
Ook de gemiddelde Belg bevindt zich zo stilaan in het zomerse
epicentrum, wat verschillende culturele fenomenen met zich
meebrengt. Zo is er de reuze spannende zoektocht naar de Radio 2
Zomerhit, een overdosis aan UV-straling ter hoogte van troosteloze
kuststeden en -gemeenten, misschien zelfs een festival of twee. Er
wordt gezorgd voor een aparte zomerprogrammering op radio en
televisie – wat concreet wil zeggen dat de relevantie van beide
media nieuwe dalen verkent – en u, wel, u hebt eigenlijk weinig te
doen, buiten uw (vakantie)job en records verbreken bij het lezen
van de nieuwe Harry Potter. Niet getreurd, want wij geven u wat
snoeiharde electronica, kwestie van het adrenalineniveau danig op
te krikken.
De kans dat u reeds in de vuurlinie van Justice ging staan, is
hoegenaamd groot, want het Franse electroduo bombardeerde reeds
vele commerciële radiozenders plat met nummers als ‘D.A.N.C.E.’ en
de remix van ‘Never Be Alone’, in haar oorspronkelijke vorm het
werk van Simian (men zou bijna vergeten dat hun refrein bijna even
hard knalde als de remix). Beide tracks spreiden het brede arsenaal
van Justice mooi uit, al hoeft u ze niet noodzakelijk als goede
voorproevertjes te beschouwen, want op hun debuutplaat gaan Xavier
de Rosnay en Gaspard Augé voornamelijk voor de melodieuze
krachtpatserij. Geen complexen, geen gezeur, gewoon baf in
uw gezicht.
Openingstrack ‘Genesis’ weet perfect te uiten waar deze plaat om
draait. U krijgt een dodelijke mix tussen Daft Punks ‘Robot Rock’
en een willekeurige Godzilla-soundtrack (we hebben het hier
uiteraard over de Japanse films). Met enig gevoel voor overdreven
dramatiek bonkt Justice zich vervolgens een weg door zijn eigen
constructie, tot single ‘D.A.N.C.E.’ de neonlichten aan de kant
schuift en op speelse wijze de zon laat schijnen. Het is natuurlijk
allemaal voor de show. Zo’n nummer is op het lijf geschreven van
het filerijdende individu, verkeersaggressie incluis. Dat
‘D.A.N.C.E.’ reeds een remix bezit, compleet met zingende meisjes
in korte rokjes die verpulverd worden door versleten rupsbanden,
zal de jongens van Justice vast erg gelukkig stemmen.
Kortom, een kort intermezzo moet er zijn. Dat Augé en de Rosnay u
wederom ineentimmeren met het tweeluik ‘Phantom’ mag u dan ook in
dank ontvangen. Ja, want ook u zat te wachten op meer synthetisch
geweld en bedenkelijke glitterpakjes. Wacht maar, de lokroep der
promiscuïteit moet nog komen.
Voor we daar aan toe zijn, wordt het tempo even gekelderd om
Supertramp binnen te laten. Nou ja, wij konden die platgedrukte
vergelijking niet ongemoeid laten, daar zijn de wurlitzers te
aantrekkelijk voor. Verder is ‘Valentine’ (het nummer waarover het
hier wel degelijk gaat) een fijn tijdverdrijf. Het toont vooral de
kunde van het Franse duo, daar waar het in andere nummers misschien
wat verscholen gaat achter bergen lawaai en doodsverachting. Ja
hoor, die Justice met hun goedkope Daft Punk-fetisj weten heus wel
hoe ze een nummer muzikaal op horen te bouwen, met als gevolg een
strakke structuur vol intrigerende lagen van synthetisch
genot.
Gelukkig maar, zo blijkt, want het is deze muzikaliteit die de
plaat levende houdt tijdens haar pijnlijke momenten. Na ‘Valentine’
volgt namelijk een tweeluik (‘The Party’, ‘DVNO’) dat zich
inhoudelijk concentreert op het uitgaansleven en de menigte der
caresserende jongelingen (vergeeft u mij deze archaïsche ende
voorzichtige uitdrukkingsvorm). Ster van dit alles hoort Uffie te
zijn, een dame die al menig manifest der losbandigheid op plaat
mocht vastleggen. Het is haar hier blijkbaar ontgaan dat een brave
Uffie allesbehalve interessant klinkt, en daarom is het tekstuele
gedeelte van ‘The Party’ ook een absolute downer. Gelukkig zijn er
de pinkende synthesizers, die als een liefdevol koor het schouwspel
ondersteunen. ‘DVNO’ zet de arme trend door met gladde vocals en al
even gladde teksten (“No need to ask my name / to figure out
how cool I am”). Justice lijkt er zelf wat de spot mee te
drijven wanneer ze ‘I am’ herleiden tot een wellustig gemiauw, al
zult u wel beseffen dat deze interpretatie vooral volgt uit de
persoonlijke haatgevoelens uitgaande van de auteur.
Zo komt het einde van de plaat stilaan in zicht. Als dit u
enigszins doet vermoeden dat Justice zich opmaakt voor een laatste
wapenfeit, dan zit u er pal op. Na ‘Stress’, een geinige mix tussen
Michael Jacksons muzikale ondersteuning en ‘Schumacher’, duwt
Justice het gaspedaal nog één keer volledig in, wat concreet wil
zeggen dat de bassen niet gespaard worden (en uw oren ook niet).
‘Waters of Nazareth’ is misschien wel de beste track die u hier
zult terugvinden. Ondanks de titel gaat van dit nummer een waarlijk
onheilige kracht uit die zelfs uw kleine woonkamer kan omvormen tot
een buitengewone dansvloer. De voluptueuze dames en nette heren
moet u er zelf maar bijdenken. De verfijnde kantjes van Justice
worden hier wat weggedrumd, maar wie maalt daar in deze situatie
om. ‘Waters of Nazareth’ kan zijn doel onmogelijk missen, zoveel is
duidelijk. Justice graaft zelfs nog wat dieper met ‘One Minute to
Midnight’, een knarsende afsluiter van een sonisch
bombardement.
Justice heeft het gemaakt, beste vrienden. Ook al lijkt ‘Cross’ bij
momenten wat op een pastiche, u kunt er helaas niet onderuit: de
plaat schudt en davert, net als de organen van uw lichaam wanneer
nummers als ‘Genesis’ en ‘Waters of Nazareth’ uw systeem ontwapenen
en veroveren. U zult uw boekenkast ter aarde doen tuimelen. U zult
uw schedel een intrigerende, tot op heden onbekende vorm geven met
behulp van een betonnen muur. U zult boven alles iets doen, omdat
Justice geen stagnering duldt.
Justice staat dit jaar op Pukkelpop, net als Daft Punk een jaar
geleden. Wat een toeval.
http://www.youtube.com/watch?v=TIBpKYCYGR8
http://www.myspace.com/etjusticepourtous