Vergeet Project X, The Last Days of Disco of Gaspar Noé’s Climax, Vlaanderen komt nu zelf met een ‘feestfilm’. Zillion brengt niet enkel de Antwerpse party scène van de late jaren 90 naar het grote scherm, maar ook een legendarisch verhaal dat volgens regisseur Robin Pront geïnspireerd werd door een mix van ‘ware en onware gebeurtenissen’. De film zet enkele van de meest iconische personages uit de Antwerpse feestgeschiedenis in het licht, of laat ons zeggen, in een heuse ‘Zillion style’ lasershow.
Choquerend, vulgair en compleet ‘over the top’, dat is hoe Frank Verstraeten zijn discotheekconcept in 1997 uitwerkte, en dat is ook wat we te zien krijgen in Zillion. De film volgt het verhaal van de jonge ondernemer (gespeeld door Jonas Vermeulen) vanaf het moment dat hij zijn eerste (louche) zaak begon. Zijn voetjes verlaten pas echt de grond wanneer hij Dennis Black Magic (Matteo Simoni) ontmoet, een befaamd pornoregisseur. De twee gaan een samenwerking aan en slaan de handen in elkaar als discokoning en pornokoning van België. Als koningin krijgt de film Vanessa Goossens (Charlotte Timmers), die als Miss België Franks aandacht weet te trekken.
Ook al zijn de gebeurtenissen in de film deels fictief, het is duidelijk dat de acteurs zo dicht mogelijk gebleven zijn bij de personen die ze verondersteld worden te incarneren. Zowel Jonas Vermeulen als Matteo Simoni werkten nauw samen met de echte Frank Verstraeten en Dennis Burkas, waardoor zowel de personages als de vriendschap tussen de twee levensecht aanvoelen. Het knappe acteerwerk wordt dan weer sterk benadrukt dankzij de vele close-ups die in de film geïntegreerd worden. Elk personage is sterk uitgewerkt en blijft ver weg van het oppervlakkige, wat niet altijd evident is bij een spektakel als dit. Ook Barbara Sarafian zet een knappe prestatie neer als de taaie, ietwat jaloerse, moeder van Frank. Opvallend aan Zillion zijn de knappe decors en kostuums. De film katapulteert het publiek 25 jaar terug in de tijd met Buffalo’s, lage broeken, blonde highlights en gekleurde zonnebrillen. Ook de discotheken zelf, voornamelijk de Zillion en de Carré in Willebroek, werden op sublieme wijze nagebouwd. Niets werd aan het toeval overgelaten en dat merk je.
Zillion zal een brug weten te bouwen tussen de verschillende generaties binnen het bioscooppubliek. Enerzijds zullen de jaren ‘90-setting en de herinneringen aan de echte Zillion nostalgisch aanvoelen voor diegenen die wellicht zelf nog in de discotheek hebben gefeest. Anderzijds voelt de film hedendaags aan en lijkt er niet veel veranderd te zijn in het huidige Antwerpse nachtleven. Hierdoor zal ook het jongere publiek die zich nu bijvoorbeeld in de Vlaamse techno-scene ophoudt, zich sterk kunnen herkennen in de film.
Naar de woorden van DJ Fou, Frank Verstraetens alter ego: “There’s no turning back. Life’s a flash”, flitst Zillion razendsnel voorbij. Het verhaal en het camerawerk houden een hoog tempo aan en weten de blik van het publiek vast te houden. De film weet een mooie balans te vinden tussen dansscènes, lasershows en het occasionele gevecht enerzijds, en de intieme schets van het leven van de personages, hun onderlinge relaties en problemen, anderzijds. Het ritme van de film reflecteert dit ook, waarbij Pront intentioneel het snelle tempo van Zillion af en toe stillegt om een dramatische sequentie meer kracht te geven. Zo belicht de film eveneens het zware druggebruik dat gepaard ging met de levensstijl en de onvermijdelijke gevolgen hiervan. Één ding is zeker, Robin Pront heeft er alleszins voor gezorgd dat de legende van de Zillion en zijn oprichter niet snel vergeten zal worden.