Kijk, ook dat is de democratisering dankzij het internet: If You Wait van London Grammar komt hier voorlopig niet uit, maar met enkele klikken ligt het album, alsook een van de betere debuten van dit jaar, binnen de paar dagen in uw brievenbus.
London Grammar is een bron waar heel wat buzzblogs zich dit jaar al aan laafden. De drie alumni van de universiteit van Nottingham plaatsten een klein jaar geleden een eerste nummer “Hey Now” online en loste sindsdien genoeg songs om over de tongen te blijven gaan. Wij bleven de band aandachtig volgen en vinden het dan ook vreemd dat een Belgische release voorlopig uitblijft. Al staan de Londenaars wel in een inmiddels uitverkochte Witloofbar (beter bekend als de hipsterkelder) van Botanique op zondag 3 november. Na een Amerikaanse tour bezoekt London Grammar het komende half jaar trouwens alle hoeken van Europa.
”Hey Now” — u heeft het misschien al eens aangeklikt, net als meer dan een half miljoen anderen — is meteen alles waar Londen Grammar voor staat. Intieme pop, sober en bewust instrumentaal klein gehouden met gitaarloopjes van Dan Rothman en klanken allerlei door Dot Major, allemaal in steun van Hannah Reid’s stem. En wat een stem: meer kleuren dan een regenboogvlag en een bereik breder dan de spanwijdte van een condor. Van de kelders diep in de stembanden tot dat hoge nootje dat ontsnapt als een zeepbelletje tijdens het afwassen: het komt er allemaal even makkelijk als geloofwaardig uit.
“Hey Now” buiten beschouwing gelaten, kan If You Wait ook steunen op de fundamenten van een aantal eerder uitgebrachte nummers, zoals “Wasting My Young Years”, “Strong” of “Metal & Dust”. Dat eerste hoort zonder twijfel bij het betere werk. Voorzien van de maximaal toegestane dosis drama verzucht Reid de liefde, eerst nog vastberaden (“I’ve walked these miles, but I’ve walked them straight lined”), maar aan het eind met natte ogen: “I don’t know what you are / Don’t let me hanging on”. “Strong” zou makkelijk overdaad kunnen zijn, maar blijft gelukkig aan de goede kant van de smaak dankzij de eerder al geprezen zeer sobere muzikale invulling: een aan “Teardrop” herinnerende beat, welgemikte slagakkoorden op piano en een gitaarspel alsof de buren voor de derde keer aan de deur hebben gestaan omdat het nu echt wel gedaan moet zijn. “Metal & Dust” ten slotte is er eentje dat het repertoire uitbreidt in de richting van de elektronica, met een meer uptempo beat.
Een aantal andere nummers maken een mindere eerste indruk, zoals “Flickers” met een overbodige percussiebreak of het nogal anonieme “Sights”. Een uitzondering is “Stay Awake”, dat gebruikmaakt van een stuwende triphopbeat. En voor de coverfetishisten is er “Nightcall”: een geslaagde versie en een zanglijn in schril contrast met de computerstem van Kavinsky. De donderwolken pakken even dicht samen als de vluchtelingen op een bootje naar Lampedusa als Reid onderkoeld opent: “I’m giving you a nightcall to tell you how I feel”. De spanning neemt niet meer af, integendeel.
En zo zet London Grammar dus stevig in op sfeer en intimiteit. Dat gaat hen goed af. Met elf nummers is de selectie ook streng genoeg doorgevoerd om niet te gaan vervelen, ongeacht een aantal mindere kleppers. Hebben ze de hype overleefd? Dat zeker wel. De meeste debuten moeten het met minder doen. En trouwens, nu u toch met de kredietkaart in de hand op Amazon zit: er is ook een deluxeversie beschikbaar met een extra schijfje met zes songs, waaronder “Help Me Lose My Mind”, een samenwerking met Disclosure.