De ondraaglijke geladenheid van een kinderlijk bestaan: Het Smelt! Veerle Baetens regiedebuut is er meteen een van het hoogste niveau. Waar ze voorheen schitterde als uitmuntende actrice, valt ze voortaan samen met de definitie van een regisseur die de kneepjes van het vak verdomd goed onder de knie heeft. Het Smelt, de verfilming van Lize Spits gelijknamige roman, getuigt dan ook van haar noemenswaardige talent. Maar het is vooral dankzij de voortreffelijke vertolkingen van Charlotte De Bruyne (volwassen Eva) en Rosa Marchant (jonge Eva) dat de film je raakt tot in de kern van je ziel. Baetens en haar crew weten de kijker zodanig te raken dat je bij momenten het bloed uit je eigen lichaam voelt wegtrekken.
In Het Smelt staat Eva centraal: volwassen vrouw, dochter en mens. Maar waar deze begrippen eerder als vanzelfsprekend op iemands identiteit worden geplakt, heeft Eva elke aanraking hiermee verloren. Als 13-jarige verloor Eva op een gruwelijke manier haar volledige zijnswijze als kind. Dit had tot gevolg dat zij zich jaren later nog steeds niet kon vereenzelvigen met haar vrouw-zijnde. In een mum van tijd werd Eva haar kindsheid en tegelijkertijd haar vrouwelijkheid volledig, op ongewilde wijze, ontnomen. Daarbovenop heeft ze ook niet kunnen genieten van een vanzelfsprekende, zorgeloze moederliefde die haar bestaan als dochter volledig had kunnen ontplooien. Een dochter kunnen en mogen zijn is doorheen haar korte leven altijd een onvervuld verlangen gebleven. Maar de tristesse die domineert in Eva’s blik, is vooral een uiting van hoe zij zich niet langer als mens kan identificeren.
Deze ondraaglijkheid van het leven geeft Baetens weer door een heel warme, liefdevolle ‘vrouwelijke’ camera. Wie ertoe doet, is Eva; wat ertoe doet, zijn Eva’s gevoelens: de camera laat haar nooit in de steek en kijkt nooit weg. Ze blijft kijken in haar diep gebroken ogen, vangt haar tranen van afwijzing en hartleed zachtjes op en geeft haar het geloof dat ze gezien en gehoord wordt. Hoe groter de afstand wordt tussen Eva en de mensen die ze hoopte te vertrouwen, hoe kleiner die wordt tussen Eva en de camera. En dit doorheen het hele verhaal. Want deze vrouwelijke camera ‘begrijpt’ Eva. Niet alleen toont deze camera de irriterende pijn van de snijdende bandjes van haar badpak, van de onmacht die ze voelt ten opzichte van de niet verkregen liefde van haar moeder en de drang om haar zusje te beschermen van al het onheil dat zij heeft moeten doorstaan. Neen, deze camera helpt Eva om de ruwheid van haar bestaan weer te geven. Wanneer Eva op de herdenking van Jan zingt dat “een lichaam pas dood is, wanneer het wordt vergeten”, zorgt de camera ervoor dat Eva – en al wie zich herkent in haar – nooit zal vergeten worden.
De film barst van de intense scènes, maar de meest spraakmakende is misschien wel de allerlaatste. Baetens schetst één beeld waarin twee verhaallijnen samenkomen. Aan de ene kant focust ze op de jonge Eva die zorgeloos als kind aan het dansen is met haar onwetendheid. Aan de andere kant brengt ze de volwassen Eva in beeld die net deze handeling ten uitvoer brengt die de jonge Eva nooit heeft kunnen/willen doen. De volwassen Eva geeft de jonge Eva de rust, veiligheid en liefde waar ze zoveel jaren naar gesnakt heeft. De volwassen Eva neemt de rol aan van bescherming en vertrouwen waar de jonge Eva hopeloos is blijven naar zoeken. Ze neemt voortaan zelf het heft in handen van haar ondragelijke bestaan.