Napalm Death hoort bij dat selecte clubje bands dat de extreme muziek voor eens en altijd veranderde en zoveel jaar later nog steeds een bepalende rol speelt. Echt vernieuwend is de band niet meer — sinds de eeuwwisseling draait het vooral om het perfectioneren van de stijl –, maar waarom zou je daarover zwetsen als je te maken hebt met een van de meest herkenbare bands uit het genre die nooit te verwarren valt met de omvangrijke middelmaat.
Want geef toe: een groot deel van de hedendaagse, ultratechnische grindcorebands heeft door de steeds sterkere productiestandaard en de daaraan gekoppelde steriele, inwisselbare agressie eigenlijk weinig meer om zich te onderscheiden en legt zich dan maar toe op het breken van een zoveelste snelheidsrecord. Die van Napalm Death, hoe bruut hun herrie ook is, hebben altijd begrepen dat het niet enkel draait om snelheid. Voor een stuk hebben ze dat natuurlijk te danken aan die achtergrond. Hoewel er geen van de originele leden bij zit (al maakte bassist Shane Embury wel nog de pioniersdagen mee), is dit kwartet nog steeds verankerd in de politiek geïnspireerde razernij van de jaren tachtig.
Halen de jongere bands vooral de mosterd bij namen als Brutal Truth, Nasum en Napalm Death (grindcore spelen zonder knikje richting ND is als een pastagerecht maken zonder tomaten –het klopt niet helemaal), dan gingen de peetvaders, die het genre eigenhandig op de kaart zetten, in de leer bij de agressie van vroege hardcorebands als Discharge en Conflict, wat ervoor zorgt dat je te maken krijgt met een heel ander soort agressie. Niet die van het nihilistische ‘zot-omdat-we-kunnen’, maar ‘fucking pissed-off… met een reden’. Zonder te vervallen in al te makkelijke slogans (want het is opvallend hoe cryptisch veel van de teksten zijn), is Napalm Death een band die in de realiteit staat en een staat opmaakt die niet bepaald aanzet tot optimisme.
De collage-achtige lay-out, een knipoog naar oude releases Scum en From Enslavement To Obliteration, spreekt eigenlijk voor zich. Het is een en al corporate hebzucht, politieke indoctrinatie en minachtende manipulatie dat de klok slaat en met Barney heeft de band een brulkanon in huis die als geen ander kan fulmineren tegen allerlei onheil. ’s Mans legendarische strot, hier soms onnodig uitvergroot door een effect dat na een tijdje wel wat gaat storen, is nog altijd meteen herkenbaar en bij de meest effectieve instrumenten uit het genre. Wie de levende legende al op een podium zag, inclusief z’n onbehouwen lichaamstaal, weet dan ook dat er werkelijk geen rem staat op de man.
Gelukkig heeft de band niet enkel een van de ultieme strotten in huis, maar ook een twintigjarige staat van dienst die ook nu weer wordt gekanaliseerd in songs die het beste van grindcore, death en thrash metal en onversneden punk combineren. De songs blijven zelden razen in hetzelfde hysterische tempo (al zijn uitzonderingen als “Nom de Guerre” en “Opposites Repellent” on-waar-schijn-lijk harde muilperen) en hebben regelmatig old school-passages die verwijzen naar de jaren tachtig, maar dat zorgt voor een dynamiek die de efficiëntie van de heftige uitbarstingen enkel nog versterkt. Songs die van meerdere walletjes eten en switchen tussen hectisch vuurwerk en botte power, zoals “Errors In The Signals”, “Quarantined” en “Collision Course”, zijn het meest effectief.
Hier en daar kleurt de band ook nadrukkelijk buiten de lijntjes. Het rauwe gekerm van gitarist Mitch Harris bezorgt “The Wolf I Feed” en “Orders Of Magnitude” een punk-feel, terwijl de merkwaardig galmende zang van “Fall On Their Swords” en “Leper Colony” veeleer aansluiting zoekt bij de beukende wave van Killing Joke. En dan is er nog de hysterische saxsolo van levenslange fan John Zorn in “Everyday Pox”, dat het geheel even richting avant-garde stuurt. Maar begrijp dit niet verkeerd: Utilitarian is vooral een beenharde oplawaai die perfect in het verlengde ligt van voorgangers Smear Campaign en Time Waits For No Slave en nog maar eens bewijst dat dit kwartet werkelijk voor niemand moet onderdoen. Wilde het op plaat vroeger niet altijd even goed lukken als tijdens de legendarische concerten, dan is Utilitarian zonder meer een schot in de roos.