Hé, The Hidden Cameras; daar hadden we al lang niet meer aan gedacht. Op een nieuw label duikt één van onze favoriete homogroepen echter opnieuw op, om het meteen wat experimenteler aan te pakken. Dat gaat spijtig genoeg niet ver genoeg, en dus krijgen we vooral meer van hetzelfde.
Drie platen lang wist het ontelbaarkoppig soloproject van Joel Gibb fijne rammelende indiepop en pakkende ballads vol trotse mannenliefde te slijten. We herinneren ons het onverslijtbare "Ban Marriage" of het pakkende "Mississauga Goddam", als maar twee van de voorbeelden. Maar inderdaad: op dat laatste "Awoo" werd de herkenbaarheid al eens te groot. De trukendoos moest dringend uitgebreid.
Is het daarom dat de groep er drie jaar over deed om met Origin: Orphan af te komen? Op het eerste gehoor is er immers wel iets veranderd. Opener "Rafity The New" begint met twee minuten drone, vooraleer Gibb invalt met een bijna religieus aandoende zanglijn, waarop voorzichtig andere instrumenten invallen. Uiteindelijk belandt alles alweer op vertrouwd terrein, en zijn we opnieuw vertrokken voor een Hidden Camerasplaat, zoals we er al drie in de kast hebben staan.
Gibb is niet eens erg in vorm: "He Falls To Me" is zo’n bandwerk dat je het na één keer alweer vergeten bent, op de intro van "Colour Of A Man" ben je geneigd de tekst van "Golden Stream", een ouder nummer, te zingen, of wat verder gewoon "Mississauga Goddamn". Alles is zó inwisselbaar met wat we kennen.
Maar dat is nog niet eens zo erg. Het wordt erger bij een doelloos rondzwalpend wrak als "Do I Belong", dat iets interessants probeert te doen op een geprogrammeerde baslijn, maar jammerlijk faalt. De titelsong gaat al even hard de mist in.
Eén (1!) uitzondering: "Underage". Voor één keer is Gibb lekker cheeky ("let’s do it like we’re underage/I’ll pretend you’re seven and you’ll pretend I’m eight"), en de mosterd die van Paul Simon’s Graceland is gehaald, smaakt. Op een bedje van Afrikaanse gitaartjes en "Awoowaa’s" op zijn Ladysmith Black Mambazo’s danst het geweldig weg. "The Little Bit" daarna houdt het momentum nog even hoog, maar met "Silence Can Be A Headline" is het alweer weg; een suffe afsluiter van een suffe plaat./p>
Het lijkt er op dat Joel Gibb finaal in zijn blootje staat. Af en toe in staat tot een geinige song, maar meer ook niet. De muzikale rijkdom om een echt boeiende plaat te maken ontbreekt hem. Tussen al het geweervuur dat we nu al vier platen lang ondergingen, zaten meer losse flodders dan raak werd getroffen. Wij hebben het wel gezien nu met dit schietkraam.