Mothering Sunday is een ouderwets Brits periodedrama rond een liefdesgeschiedenis tijdens het Engelse interbellum. Dat klinkt misschien niet meteen heel uitnodigend, maar eigenlijk zou de film beter iets meer aan die beschrijving beantwoord hebben. In de recensie over de oorspronkelijke novelle van Graham Swift, schreef Christobel Kent van The Guardian dat soms een middellang verhaal de ideale vorm is om iets te vertellen. Precies omdat de verfilming dat niet is, voelt de wat ongewone narratieve structuur van Mothering Sunday aan als net iets te lang uitgesponnen.
De film van de Franse cineaste Eva Husson begint nochtans sterk met een exquis belicht beeld van een boeket op een tafel. Het is een eerste moment van opmerkelijke lichtinval in een prent die vaak uitgelicht wordt als een schilderij uit de 17eeeuwse Haagse school en waarin het verglijden van de uren licht in de dag, een cruciale rol speelt. Die bijzondere dag is ‘Moederdag’ 1924 op het Engelse platteland, de dag ook waarop de jonge dienstmeid Jane voor het laatst tijd doorbrengt met Paul, haar geheime liefde die deel uitmaakt van een vooraanstaande familie en nu snel in het huwelijk zal treden. Terwijl de bevriende families de lunch nuttigen aan de waterkant, spenderen Paul en Jane tijd in bed, terwijl gebeurtenissen uit heden, verleden en toekomst met elkaar verstrengeld raken.
Er zit in de omgang met belichting in Mothering Sunday een bepaalde fragiliteit die het equivalent is van waar de film metaforisch om draait: de betovering van een lentedag die nog niet helemaal echte warmte biedt, maar die wel al belooft in het vroege zonlicht. Het is die betovering die symbool staat voor de kiemen van Jane’s latere leven en die ook de sterkste troef is van de film en voor de beklijvende momenten zorgt. Zo is er de mooie observatie van onderliggend WO I leed en het sluipende verdriet dat alle families aan elkaar bindt. Die betovering had bizar genoeg nog sterker kunnen zijn mocht de gefragmenteerde verhalende vorm van de novelle hier misschien net iets minder sterk zijn doorgevoerd. Die vorm leende zich misschien niet tot een kortfilm, maar ook niet tot een looptijd van 105 minuten. Wat op papier werkte, wordt hier langzamerhand een beetje de achilleshiel van de prent: te vaak – vooral naar het einde toe – zijn er die momenten waarin we nodeloos blijven kijken naar ‘travellings’ langs boeken of bomen … dingen die in de oorspronkelijke vorm compact waren en hier iets te veel ballast gaan vormen.
Dat is gelukkig geen fatale fout want Mothering Sunday is best ambitieus en kan rekenen op voortreffelijk acteerspel: de jonge gezichten Josh O’Connor en Odessa Young, maar ook bekende en gerespecteerde namen als Colin Firth, Olivia Colman en Glenda Jackson. Een echt perfecte vertaling van het literaire concept is dit evenwel – ondanks alle kwaliteiten die wel degelijk aanwezig zijn – niet geworden.