume en de intensiteit van Serries’ spel ontbolsteren. Het zorgt voor muzikale vergezichten en een komen en gaan van aanzwellende ideeën, met op het piekmoment een donderende bombast. Nog evenwichtiger en subtieler gaat het eraan toe in het titelnummer, dat nauwer aansluit bij het ambientspectrum van Serries en opnieuw die mooie synthese laat horen.
De overige twee stukken moeten het trouwens niet alleen hebben van die parallelle paden, maar ook van een sterkere contrastwerking, die in sterke mate ontstaat door Verbruggens gebruik van elektronica. “Discord” gaat meteen van start met geknetter en gekraak dat klinkt als een monoloog van een doorgeslagen keukenrobot. Het zorgt voor een kapot, of op z’n minst licht gehavend geluid dat recht tegenover Serries’ “volmaakte” gitaargolven staat. Toch zorgt de combinatie voor een mooi effect, een samengaan van ernst met een speelse toets, onrust en vertrouwen in één, een soort poëzie die je in het werk van Serries zelden of nooit in die vorm hoorde.
Ook de afsluiter “With Thorn” begint bij Verbruggen, deze keer met iets minder prominente elektronica, gecombineerd met het gezoem van Serries dat traag aanzwelt. Het is het stuk met de meest extreme pieken, vooral door het agressievere, soms abrupte en hectische spel van de drummer, maar het zorgt ook voor enkele van de mooiste momenten, ontregelde vegen in een mistige wereld. Serries’ gitaar klinkt even als een kerkorgel en zodra het grootste stuk van de weg afgelegd is, zo na een minuut of tien, besef je plots wat een grandeur de twee in elkaar gestoken hebben. De manier waarop het stuk in z’n laatste minuten ontmanteld wordt, waarbij het steeds onduidelijk blijft wie het laatste woord zal hebben, de ratels of de uitdovende golven, is bijzonder knap.
Transmission zal vermoedelijk vertrouwder klinken voor de liefhebbers van Serries dan voor de intimi van Verbruggen, maar bovenal toont de plaat aan dat rasmuzikanten de werelden van improvisatie en gitaarminimalisme/drones moeiteloos met elkaar kunnen vervlechten . Deze plaat is niet de overrompelende krachttoer die Microphonics was (die songs waren in vergelijking met deze vier vinylkanten trouwens bijna popsongs), maar ondanks hun open aanpak introduceren de twee muzikanten toch een heel geslaagde combinatie aan een nieuw publiek. En terecht.
Het album verschijnt op 2LP op het gerenommeerde Tonefloat-label en wordt op 23/1 voorgesteld in CC Luchtbal (Antwerpen). Meer info & tickets hier.