Eurosonic 2024 :: Spelplezier als een onsterfelijke ajuin

, , ,

Donderdag 18 januari

Na een nacht vol boze dromen over de mysterieus verdwenen toiletten in de Mutua Fides rapen we het vege lijf wederom bijeen, springen op onze fiets en glijden over de met een sneeuwlaagje bedekte stad terug richting Europees muzikaal epicentrum. Nog meer dan gisteren krioelt het in de binnenstad ondertussen met mensen die zich verplaatsen tussen de verschillende locaties, en de rijen voor de venues worden langer. Dat dwingt bij momenten tot tactische keuzes om op voorhand aangestipte optredens te laten vallen en tijdig elders binnen te geraken. Gelukkig is er altijd nog wel iets interessants te ontdekken.

20.10u. WEnutbutter. Er schuilt wijsheid in het gezegde dat principes als winden zijn: indien je ze lost op het juiste moment kan dat heel veel deugd doen. Zodoende vind je ons op donderdagavond toch weer voor een podium, kijkend naar Belgen, dit keer Ão. Ze spelen in een van de meer afgelegen locaties van het festival, dus een publiek dat de moeite doet om zich te verplaatsen, mag je bij voorbaat gemotiveerd noemen. Het hele optreden lang zullen er mensen blijven binnendruppelen, en – belangrijker nog – ze blijven tot het einde. Dat is een hele prestatie op een showcasefestival als Eurosonic, waarbij het overaanbod aan bands elke dip in een set genadeloos afstraft met mensen die vertrekken naar hopelijk betere oorden.

Het publiek wordt beloond. Jolan Decaestecker bedient ons van bezwerend bonkende ritmes, waarbij de bassen live dieper mogen dreunen dan op plaat en gaandeweg aan intensiteit winnen. Waar het publiek aan het begin eerder begeesterd staat te kijken dan te dansen, doet het dat tegen het einde van de set wél. De onderstroom van ambient sleurt iedereen mee. Gitarist Siebe Chau werpt ons dromerige gitaarlijntjes toe als levenslijnen en percussionist Bert Peyffers rammelt ondertussen met houten balletjes die aan koordjes hangen, slaat met stokken op blokken om zo nog meer fond aan het geheel te geven. Als kers op de taart is er de stem van frontvrouw Brenda Corijn, die zingt in een droevig, maar oh zo mooi Portugees over ‘de andere vrouw’ en saudade of vertelt over zwemmen tussen de krokodillen. Bij momenten countert ze via de effectenbox die aangesloten is op haar stem de mogelijke zwaarte van de muziek. Het is allemaal heel organisch en het gaat het gezelschap zo makkelijk af. Als Ão binnenkort in een zaal dichter bij huis staat: niet twijfelen.

20.10u. Machinefabriek. Als metalfan heb je op Eurosonic naar gewoonte weinig te zoeken. Dit jaar is de oogst nog minder dan anders, wat ervoor zorgt dat de weinige metalbands aardige zalen trekken. Als opener van de Machinefabriek mag het Poolse Moonstone dan ook erg blij zijn met de opkomst. De stonerdoom van het viertal draagt nadrukkelijk de stempel van illustere voorgangers als Sleep en Om. Zware, lang uitgesponnen riffs, dikke baslijnen, pompende drums en bezwerende vocalen: het stoner-basisrecept wordt mooi volgens het boekje gevolgd, maar verder wordt er weinig spectaculairs mee gedaan. Naar Moonstone luisteren is een beetje als naar een Ravensburger-schilderij kijken: knap gedaan zoals het hoort, maar mooi binnen de lijntjes gebleven en de instructies gevolgd. Geen onverwachte draai, geen creatieve invulling, geen verrassende tempowisselingen. De enthousiast springende Nederlanders vooraan ten spijt blijft dit niet meteen aan de ribben kleven.

20.50. Der AA-Theater. Stiekem is dit kleine volkstheater in een zijstraat van de Vismarkt onze favoriete venue aan het worden. Geen toeters en bellen hier, maar gewoon een gezellige sfeer, goede zichtbaarheid en uitstekend geluid. Een prima locatie voor meer jazzgeoriënteerde acts zoals het Finse Virta. Het drietal ziet eruit alsof ze hun masterproef aan het muziekconservatorium nog moeten schrijven, maar het niet kunnen laten om hun muzikale virtuositeit met de wereld te delen. En gelukkig maar: de intieme, cerebrale trip waarop Virta ons meeneemt, is meer dan de moeite waard. Op een knetterende humuslaag van virtuoos drumwerk voeren zweverige gitaren, knisperende synths, warme hoorn- en trompetklanken en ijle vocalen Der AA-Theater stante pede naar dezelfde muzikale dimensie die in het verleden reeds door Amon Tobin, Four Tet en Nicolas Jaar is bezocht. Virta geeft er echter nog wat meer een eigen draai aan door het akoestische aspect van hun sound prominenter naar voor te schuiven, wat het geheel bij wijlen een wat postrock-achtig tintje geeft. Een nummer als “About To Fly” roept instinctief heldere herinneringen op aan Do Make Say Think, alsof dat überhaupt nog nodig was om ons over de streep te trekken.

20.50u. Grand Theatre Main. “Today I woke up, and I chose violence”. De Pools-Amerikaanse Berry Galazka weet wel hoe ze zichzelf moet introduceren aan het immer afwachtende Eurosonic-publiek. Ze staat hier met de sass van een wereldster, in haar kostuumjasje vol klimop en met een baboesjkasjaal rond het hoofd geknoopt, en het zal haar worst wezen wat wij daarvan vinden. Galazka is rad van tong, ratelt haar assertieve rhymes af aan sneltreintempo – dat “need a denenenenenenist” in het vettige “Grind” had van Missy Elliott kunnen zijn – al vergeet ze tussendoor helaas wel iets te vaak hoe een goeie song moet klinken. Bovendien heeft ze om haar poppy hiphop kracht bij te zetten een batterij afschuwelijk opgepompte drums en foute rockgitaren mee, die zeker in “Leash” véél te dicht bij My Chemical Romance hebben gelegen. Leuker is het kinderlijk vrolijke “Marisa” over hoe ze op haar achtste een speelplaatspester bij de keel greep (ja), met een instant meefluitbaar refrein. Ook “Man Can’t Hang” (“It’s all over baby for the yang”) is een uitschieter, zeker omdat die vreselijke gitaar even zijn klep houdt.

Mocht het na “Woke Up, Chose Violence” nog niet duidelijk zijn: Galazka’s favoriete hobby is tegen zoveel mogelijk schenen schoppen en intussen ook even het patriarchaat afbreken – een thema dat vandaag nog zal terugkeren. Ze heeft véél te melden – “Sorry to break it to you, but Polish people can be brown” beantwoordt ze de vermaledijde “but where are you réally from”-vraag – en doet dat met een onnavolgbare swagger en een gezinsverpakking aan zelfvertrouwen, maar pas als haar songs even fors zijn als haar présence, zal de boodschap ook echt blijven plakken.

22.10u. Grand Theatre. De zaal is ondertussen propvol gelopen voor Elmiene, een 22-jarige soulbrother die een carrière als securityguard voor ogen had tot de muziek hem uit zijn geboortestad Oxford plukte en hem midden in het oog van de internationale belangstelling dropte. Hij stond op Glastonbury, was te gast bij Jools Holland en veroverde een plekje op de lijst van BBC Sound of 2024. De laatste jaren hebben die er even vaak naast als op gezeten, maar met Elmiene hebben ze dit keer wél hun goede neus getoond.

Met een traditioneel kleed rond zijn uit beton gehouwen bast, afgetopt door een kapsel en baard, woest als dat van Johannes de Doper, oogt de zanger indrukwekkend, maar binnenin huist een uiterst beminnelijk artiest, met een stem zo zoet en stroperig als de kern van een moelleux. Elmiene zingt namelijk het soort r&b uit de school van Maxwell en D’Angelo, een genre waarbij de virtuositeit van satijnzachte vocalen steeds op de hielen wordt gezeten door het gevaar van saaiheid. Elmiene blijft echter steeds aan de goede kant van de lijn. Goedlachs dolt hij zelf met zijn voorgangers, schudt imitaties van Akon, John Legend en Prince uit zijn mouw en spot met de geplogenheden van sexy maar nietszeggende soulparlando’s. Hij lacht met zichzelf en doet de zaal schateren, maar maakt het ondertussen ook nog helemaal waar. En dat op zo natuurlijke wijze dat hij je haast onmerkbaar en zonder enige moeite kan meenemen in zijn eigen universum. De begeleiding van een toetsenist en een akoestische gitaar zijn spaarzaam genoeg om de focus volledig op de stem te leggen, waardoor die als een revitaliserende mentale massage mag binnenkomen. Het genre is niet meteen voor iedereen weggelegd, maar naast de wereldklasse van Elmiene kan je niet kijken. Topshow.

22.10u. Der AA-Theater. Na een vruchteloos uurtje aanschuiven aan de Vera-hypetrein druipen we maar weer af naar de gezelligheid van Der AA-Theater, waar we het breken van de niet-Belgen-regel vrolijk verderzetten. Zoals de naam al doet vermoeden, nemen de Brusselaars van Don Kapot zichzelf niet al te serieus. Je album I Love Tempo noemen en daarbij een T-shirt ontwerpen met een vette knipoog naar het bijna-gelijknamige festival: zulke grapjassen kregen we op ons bord. Gelukkig kunnen deze lolbroeken een ongelofelijk pak spelen. En maar goed ook, want met hun alles-op-een-hoop-mentaliteit scheurt Don Kapot gevaarlijk dicht bij de afgrond van de chaos.

Ter illustratie bij dezen een exhaustieve, maar niet limitatieve lijst van dingen die we gezien en gehoord tijdens dit veertig minuten durende optreden: krautrock, pompende baritonsax, knappe Ethiojazz-toetsen, een blikken asbak, vlammende noise-uitspattingen, vette rock-‘n-roll, een schudbanaan, polyritmische bas- en drumpartijen, zwevende tenorsax, stomende improvisaties, een conservenblik en het veel te kleine rode topje van saxofonist Viktor Perdieus.

Don Kapot was véél: speels, avontuurlijk, krachtig, elegant, bezwerend, dansbaar, chaotisch, alles door elkaar, alles tezamen, alles kapot. Wat. Een. Optreden.

22.50u. Huize Maas Main. En nog maar eens aanschuiven bij Huize Maas, dit keer voor de Deense zusjes van Prisma. Hun Raveonettespop-meets-dikke-beats is immers op maat van feestjes en festivals allerhande gesneden, en dat is de bookers en de rest van het publiek duidelijk niet ontgaan. De zaal is tot in de kleinste hoekjes volgepropt, de bar een onbereikbaar doel in de verte, de muziek klinkt als iets uit een ietwat platte club – weliswaar met extra gitaren. De groep is op zijn best in nummers als “All Inclusive” wanneer de zussen samen zingen zoals alleen zussen dat kunnen – Warpaint is nooit ver weg – maar die momenten zijn zeldzaam: altijd moet er wel een nodeloos donderende beat de boel komen verstoren of is er een platvloerse gitaarsolo die zich ertussen wurmt.

Of er iemand in de zaal een froufrou heeft, vragen Frida en Sirid zich af – zij in ieder geval wel – want daar hebben ze toevallig een liedje over gemaakt. “Bangs” is even onnozel als zijn titel doet vermoeden en het is exact dàn dat je begint te voelen dat dit allemaal wel erg glad en ingestudeerd is. De meisjes drummen samen, voeren een knullig choreografietje op, terwijl de drums en beats ongenadig verder donderen en de lichtman zijn stroboscoop niet meer uitgezet krijgt: alles aan deze set is uitgedacht om te verkopen. Dat mag, maar aan ons zal het niet zijn.

23.30u. Der AA-Theater. En dan nu: iets moeilijks. Want wat ís Ciśnienie eigenlijk? Postrock? Lastige jazz? Of gewoon een uit de hand gelopen klassiek experiment? De nogal stuurse Poolse band (het Eurosonic-gastland is vandaag uitzonderlijk goed vertegenwoordigd in onze planning) is niet van plan om uitleg te geven, maar hun bio maakt gewag van Swans én Arvo Pärt en dat zegt alles en tegelijk volstrekt niets. Ze hebben bovendien een album dat Radio Edit heet en ruim een uur nodig heeft voor vijf nummers, dus we weten zelfs niet of we de boel eigenlijk wel serieus moeten nemen.

Wordt er op die plaat nog lang en traag opgebouwd, dan gaat Ciśnienie vandaag met de voeten vooruit: niet aarzelen, maar alles kapot blazen vanaf de eerste minuut. De baritonsax zorgt voor een moddervette onderlaag waarover de meest mishandelde viool van de dag zijn gang mag gaan. De invloed van Godspeed You! Black Emperor valt niet te ontkennen, al zit er ook heel vaak een groove in de eindeloos uitgesponnen nummers die lonkt naar de jazz. In de meest toegankelijke momenten zorgt de viool zelfs voor een klezmertoets die de logheid doorbreekt, en er wordt maar zelden naar een echte uitbarsting toegewerkt. It’s postrock, Jim, but not as you know it.

Voor dit soort muziek heb je eigenlijk een duisterder hol nodig dan het gezellige Der AA-Theater. De sfeer is dan ook ronduit vreemd: een hoopje dronken Nederlanders voert een soort paringsdans uit naast twee headbangende mannen met een Mogwai-shirt (goed gekozen, jongens), en dan is het moeilijk om je echt te laten overrompelen. Pas op het moment dat iedereen van de ketting mag en vooral violist Maciej Klich zijn instrument steeds nijdiger te lijf gaat, kan je niet anders dan mee ondergaan in deze verrukkelijke maalstroom. De band legt laag op laag op laag, bouwt dan toch op naar een epische finale die alleen maar vraagt om nog, nog, nog. Dat kan niet, het tijdsschema is strak, dus we zien Ciśnienie graag ergens in het donker terug voor de albumversie van deze set.

00.10u. Vera. Hoe later op de avond, hoe meer het instituut Vera zich omtovert van altrocktempel in weirdo canyon. De Fransozen van Bracco zien er nochtans op het eerste gezicht vrij normaal uit voor een wavepunkband. Zanger Baptiste Calaudella komt met zijn kale knikker nog het meest in de buurt van een hardcore-punker, maar toetsenist Loren Martin staat erbij alsof hij een kwartiertje geleden nog aan de triceps bar in de Basic Fit hing. Lekker casual, denk je dan, maar lang duurt dat niet. Want van zodra de zaallichten doven en de set begint, transformeert de Vera in een stomend hellegat dat wordt volgepompt met verzengende wave en techno-punk. Harde beats, snijdende synths en jakkerende gitaren vormen het fundament van deze viscerale show waarin Calaudella zijn innerlijke demonen de vrije loop laat. Tijdens het tweede nummer gaat het shirt uit, tijdens het derde is de broek verdwenen, en de rest van de set is het bang afwachten wat er met de onderbroek gaat gebeuren. Want er wordt hier gespeeld met vunzige geilheid en smerige seks. Dat maakt de totaalervaring van Bracco ietwat onwennig, maar wel mateloos fascinerend en muzikaal zéér te pruimen. De Vera is in zijn bestaan al veel geweest, maar een darkroom? Dat moet toch een eerste keer zijn.

00.10u. Simplon Main. Kunstenaar en muzikant Ralphie Choo werd vooraf getipt als een van dé namen om in het oog te houden op deze editie van Eurosonic. Dat lijkt al bij al nogal mee te vallen in een Simplon die verrassend genoeg zelfs niet volledig volloopt. Samen met zijn dj brengt de Madrileen een moderne glitch-update van traditionele flamenco-elementen, versneden met loodzware bassen in drum-’n-bass-, reggaeton-, of verknipte hiphopmodus. Er wordt op veel gehint, maar het gaat even vaak nergens echt naartoe. Het is veel geknip en geknetter, het is hip en het is bijgevolg Pitchfork-approved, maar ja, dat is tegenwoordig een modeblad. De man heeft ontegensprekelijk star quality en hij wil naar eigen zeggen uitdagen en verrassen, maar wanneer je zoveel playbackt, staan we te kijken naar iets wat bij momenten eerder als een acte de présence dan als een optreden kan omschreven worden. Choo struint van links naar rechts op het podium, probeert rondspringend energie op te wekken, maar kan die niet overdragen op zijn publiek en valt vooral net iets te licht uit om écht overtuigend te zijn. Jammer.

00.50u. Simplon Upstairs. We blijven nog even hangen in Simplon, begeven ons de trap op en gaan underground op de duistere dreunen van de Poolse Natalia Zamilska. Het geluid van aftellende klokken wordt door de wild gesticulerende en headbangende dj doorsneden met bassen als welgemikte stampen in het Glockenspiel. Backdrop en en andere opsmuk zijn overbodig, een donker hol en bij vlagen gabberende house mogen volstaan. Rustpunten zijn schaars en Gloria Estefan had gelijk toen ze zei dat het ritme je uiteindelijk toch altijd te pakken krijgt. Kletterend licht van rode spots dompelen ons in een inferno, het bewustzijn is murw gebeukt en de zintuigen overprikkeld. Aah, het nachtleven. Iggy Pop en Nine Inch Nails zijn fan van Zamilska. Enola nu ook.

00.50u. All Round. Het programma van Eurosonic lijkt ieder jaar opnieuw ook een wedstrijd slechte bandnamen verzinnen, maar dit jaar is er één groep die de concurrentie kilometers achter zich laat. Twee Duitsers die zich Iedereen noemen, veel onnozeler wordt het niet, maar iedereen verdient een kans – zo zijn wij wel. Het ziet er allemaal nogal gimmicky uit, met die debiele boodschappen spuwende lichtkrant – “lief zijn voor elkaar” en “clap your hands for eierbal”, van die ongein – en hun identieke lelijke witte T-shirts, maar eigenlijk is dit goudeerlijke tak-tak-rammen-rock met het hart op de juiste plaats. Zanger-gitarist Tom Sinke staat nog voor het eerste refrein in het publiek, drummer Ron Huefnagels stopt niet met dolgelukkig grijnzen en de twee highfiven na elke song als scoorden ze net een wereldgoal – errug sympathiek.

“We have decided we wanna play ten or twelve songs,” laat Sinke weten, en dus speelt de band standaard in de hoogste versnelling. “Omdat we in Nederland zijn, hebben we onze nummers vertaald”, meldt hij ook nog, en zo wordt het refrein van het lekker jakkerende “GKO” plots “Ik ga KO”. Vriendelijk, maar wel jammer voor iedereen die klaarstond om het origineel mee te brullen. Veel tijd om te treuren is er niet, die tien tot twaalf songs moeten erdoor, en Iedereen zal niet rusten voor de zaal op zijn kop staat. Dat lukt aardig, want al klinken de nummers van Iedereen op plaat bijwijlen net iets te belegen Duits, live ontpopt de band zich hier en daar tot een soort tweemans-Idles, met Sinke die vooral in “Chauvi” blaft als een poppunkeriger Joe Talbot. Hun nummers halen nog nergens dat niveau, maar Iedereen beschikt over dezelfde energie en een al even aanstekelijk enthousiasme, en dat is ook al heel wat. “I love Iedereen”, staat er op hun stickers: zo schrijft een conclusie soms zichzelf.

00.50u. Huize Maas Front. Ow shit! Weer zo’n kale in bloot bovenlijf! Met het optreden van Bracco nog vers in het geheugen vrezen we voor de staat van de vloer hier in Huize Maas, maar we worden gelukkig snel gerust gesteld. La Elite brengt ook een anarchistisch soort synthpunk, maar de insteek van deze twee Spanjolen is gelukkig wat lichtvoetiger. Want hoewel er nu ook op de heupen wordt gemikt, is dat hier alleen maar met het oog op dansen. La Elite is wat je zou krijgen mocht Sleaford Mods op Ibiza zijn ontstaan: blaffende, primitieve zang en pompende postpunkbeats met Balearenbenen. Er wordt gefulmineerd tegen de politie, voor de legalisatie van marihuana en weer tegen die klootzak van een baas van jou. Verder is het al kermis wat de klok slaat, en verandert het café van Huize Maas in een van die marginale discotheken op Calpé. Zo leuk is dat, dat team enola spontaan de moshpit in gang zet. Onderzoeksjournalistiek heet dat dan.

01.30u. Huize Maas Main. Bleef er na de doortocht van Berry Galazka vermoedelijk nog wel een stukje van het patriarchaat over, dan is er altijd nog Lambrini Girls om de boel finaal te verpletteren. Het recept van hun shows is ondertussen bekend: frontvrouw Phoebe Lunny trekt alles uit behalve haar ondergoed en kapotte netkousen, klimt op het publiek, zoekt gay legends en onderwijst intussen iedereen op brute wijze over dingen als terfs (in “Terf Wars”) en het aanspreken van je vrienden op hun seksueel wangedrag (“Boys In The Band”). Je zou haast vergeten dat dit ook nog een punkband is, een die vandaag bovendien verrassend strak staat te spelen – dat was in het verleden soms anders. Anders dan Galazka geeft Lambrini Girls elke Boodschap immers een goedzittend, rechttoe-rechtaan punkjasje, ongenadig rammend – hun voorliefde voor Bikini Kill steken ze niet onder stoelen of banken.

Het vaste patroon wordt enkel doorbroken voor “God’s Country”, dat een nieuw, maar voor Lambrini Girls niet geheel verrassend thema aansnijdt: de opkomst van extreemrechts. Lunny is geïnformeerd over de politieke shitshow in Nederland en na enige Wilma-Wilders-spraakverwarring is ze klaar voor nog maar eens een sitdown met een luidkeels meegebruld “fuck Wilders!” Erg goed nummer bovendien, dat nieuwsgierig maakt naar meer nieuw werk. Zelfs al is de verrassing er verder wat af en weten we na een paar concerten maar al te goed wat ze willen zeggen, op het oudewittemannenfest dat Eurosonic nog steeds is, blijft Lambrini Girls een hoogstnoodzakelijke band.

Beeld:
Ben Houdijk, Siese Veenstra

aanraders

verwant

Eurosonic 2023 :: Een stash vreemde paddestoelen

Eindelijk eierbal: na twee frustrerende, ontoereikende digitale edities, mogen...

Eurosonic 2022 :: Gezellig jakkeren met het juiste wenkbrauwspel

Vooruit dan: opnieuw een Eurosonic online. Goed, nog één...

Eurosonic 2021 :: Een kutsituatie, en hoe er het beste van te maken

Alles pakken ze ons af, meneer. Alles. En dus...

Eurosonic 2020 :: Een helikopter is er niets tegen

Als januari de maand van de familiefeesten is, dan...

EuroSonic richt zijn schijnwerpers op Zwitserland: muziek met gaatjes

Hebben de Zwitsers op muzikaal vlak nog iets méér...

recent

Emperors Of Nothing

De wandaden die binnen de muren van onze gevangenissen...

St. Vincent :: All Born Screaming

St. Vincents zevende slaat je flink op je donder,...

Adrian & Regis Hautiere :: Het Weeskind van Perdide: 1. Claudi & 2. Silbad

Uitgeverij Lauwert waagt zich naast vaak gesmaakte graphic novels...

The Zutons :: The Big Decider

Who Killed … The Zutons is ondertussen twintig jaar...

Hinds :: Boom Boom Back

Kijk, we hebben geprobeerd ons te verzetten. Met een...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in