Ruben Machtelinckx houdt van de Vlaamse Ardennen. Of toch van Geraardsbergen, waar hij al met verschillende projecten kwam optreden in Het Bruggenhuis, een plaats waar eenzaam maar naarstig gewerkt wordt om jazz en aanverwanten een platform te geven in een stad die eigenlijk meer houdt van met bier overgoten kermiskoersen en jaarmarkten. Twee jaar na de albumvoorstelling van het eerste album dat hij samen met Karl Van Deun opnam, zakte het tweetal nogmaals af om ook het onlangs verschenen Shapes voor te stellen. Het werd een warm weerzien.
Op beide albums zijn het de composities van Van Deun die domineren, maar live gingen de twee het zowat gelijk verdelen, waardoor je niet enkel getrakteerd werd op een mooie greep uit het duomateriaal, maar ook bewerkingen van stukken te horen kreeg die Machtelinckx met ander goed volk opgenomen heeft. Vooraan in de set viel zo “Herzog” te ontwaren, een van de hoogtepunten op Onland, het debuut van Linus, Machtelinckx’ duo met Thomas Jillings. Het bood meteen ook een knappe inkijk in de samenwerking van de twee. Daar kon je soms horen dat ze niet dagelijks met elkaar spelen: er viel al eens een aarzeling of klein foutje te horen, maar dat kon geen beslag leggen op het geheel, dat meer met empathie dan met klinische perfectie te maken had.
Het was er nochtans aan te zien en te horen dat de stukken niet altijd evidente kost waren. Het neigt allemaal wel naar een hybride folk (en dat is geen synoniem voor kampvuurmuziek), met nu eens een jazzy en dan weer een klassieke inslag, maar het was duidelijk dat er concentratie en vingersouplesse voor nodig was, want voor elke passage waarin een van de twee even een meer soepel ondersteunende rol had, waren er ook momenten dat de bladmuziek onontbeerlijk was. Zo was het vlechtwerk in “Warme Streken” duidelijk met zorg en vernuft in elkaar gestoken en kreeg je een mooi voorbeeld van de verschillende individuele stijlen. Van Deun hanteerde een meer klassieke en hoekige aanpak dan zijn voormalige leerling.
Die had net als de leraar een elektrische gitaar meegebracht, maar ook een baritongitaar, banjo en wat effecten. Dat leverde een paar opvallende momenten op, zoals toen het percussief bespelen van de klankkast van de banjo opdook in een schuifelende loop. Het samenspel kreeg er een licht onheilspellend randje door dat even naar het trance-achtige van Woven Hand lonkte. Ook geslaagd in die eerste set: de combinatie van “Rap For Michael Gregory Jackson”, jazzgetint en stekelig, en “Ladakh” (uit het eerste kwartetalbum van Machtelinckx met Joachim Badenhorst, Nathan Wouters en Hilmar Jensson), een stukje meeslepende dromerigheid en openheid.
De compacte tweede set bood een combinatie van bekend en minder bekend werk. Zo ging het van start met een nieuwe compositie van Machtelinckx, die gevolgd werd door “Wyble”, een ode aan de weinig bekende Amerikaanse gitarist Jimmy Wyble, die niet enkel de zone verkende tussen jazz en country maar ook een paar handboeken voor gitaristen schreef. Vermoedelijk had die Wyble ook een voorbeeldrol voor Van Deun, want het stuk hing rond in de zone tussen de stilistische werelden en was meteen het perfecte opstapje naar een uitvoering van Bill Frisells “Amarillo Barbados” uit diens This Land. Samen met Have A Little Faith, beide Frisell-klassiekers, biedt het ook een verkenning van de Amerikaanse rootsmuziek in vele vormen.
Afsluiten gebeurde tenslotte met een tweeluik dat voluit voor de schoonheid ging. Zowel Machtelinckx’ “Beek” als Van Deuns “Slaaplied Voor Grote Mensen” behoren tot de fraaiste (en meest toegankelijke) composities van Shapes, waardoor het concert afgerond werd met een bedwelmende roes. Sereen en subtiel, zonder daarom flauw of wollig te worden. Het is een gave die de twee met stijl blijven uitdragen.
Op 13/10 speelt het duo nog in Gent (Opatuur), op 29/10 in Herzele (Uilekot). Machtelinckx gaat binnenkort ook de hort op met Linus en Eric Bogaerts’ Mephiti. Meer info op de site.