In een vorig decennium werd Lamb of God terecht getipt als de enige erfgenaam van het ter ziele gegane Pantera. Anno 2012 hebben we de indruk dat de band in een iets te comfortabele zetel zit.
Dankzij moderne klassiekers als As The Palaces Burn (2003) en Ashes Of The Wake (2004) steeg Lamb Of God uit de underground van de Amerikaanse hardcore naar de bovenste metalregionen. De band, die werd opgericht in 1994 als Burn The Priest, gaf de scene een nodige opfrisbeurt met de meest progressieve thrash metal van zijn tijd. Ook Sacrament uit 2006 (nog steeds een technische mokerslag!) was een lichtpuntje tussen de generische “metalcore” van As I Lay Dying, All That Remains en konsoorten waarmee we overstelpt werden.
Commercieel was Wrath ook een groot succes, muzikaal heel wat minder. De sound was agressief maar monotoon. Vooral de imponerende metalriffs leken compleet verdwenen. Toch bleef Lamb Of God in zijn thuisland razend populair en ook in Europa een trouwe en heel grote fanbase op te bouwen. Resolution was zonder overdrijven een van de meest geanticipeerde metalreleases van dit jaar.
De eerste reacties op Resolution waren unaniem positief en lovend. Inderdaad, openingsnummers “Desolation” en “Ghost Walking” zijn regelrechte kopstoten wanneer ze door de boxen schallen. We horen moddervette thrash metal, een lekker grofgebekte Randy Blythe en de uit de duizenden herkenbare Pantera-groove. Pure Amerikaanse metal dus. Maar daarna gaat onze aandacht snel bergaf.
Resolution is vooral riffgewijs bij momenten maar slappe kak. Zo klinkt het anders loodzware gitaarwerk van de tandem Willie Adler – Mark Morton in nummers als “Invictus” en “Guilty” veel te modderig. Ze keren wel resoluut terug naar het typische drop-D-geluid van Ashes Of The Wake, maar ditmaal word je als luisteraar amper van je sokken geblazen. Geen technische hoogstandjes (op een paar oerdegelijke, lange solo’s na). Geen explosieve gitaargrooves. Voor de fans is Resolution zeker een leuke beukplaat, maar hell, er zit bitter weinig uitdaging in een verzameling in-your-face metalsongs.
Begrijp ons niet verkeerd: Resolution is géén misbaksel. Technisch is er op het album, en vooral op de akelig vette drums van Chris Adler, niets aan te merken. Bovendien scheert uncle Randy vocaal gezien hoge toppen. Eerlijk gezegd is “Insurrection” dankzij de uithalen van Blythe het enige nummer dat echt lang blijft hangen. Wat opvalt zijn de melodische hooks, een grootse solo en vooral zijn gevarieerde grunts. Blythe blijft een van de beste zangers in het metalcircuit.
Twee keer, amper twee keer, horen we een innovatieve plaat. Intermezzo “Barbarossa” is een zuiders getint experimentje, maar komt redelijk saai over. “King Me” is als epische afsluiter wel geslaagd. De strijkers en de vrouwenstem passen wonderwel tussen het muzikaal geweld. We krijgen toch een positief einde.
They could have done it so much better. Gelukkig kunnen we nog niet zeggen dat Lamb Of God in een creatieve dip zit zoals het grote Metallica van de jaren negentig. Toch vinden we op Resolution geen muilperen die zich kunnen meten met klassiekers als “Laid To Rest”, “Redneck”, “Ruin” en “Black Label”. Is het rijk van Lamb Of God daarmee al uit? Dat zeker niet. Het blijft een beestige live-act en kan teren op een massieve catalogus. Ondertussen staat er wel een nieuwe generatie klaar. Ghost, Gojira en Baroness lijken de acts om dit jaar echt naar uit te kijken.