Met A New Margin (Clean Feed, 2011) en een prachtconcert in Antwerpen, lieten rietblazer Ken Vandermark, pianist Havard Wiik en drummer Chad Taylor meteen horen dat ze beschikken over een heel eigen sound. Een paar jaar later wordt de draad opnieuw opgepikt met In The Abstract.
Die nieuwe plaat verscheen bij het Poolse Not Two-label, waarmee de carrousel van het labelhoppen nog maar eens op gang gebracht is. Niet dat het nefaste effecten heeft op de muziek, want die bewandelt net als op de voorganger een pad dat het beste uit verschillende werelden probeert te verenigen. Jazzy impro, krachtig samenspel en uitstapjes richting kamermuziek zorgen ervoor dat In The Abstract vief én lyrisch is, complex én franjeloos, subtiel én krachtig, cerebraal én groovy.
Dat geen van de drie het zeil naar zich toetrekt voor de volledige duur, heeft natuurlijk te maken met het feit dat de negen composities netjes verdeeld worden over de drie muzikanten, maar ook met vertrouwen in elkaars kunnen en een natuurlijk evenwicht. Daarbij heeft elk een eigen stijl die het resultaat is van een individuele achtergrond, maar toch is dat niet altijd zo eenduidig vast te pinnen. Zo komt Vandermark, die nogal een reputatie heeft voor complexe composities en explosieve kracht, verrassend melodieus en zachtaardig uit de hoek in “The Measure Of Her Height”.
Taylors “Dhill” is vooral voor zijn collega’s een aanleiding om elkaar vanuit verschillende hoeken te benaderen. Zelf lijkt hij tevreden met het bijkleuren van op de zijlijn. Niet dat Taylor daarmee niet het verschil kan maken, want ook nu laat hij horen waarom hij een van de meest interessante percussionisten binnen de scene is, in staat om een moddervette groove neer te leggen, maar soms ook met een enorm fijnzinnige elegantie, een meester met de brushes en een muzikant die de traditie helemaal binnenstebuiten keert.
En ook nu voorziet het trio een enorme waaier van stijlen en geluiden. Vandermarks “Cadeau”, opgedragen aan Man Ray, is een energieke brok die meteen uitpakt met het thema, om van daaruit aan het onderzoeken te slaan. Wiiks pianospel dwarrelt neer met een indrukwekkende trefzekerheid, terwijl Vandermark in het hoge klarinetregister al even gedreven raast met een dynamische expressiviteit. Meteen een stuk dat orde op zaken stelt met zelfs Monk-achtige wendingen en samenspel dat krachtig is zonder aan verfijning in te boeten.
“4 From 5 To 6” is dan weer Vandermarks ode aan Fred Hopkins, Steve McCall en Henry Threadgill, samen de leden van Air, dat tot de essentiële freejazzbands van de jaren zeventig en tachtig behoorde. Funky accenten, klaterende freejazz en powerplay komen samen in een knetterende compositie die live voor vuurwerk zal zorgen. Op een heel andere manier geldt dat ook voor Taylors “BMC”, dat drijft op zijn luchtige geborstel en organisch wentelend beweegt.
Vooral Wiiks composities neigen meer naar het uiteinde van de elegantie, abstractie en kamermuziek. In “29” hoor je de verwantschap met heel wat composities uit het Atomic-boek, terwijl “Semiology” uitpakt met die combinatie van soberheid en speelsheid die zorgt voor een ongrijpbaar effect. Maar dan volgt er na zeven minuten opeens een wending, waarbij Vandermark de klarinet inruilt voor de bariton en het tumult alsnog de kop opsteekt.
En zo blijft In The Abstract een plaat die niet eenvoudig vast te pinnen valt. Niet omdat de muzikanten geen keuzes durven maken, maar omdat ze overduidelijk zoeken naar een manier om achtergronden en sferen voortdurend te combineren, waarbij het impressionisme van Free Fall (dat andere trio waar Vandermark en Wiik samen in spelen) iets dichter naar het terrein van de Chicago jazz gevoerd wordt. Het resultaat is in gelijke mate ongrijpbaar, hedendaags en uitdagend.
Side A speelt op 5 mei in het Palais des Beaux Arts van Charleroi. Het eerste deel van de avond is een lezing over de rol van de saxofoon binnen de jazz. Het tweede deel is het concert van Side A. En op 17 mei speelt Vandermark een duoset met Fred Lonberg-Holm in de Parazzar (Brugge).