Goede muziek, dat is iets om te delen. Gitarist Karel Van Deun was in de jaren tachtig en negentig actief als professioneel gitarist, maar kwam na de millenniumwissel een beetje in de vergetelheid terecht. Tot hij ineens opdook naast Ruben Machtelinckx voor twee mooie platen. Daar breidt hij nu een vervolg aan met een soloalbum in eigen beheer.
De kracht van Ask Me Don’t Ask Me en Shapes (beide verschenen bij El Negocito Records en goed genoeg voor iedereen die van fijnzinnig samenspel houdt) en de concerten die erop volgden, zat voor een groot stuk in de combinatie van de twee verwante, maar toch ook sterk verschillende stemmen. Van Deun beschikt vermoedelijk over een iets klassiekere stijl en geluid dan zijn jongere collega, geworteld in jaren studie van jazz, folk en aanverwante genres. Door Machtelinckx’ aanpak werd het regelmatig naar omfloerst terrein getrokken, met een meer etherisch, misschien wat impressionistisch geluid. Nu doet Van Deun het alleen, met zestien stukken die hij in eerste instantie opnam voor een familielid dat nooit naar jazz luistert.
Of dat familielid zich na het beluisteren van Weekend Art volledig op de jazz gaat werpen, is dan nog de vraag. Van Deun heeft duidelijk een achtergrond in het genre, maar dit klinkt hier nergens als Django Reinhardt of het elektrische werk van een Wes Montogomery of Grant Green. Van Deun speelt doorgaans akoestisch (met heel even elektrische versterking in “Inspiration”) en houdt zich precies liever op in de overgangszones tussen de genres. Net zoals je voortdurend de vingers over de snaren hoort schuiven, zo krijg je hier voortdurend de indruk dat hij heen en weer beweegt tussen genres.
Dat is al het geval met opener “Ballade Pour Ma Femme”, dat nadrukkelijk lonkt naar de Amerikaanse folktraditie, met innemende, warmbloedige melodieën en spel dat op geen enkel ogenblik gehaast klinkt. Ook fijn dat Van Deun een pianoversie van de song liet inspelen door Ronn Andriessen. De toon is gezet, want Weekend Art bevat zestien korte stukken (samen nog geen drie kwartier) die regelmatig warm en elegant klinken als het werk van Jim Hall, maar soms ook flirten met een wat abstracte schimmigheid, een vage popflair, wat old school fingerpicking of een voorzichtig binnengesmokkeld exotisch geluidje.
En voorts valt dus vooral de veelzijdigheid op, waarbij de titels vaak voor zich spreken. “For Mister Broonzy” is een even kort als vinnig stukje country blues, “Bossa Sarah” is een zachtjes schuifelend stukje dat net zo goed van João Gilberto had kunnen komen en “Stride Guitar” is een knikje naar het Harlem van de jaren twintig en dertig, waarbij de bruisende joie-de-vivre van Waller & co. wordt vervangen door een iets ingetogener variant waar, pakweg, Madeleine Peyroux wel weg mee zou weten. “Joni Mitchell’s Blue” onderstreept dan weer dat Van Deun het uitvoerig bewierookte gitaarspel van deze legendarische singer-songwriter naar waarde weet te schatten.
Een paar opvallende covers ook: een ingetogen versie van spiritual “Swing Low Sweet Chariot” en een versie van Miles Davis’ “Nardis”, dat altijd vereenzelvigd werd met Bill Evans, die er een van zijn vertrouwde stukken van maakte en hier een subtiel ontglippende uitvoering meekrijgt. Voor de attente luisteraars worden er ten slotte ook nog een stuk of vier tracks hernomen uit de albums met Machtelinckx. De duo- en soloversies naast elkaar leggen, helpt alleszins voor een beter begrip van Van Deuns aandeel op die werkstukjes.
Eerlijk is eerlijk: met deze muziek scoor je geen hits, ga je geen massa voor je winnen. Daarvoor is het te franjeloos, mist het gimmicks, zal het allemaal iets té klassiek klinken. Of te persoonlijk, want soms lijkt het ook alsof je vanuit verdekt opgestelde positie luistert hoe een man op z’n eentje wat favoriete songs doorneemt, zich niet bewust van een publiek. Maar Weekend Art laat vooral ook horen dat Van Deun een grote liefde voor muziek in vele gedaantes koestert en die ook naar zijn hand weet te zetten. Geen idee wat dat familielid daarvan denkt, maar wat ons betreft ben je dan een echte.
Cd’s kunnen rechtstreeks besteld worden via Karel Van Deun (vandeun.music@gmail.com) of via Bandcamp.