King Krule creëert op zijn nieuwe album Space Heavy een mechanisch monster dat ons opslokt en meeneemt naar Nergens, razend over zijn sporen. Een lange tocht, waarin de man zijn stream of consciousness het woord neemt. Ulysses van James Joyce, maar dan op treinsporen. Vertragingen zijn mogelijk, en voor een keer absoluut gewenst.
Met een stem als die van King Krule – Archie Marshall voor degenen met wie hij de keukentafel deelt – kan je maar beter geen sunshine, lollipops and rainbows bezingen. En daar heeft de Brit geen enkele moeite mee. Al zo’n tien jaar verhaalt het grommende, bassende beest diep in ’s mans keel de meest asgrauwe steegjes van Londen. Op deze nieuwste gooi vergroot hij zijn actieterrein. Nu hij zijn tijd verdeelt over zowel Londen als Liverpool, reist hij tussen die twee zoals het een Brit betaamt: met de trein. En elke pendelaar zal kunnen beamen: tijdens zo’n dagelijkse expeditie dwaalt de geest af. Het eindeloos geratel van sporen en wissels, puffende pneumatica en ruisende intercoms: het voelt aan alsof je in de buik van een gigantisch mechanisch monster zit.
Het hoeft dus niet te verbazen dat dit de perfecte aanleiding bleek te zijn voor Marshall om dit op plaat vast te leggen. Meteen is die albumtitel dus uitgeklaard; het gevoel onderweg te zijn, dolend door die grauwe industriële ruimte tussen de gekende plaatsen in ons leven, wordt geëvoceerd. En zoals we al weten vanop vorig werk: wie kan die grauwheid beter belichamen dan King Krule? Wat dat betreft dus geen grote stilistische ommezwaai: die gekende moloch van een stem tekent present, waarover een extra laag roet royaal uitgesmeerd wordt. De ijskoude gitaren van Marshall en Jack Towell, drums van George Bass die klinken als vallende olievaten en een gortdroge bas van James Wilson worden bijgestaan door de puffende sax van Ignaciao Salvadores. Want wat is een koning uiteindelijk zonder zijn hofhouding?
Op die manier vertelt Space Heavy ons het verhaal van Krules odysseeën. De zo karakteristieke kille sfeer is alomtegenwoordig, maar zonder echt bijtend te zijn. Marshall is gemoedelijker geworden. Opener “Flimsier” of titeltrack “Space Heavy” zijn hiervan goede voorbeelden. Nog steeds zijn er die postpunk- en grungeklanken, maar ze worden beter gedoseerd, wat het geheel minder brutaal maakt. Hierdoor krijgen sommige nummers zelfs een wat ambient kantje: op “That Is My Life, That Is Yours” en “From The Swamp” zitten we gapend op een nachtbus, ons afvragend wie er op dit uur in godsnaam nog op pad is. Het trippelende “Seaforth” schetst een slapend havenstadje, ondergescheten door de meeuwen en afgebladderd door de zilte lucht – maar net daarom aandoenlijk charmant. Ook de sound uit de begindagen duikt weer op. Haal uw beste jazzgrimas maar boven bij nummers als “Tortoise Of Independency”, “Hamburgerphobia” – de nominatie voor titel van het jaar is genoteerd – en “Our Vacuum”, die exact datgene doen waar ook Tom Waits zo goed in is: ons wild doen swingen op een geluid dat recht uit de goot komt.
Maar Krule weet ons ook te verrassen met iets totaal nieuws. In het prachtige “Seagirl” houdt de hond op met blaffen. Daar heeft hij alle redenen voor; een betoverende vrouwenstem neemt het woord. Het is een breekpunt op de plaat, te midden van de verder erg coherente sound. Vervolgens gaan beide stemmen in dialoog, waarin het duidelijk wordt: King Krule is helemaal geen robbertje, hij stelt zich onderdanig op en is breekbaarder dan ooit. Iets wat trouwens ook al uit de lyrics blijkt op dit album. Die trein naar de nietigheid is niet enkel functioneel; er is ook een therapeutische dimensie aan verbonden. Daar waar niets is, ben jij ook niet. En dus ook niet je fouten, de koele ruimte tussen ons. Dit spreekt hij letterlijk uit op “If Only It Was Warmth”: “Running out of space for your mistakes”
Zodus, Space Heavy: een albumtitel waarvan geen enkel woord gelogen is. Een bedwelmende muzikale zwaarte zoals enkel King Krule ze over onze schouders kan leggen doet ons gedwee de grond in zinken, naar die oneindige ruimte tussen de Echte Plaatsen van deze wereld. En zo is het ook met de nummers: elk element wordt precies genoeg toegevoegd om maximaal effect te hebben. De Londense blaffer klinkt dus beheerster en eerlijker dan ooit. Volwassen worden, het kan al eens indrukwekkend zijn.