Asphalt Meadows werkte niet. Asphalt Meadows viel tegen. En toen kantelde het dan toch. Omdat herkenbaarheid dat soms ook maar op het eerste gezicht is. En herkenbaarheid net zo goed het beste werkt. Vooruit dan maar: Asphalt Meadows, die tiende van Death Cab For Cutie, mag er zijn.
Eigenlijk ging het altijd zo, die laatste jaren. Een Death Cab For Cutieplaat klonk steevast alsof je hem al eens gehoord had, een dekentje dat je na de zomer uit de kast trok en precies zo voelde als vorige winter: warme herkenning. En toch was die eerste tijd met Asphalt Meadows geen wittebroodsweken. Voor de eerste keer trad verveling in, passeerde het album als niet meer dan achtergrond bij het wakker worden. Death Cab, zo voelde het, was uitgewerkt.
Met de releasedatum al even in de achteruitkijkspiegel, begint het te kantelen. We luisteren opnieuw, nadat andere muziekjes ons even opslorpten, en we luisteren anders. Plots klikt het dan wel. Want Death Cab doet niets anders dan anders. En dus is het ook deze keer weer zeer ok hoe “I Don’t Know How I Survive” als gewoonlijk binnentrippelt. Het is Ben Gibbard die het beest Lockdown in de ogen kijkt en sidderend terugdeinst: “Pacing across the room while she’s asleep / Tears raining down her cheeks, trying to hold, trying to hold on” “I Miss Strangers” is in dat kader een verwarrende, maar herkenbare vaststelling. Mijn God, wat hebben we allemaal niet gemist? Zij het podium, wij om daar voor te staan. En dan waren er die dagen, leeg als een opgebruikt koffieblik, zo leeg als wij in die eindeloze dagen. “I used to feel everything like a flame / Now it’s a struggle just to feel anything”; “Roman Candle” vat het goed samen.
Tot daar het hoofdstukje “Pandemie voor beginners”. Death Cab is nog altijd Death Cab, een scalpel om de pijnlijkste relatiehoofdstukken te dissecteren. “I was a snake under your flowers / I just wanted to disappear into the understory of your beauty” gaat het met een typisch Gibbardism in de titeltrack, in single “Here To Forever” triggeren beelden van filmiconen uit de fifties mijmeringen over sterfelijkheid.
Muzikaal klinkt het allemaal oh zo herkenbaar. Als die vriend van wie je weet welke verhalen hij weer gaat opduikelen, maar hij vertelt ze nog altijd even smakelijk. Schoorvoetend worden toch ook andere paden bewandeld. Het parlando en de aansluitende postrockfinale van “Foxglove Through The Clearcut” hadden we uit deze hoek nog niet gekregen. Het eerste hoeft Gibbard niet te herhalen, maar die gitaren horen we hem volgende lente graag meebrengen naar De Roma. Dat krijg je met een dropbox-lockdown-werkmethode waarbij iedereen toestemming krijgt met de song aan de haal te gaan; een verrassing is dan niet uit te sluiten. Je hoort het ook aan de distortion die “I Don’t Know How I Survive” bijna doet ontsporen.
Verder schijnt de zon over oude gewoontes. “Pepper” is de mooiste Death Cabsong sinds die vorige; romantiek is ook maar gewoon hoe de songsmid de dag is begonnen, een reflex. “Wheat Like Waves”: nog eens klassieker-dan-klassieker Gibbard, maar na tien keer luisteren kan je niet meer zonder.
En zo lijkt Asphalt Meadows ook na de elvendertigste draaibeurt een geval van stockholmsyndroom; er is sympathie ontwikkeld omdat we niet anders konden. Of ligt het toch aan ons? Uiteindelijk hebben wij elke keer weer die play-knop ingedrukt, wilden we toch nog eens proberen. Misschien is het woord “groeiplaat”, misschien is het gewoon “eentje voor de fans”. In elk geval doet Death Cab For Cutie niet gek veel anders dan voorheen. Wie dat goed vond, valt zich hier geen bult aan.
Death Cab For Cutie staat op 14 maart 2023 in De Roma.