Het is nog te vroeg om over een echte trend te kunnen spreken, maar Sick of Myself is beslist niet de eerste film uit Scandinavische hoek waarin jongvolwassenen centraal staan die worstelen met zichzelf en hun omgeving. U herinnert zich vast nog de issues van het hippe stel influencers aan boord van een luxecruise in het over het paard getilde Triangle of Sadness, waarmee Ruben Östlund tot mijn verbazing een tweede Gouden Palm binnenrijfde. Al gaat de vergelijking toch eerder op voor het fel gesmaakte The Worst Person in the World, Joachim Triers bitterzoete romantische komedie over een door twijfels verscheurde millennial die nog steeds niet heeft uitgemaakt wat ze met haar leven moet aanvangen.
In Sick of Myself maken we dan weer kennis met een jong samenwonend koppel. Signe (Kristine Kujath Thorp) is een zelfdestructieve vrouw die een ziekelijke drang naar aandacht heeft ontwikkeld. Ze haalt weinig voldoening uit haar baantje als barista en is er heilig van overtuigd dat ze voor een hoger doel in de wieg is gelegd. Thomas (Eirik Sæther), een avant-gardistische beeldhouwer die installaties maakt van gestolen meubilair, is al geen haar beter. Hun ongezonde relatie neemt een nare wending wanneer de verwaande Thomas een doorbraak forceert in het trendy kunstwereldje en Signe vervolgens uit pure afgunst tot het uiterste gaat om haar plaats in de schijnwerpers weer op te eisen.
De titel van deze merkwaardige film verwijst naar een doek van Christian Krohg (1852-1925), die tot een van de belangrijkste Noorse kunstschilders van zijn generatie gerekend wordt en in zijn werk vaak de donkere onderbuik van de industriële samenleving verbeeldde. Sick of Myself wordt in The Guardian treffend omschreven als een kruising tussen de boosaardige humor van Ruben Östlund en de excessen van kitschkoning John Waters. Anderen zien in de prent veeleer een verband met de roman My Year of Rest and Relaxation van de Amerikaanse schrijfster Ottessa Moshfegh. Voor regisseur/scenarist Kristoffer Borgli (die aanvankelijk commercials begon te draaien en op relatief korte termijn naam wist te maken binnen het festivalcircuit) bleek vooral het leven in L.A. een belangrijke inspiratiebron voor de film geweest te zijn.
Met deze gedurfde satire, waarin de elite van Oslo een veeg uit de pan krijgt, begeeft de cineast zich in zekere mate ook op glad ijs. Ergens neemt hij een mogelijk betwistbare houding aan als het gaat over hoe ver we bereid zijn te gaan om in het middelpunt van de belangstelling te staan of zelfmedelijden op te wekken – zeker in een maatschappij als vandaag waarin onnoemelijk veel mensen verknocht zijn geraakt aan sociale media. In die zin kan Sick of Myself onbewust een gevaarlijk gedachtegoed verspreiden, indien bepaalde goedgelovige jongelui door de invloed van dergelijk gedrag op verkeerde ideeën zouden worden gebracht.
Los daarvan staat het buiten kijf dat het op 35 mm geschoten Sick of Myself, door zijn opvallend kleurgebruik en narratieve vorm, voornamelijk bij jeugdige kijkers goed zal weten te scoren. Neem het echter van mij aan dat u bovenal hoofdrolspeelster Kristine Kujath Thorp (bekend van Ninjababy) niet licht zal vergeten.