Meest genoteerde twee woorden tijdens het optreden van PJDS in de AB Club? Die. Stem. Gevolgd door een aantal uitroeptekens. Tweede meest genoteerde? Strak spelende band. Meulestede nam voor één avond de Ancienne Belgique over.
Voor de hoofdschotel werd het publiek al beloond voor die filegevoelige busrit vanuit thuisbasis Gent: het trio ODO, zijnde Max en James De Smet, samen met bassist Tijl Van Wambeke. Het trio speelt nog niet heel lang samen, maar klinkt toch al standvastig en volwassen. Met mooie harmonieën en potige, catchy riffs walste het drietal over het publiek heen. Volgende week komen ze op de proppen met hun eerste single “Dangerous”. Een veelbelovende appel die niet ver van de ouderlijke boom valt.
Meulestede represent, ondertussen, want de overenthousiaste — en jonge — ODO spionkop bleef gewoon vooraan staan om PJDS vooruit te stuwen. Dat de band werd aangevuld met toetsenist Jan Duthoy, bleek meteen een schot in de roos; het maakt de hoekige en rockende klank af en toe iets melodieuzer.
Pieter-Jan De Smet voelt zich op het podium nog altijd als een vis in het water, zo bleek vanaf de eerste seconde. De songsmid smeet zich volledig in opener “Black And Blue”, de microfoonstaander alle kanten uit zwierend. En daar was ook voor de eerste keer: Die Stem. Jaar na jaar weet De Smet beter en beter hoe hij die moet gebruiken: laag waar het moet, hoog waar hij wil, als een volleerde Prince-adept in “Sister/Brother”. De woorden van “Extinct Birds” werden op zijn Scott Walkers stuk voor stuk dramatisch uitgespuwd. Hij lijkt het allemaal zonder moeite te kunnen, wat van hem zonder twijfel de beste Belgische zanger van zijn generatie maakt.
PJDS is echter meer dan een zanger: er staan vijf topmuzikanten op het podium, en ook al staan ze daar strak en even schijnbaar achteloos, die schijn bedriegt. Geconcentreerd haalde Frederik Segers de een na andere gierende klank uit zijn gitaar, Mirko Banovic plukte stevig aan de snaren van zijn basgitaar, Teun Verbruggen mepte en roffelde erop los.
Opvallende vaststelling nummer drie: de helft van de setlist bestond uit oudere nummers. Wat toch veel wil zeggen voor een artiest die nauwelijks op de radio te horen is. Redelijk onterecht, dat bewees ook de uitverkochte AB Club. “Brutes”, uit voorganger Siren, kwam al vlug om de hoek piepen, en ook “Baby’s In The World”, uit het dertig jaar oude debuut Antidote, passeerde de revu. Maar het was toch vooral de herwerking van “Fire” die opviel: met een knoert van een gitaarsolo werd het poppy origineel omgebouwd tot een venijnige en punky versie die de tekst nog wat meer pit gaf: “Gonna buy myself a weapon, Gonna buy myself a boat, Gonna buy myself a mountain, Gonna buy myself a coat, Gonna buy myself a reason, I’m gonna buy myself some dope, Gonna buy myself a light, I’m gonna burn myself alive”. Als bisnummer volgde het onvermijdelijke “August” en een verstilde versie van Maria McKees “To Miss Someone”.
PJDS live is strak in het pak, perfect gezongen songs en steengoed entertainment. De zomerfestivals weten wie ze moeten boeken voor een stevige portie Belgische rock van de bovenste plank.