St. Vincents zevende slaat je flink op je donder, en sleurt je daarna alle kanten op. Toch voelt het als gunst in plaats van straf. Annie Clark beheerst het songwriten tot in de puntjes.
Al sinds 2015 liep Clark met de drie woorden ‘all born screaming’ rond. Destijds vond ze de zinssnede nog te omvattend voor wat ze, wat betreft levenservaring, had te bieden. All Born Screaming verwijst zowel naar het schone als het lelijke van het leven. Schreeuwend geboren worden is volgens Clark zowel een teken van protest als van euforie – inderdaad een bordje vol als je pas drieëntwintig bent.
Negen jaar later heeft Clark genoeg zielskrochten en -vertrekken gezien. Met een album dat ze voor het eerst volledig zelf producete, zijn die woorden nu eindelijk van muzikale lading voorzien. Het eerste (nogal plotse) signaal dat we daarvan kregen was de single “Broken Man”. Een song bol van religieuze referenties, omkranst met denderende riffs, dat langzaam opbouwt naar een weergaloos climax in de laatste tellen. De aanvoerder van die eindexplosie is Dave Grohl, die naast “Broken Man” ook te horen is op “Flea”.
Maar “Broken Man” begint niet met Grohl. De eerste minuut horen we enkel drums die Clark zelf heeft voorgeprogrammeerd. Daarna is de beurt eerst nog voor vaste metgezel Mark Guiliana en pas na diens tromslagen komt Grohl, die het volgens Clark “gewoon met een absolute roekeloosheid naar het uiterste brengt”.
Toen wisten we nog niet dat “Broken Man” slechts een van de vele uithoeken zou zijn waarheen Clark ons sleurt. Als “Broken Man” naar buiten toe is gericht, doet een song als “Reckless” namelijk juist het tegenovergestelde. De lange akkoorden van de piano in die song geven Clarks stem de ruimte om het verlies van een geliefde te overdenken. Het klinkt introspectief en klein, maar wie goed naar de tekst luistert, heeft met zinnen als “And I have been mourning you / since the day I met you” een flinke brok aan rauwe emotie te slikken.
“Flea“, dat andere nummer waarvoor de opper-Foo Fighters achter de drumkit heeft plaatsgenomen, brengt ons wéér ergens anders. Door zinnen als “Drip you in Diamonds / pour you in cream / You will be mine for eternity“ weet Clark romantiek plat te slaan tot een smerig spel van verlangen. Met vunzige en beukende gitaargeluiden à la Nine Inch Nails in het refrein zet ze die smerigheid kracht bij. Het overrompelt haast van kracht, van vilein, en toch deins je er niet van terug. Clark weet uitstekend waar ze mee bezig is. Gecontroleerd brengt ze ons van uithoek naar uithoek.
‘Waarom zou ik dat niet gewoon op één track doen?’ moet Clark hebben gedacht voor de afsluiter van het album die ze samen met singer-songwriter Cate le Bon opnam. De titeltrack begint met onschuldig gitaargepluk zo fier als van Talking Heads, maar halverwege, als elektronische geluiden alle terrein winnen, is daar geen spoor meer van terug te vinden. Synthgeluiden wervelen je oren in en terwijl de BPM zichzelf opvoeren, griezelt de gitaar daar met lange noten omheen. Langzaamaan zingt een gotisch koor zichzelf naar de voorgrond, om uiteindelijk alleen over te blijven. Volledig akoestisch en a capella wordt alle tumult vervolgens de grond in gelaten. Compleet gestript eindigt St. Vincent dit All Born Screaming. Zou ze begrepen hebben dat we inderdaad even wilden bekomen van al dat gesleur?