Mercury Rev is als een bos. De bomen Jonathan Donahue & Sean “Grashopper” Mackowiak blijven dezelfde, maar afhankelijk van het seizoen, ziet het bos er telkens anders uit. Na een afwezigheid van negen jaar zijn de heren terug met Born Horses. Een herfstplaat die ons midscheeps tussen hart en ziel raakt, maar misschien net een tikkeltje meer variatie had kunnen gebruiken.
Waar The light in you ons een wintergevoel gaf, start Born Horses als een mistige herfstochtend in het bos. Op opener “Mood Swings” priemt een trompet als een oranjegouden zonnestraal door de ochtendnevel, de piano druppelt de rijm op onze trommelvliezen. Nu en dan valt er een basdrum, als een dikke kastanje die in het goudbruine bladerentapijt valt.
In al deze herfstpracht gaat Donahue op therapeutische ontdekkingsreis, in een poging om zijn voortdurend veranderende stemmingen te begrijpen. Het is een verhaal van medicatie en jeugdherinneringen dat uitmondt in een geamuseerde ergernis: ‘Night after night my mood swings come and go as they like, rebellious fickle teenagers unable to decide, I sure wish they’d make up my mind.’ Met ruim zeven minuten is dit het langste nummer op het album, maar het verstrijkt verleidelijk in wat het brein slechts als momenten ervaart.
De toon is dan ook grotendeels gezet. Born Horses klinkt zoals die ochtend, half september, wanneer je in topje en korte rok naar buiten stapt en denk: hé, fris. Niet dat je terug naar binnen sprint om een wollen trui, sjaal en handschoenen. Nee, een frisheid die je op scherp zet. Die je bekende dingen in een nieuw licht laat ervaren. Dat is precies wat Born Horses doet. Het is misschien herfst, maar niet die van dood en afsterven, maar van warme kleuren en de zeer tastbare herinnering aan de zomer.
In die zin doet de nieuwste incarnatie van Mercury Rev wat aan de eerste Tindersticks denken. Daar zit het compleet nieuwe stemgeluid ook wel voor iets tussen. Het timbre van Donahue is door de jaren een stuk dieper en lager geworden, maar op deze plaat zingt hij niet eens. Het is parlando, de woorden vervliegen zoals je adem wanneer je praat op een koude herfstochtend. Ze worden realiteit, voor even, maar zijn even snel terug verdwenen.
“Ancient Love”, met een intro van zuinige piano, gedempte trompet en iel schreeuwende gitaar zou van David Sylvian geweest kunnen zijn – voor de man zijn nummers uit voornamelijk stilte opbouwde, welteverstaan. Na zowat een minuut neemt een bossaritme je bij de hand om door de goudkleurige bladeren te dansen.
Born Horses is een album dat vol zit van verlies, het verlies van iets belangrijks – wat het op zoveel plekken gewoonweg prachtig maakt. Zo verdwaalt de muziek in rustig begonnen “Everything that I thought I had lost” na twee minuten in een bos van geluiden en slaat een doodlopend pad richting afgrond in, een pad afgezoomd met dikke klodden synthorgel, een rockdrum, staccato pianoflarden, gemute hoorn en gesmoord engelenkoor. Waarop Donahue de mantra van hoop herhaalt: ‘Everyone that I thought I had lost / One By One I keep finding, everyone I thought I had lost I keep finding again’. Het is als een angstaanjagende blik van een zenuwpatiënt op het randje van instorting die plots zichzelf herkent in de spiegel. Elke keer lijkt het alsof die heldere blik net voor het eerst plaatsvindt, om dan opnieuw te gebeuren, de muziek afwisselend tussen helende rust en georkestreerde waanzin. Straf.
Dit is een album als een regenwolk, doortrokken van gevoelens van verlies en getemperd met een vleugje wanhoop – maar met een zilveren randje van hoop in de sporadische opvliegingen van bijvoorbeeld het titelnummer, en vooral in de opzwepende afsluiter “There’s Always Been A Bird In Me”. Het is het nummer dat uiteindelijk de innerlijke emotionele onrust omarmt en van dit symbool van onzekerheid en angst geen schat om te koesteren maakt, maar wel iets om te accepteren en mee in het reine te komen. Door je zwakte te kennen en ermee in het reine te komen, maak je er iets van dat niet verborgen hoeft te worden of om bang voor te zijn – ‘dit zal me altijd angstig maken’, lijkt Donahue te verklaren, ‘maar dat betekent alleen maar dat ik deze dingen kan doen, wetend dat ze me zorgen zullen baren – maar ik kan ze nog steeds doen’.
Born Horses is onmiskenbaar een ‘Rev voor een ander seizoen’, maar het is niettemin een doordachte, inzichtelijke en muzikaal betoverende plaat. Het parlando is even wennen, en dat is dan misschien ons enige puntje van kritiek. Dit is een erg mooi album, maar misschien iets te veel mistige herfstochtend. Een stevige herfststorm had niet misstaan om nu en dan de bladeren te laten opwaaien. Die krijgen we pas bij het afsluitend nummer. En dan nog is het een beetje een storm in een glas water. Donahue vertelt over het leven. Zo nu en dan eens over het leven zingen had echt gemogen.