De Brusselse Italiaan Giovanni Di Domenico is de voorbije jaren razend productief geweest, met nationale en internationale bezettingen van verschillende formaten, maar ook solo. Toch duurde het tot nu voor hij een heel album wijdde aan zijn geliefde piano. Het levert meteen een uitzonderlijk werk op, uitgekristalliseerd met een bedwelmende schoonheid en intense focus.
Di Domenico is een artiest die niet zo simpel te labelen valt. Misschien is dat het gevolg van het feit dat hij in eerste instantie een autodidact was, en zich nog altijd het meest comfortabel lijkt te voelen in speelzones waar improvisatie en compositie, jazz en klassiek, maar ook pop/rock, op elkaar kunnen inwerken. Van ‘lokale’ projecten als Oba Loba, Going, Abschattungen en M(h)ysteria tot internationale samenwerkingen als Delivery Health (met Jim O’Rourke en Tatsuhisa Yamamoto), Denki Udon (Norberto Lobo en Tatsuhisa Yamamoto), zijn duo met Akira Sakata of BonJinTan (met Akira Sakata, Tatsuhisa Yamamoto en Jim O’Rourke): Di Domenico speelt vaak met ritualisme, vorm en vrijheid, maar het levert steeds weer andere gezichten op.
Ook ISASOLO! kan verrassen, al is het maar omdat hij hier veel sterker dan voorheen lijkt aan te sluiten bij de minimalistische traditie. In de infotekst van het label wordt expliciet verwezen naar Charlemagne Palestine’s Strumming Music, een overduidelijke invloed, vooral in het eerste van vier titelloze delen. “Part I” pakt uit met parelende patronen, reeksen van arpeggio’s die eruit vloeien als fluweel gehamer. Hier geen bruuske contrasten en grote intervallen, maar twee handen die dicht op elkaar zitten, op parallelle, repetitief bewegende paden, die naast en over elkaar schuiven. Soms verschuift de dominantie van de ene hand naar de andere, worden het toucher harder, het gedruppel intenser, de contouren scherper en de dagdroom minder flou. Het kan ook dreigen stil te vallen of plots weer toenemen in volume, met geluid dat zich laat behandelen als een homp plasticine. Het resultaat is suggestief, trance-opwekkend en haast verheven, een filmische klankstroom met amper waarneembare aarzelingen die zowel vanop afstand als nabij fascineert. Het is een elegant wentelend geheel dat naarmate je dichterbij komt steeds meer detail en nuances vrijgeeft.
De resterende drie stukken zijn sterk verwant, hebben een gelijkaardige combinatie van focus en spontaniteit, maar leggen andere nadrukken in deze interacties van melodie, harmonie en ritme. Zo gaat het tweede deel meer sluimerend van start, wordt de afstand tussen linker- en rechterhand wat groter, steken patronen de kop op die meer onafhankelijkheid opzoeken. Dan wordt de invloed van een Keith Jarrett wat voelbaarder, al zit je ook niet zo heel ver verwijderd van de soms tumultueus aanzwellende performances van een Keith Tippett. De beheersing en ingetogenheid blijven in dit ritmisch eigenzinnige stuk echter overeind en ook bepalend voor het sobere derde deel, een lyrisch zigzaggend kwartier van nachtelijk minimalisme, dat de ideale aanloop is naar de zachtmoedige dissonantie en iets voelbaarder jazz-flair van het kortere vierde deel.
Het maakt van ISASOLO! een album dat vermoedelijk etherischer, minimaler en toegankelijker is dan sommigen verwacht hadden, maar dat niettemin blijft imponeren met een weelde aan ideeën, details en transformaties, die samen goed zijn voor een rijk droomlandschap dat z’n vorm en signatuur ontwikkelt terwijl het zich ontvouwt. Geen gemakzuchtig potje sfeerzetting, maar een inventieve exploratie die fascineert, hypnotiseert en soms ronduit bloedmooi is.