Take Shelter

Acht minuten schermtijd kreeg hij in ‘Revolutionary
Road’. In die acht minuten zette Michael Shannon echter zo’n
intrigerend personage neer dat hij er prompt een Oscarnominatie
voor Beste Acteur in een Bijrol voor kreeg – dat was in die goede
oude tijd, dat de Academy zo nu en dan een echt goede,
compromisloze en eigenzinnige film als ‘Revolutionary Road’
nomineerde, en niet alleen Oscargeile prefab als ‘The Help’, of
‘Hugo’ (over ‘War Horse’ ga ik niet eens beginnen). Om maar even te
illustreren dat je niet altijd twee uur en half nodig hebt om een
gelaagd personage (of oppervlakkig paard) op het scherm te toveren
– Anthony Hopkins won zelfs een Oscar voor Beste Acteur in een
Hoofdrol voor ‘The Silence of the Lambs’, hoewel hij maar een
minuut of vijftien in beeld kwam. Waarmee we overigens niet willen
zeggen dat we niet blij waren nu Shannon in ‘Take Shelter’
eindelijk eens een volwaardige hoofdrol krijgt. Acteren dat die man
kan!

Shannon speelt Curtis LaFarche, een behoorlijk
alledaagse arbeider uit de Amerikaanse Midwest. Echt gemakkelijk
heeft hij het natuurlijk niet, want de hypotheek ligt hoog en zijn
dochtertje Hannah (Tova Stewart) is doofstom. Maar met de hulp van
zijn loving wife Samantha (Jessica Chastain) en onder het
motto ‘Wees content met wat je hebt’, ziet Curtis echter niet
meteen een reden tot klagen – of zoals zijn collega en vriend
Dewart (Shea Wigham) samenvattend tegen hem zegt: ‘You’ve got a
good life’. Ware het niet dat Curtis hoe langer hoe meer geplaagd
wordt door apocalyptische dromen, waarin hevige stormen woeden,
motorolie uit de lucht valt en de mensen rondom hem agressief
worden tegenover hem en zijn dochter. Zijn visioenen worden zo
sterk, dat hij op dwangmatige wijze de oude schuilkelder in zijn
tuin begint uit te bouwen – kwestie van op het ergste voorbereid te
zijn. Zijn niet te verbergen angsten zorgen er echter voor dat hij
gaandeweg steeds meer vervreemdt van zijn omgeving, en vice
versa.

Op zich is dat natuurlijk een behoorlijk
rechtlijnige plot, waarbij je na een kwartiertje wel een
donkerbruin vermoeden begint te krijgen dat de ontknoping ofwel zal
bestaan uit een soort van loutering, met hulp van vrouwlief, ofwel
een heuse Apocalyps, die aantoont dat Curtis al die tijd gelijk
had. Ook al weet regisseur-scenarist Jeff Nichols (die eerder het
voor ons totaal onopgemerkte ‘Shotgun Stories’ inblikte, eveneens
met Shannon in de hoofdrol) dit euvel deels te omzeilen – het
behoorlijk sterke einde is even bevreemdend voor ons als voor de
personages -, als kijker blijf je te lang met het gevoel zitten dat
de plot sturing mist. De premisse van de film is geweldig, maar het
blijft wel anderhalf uur lang een premisse, en het wordt pas een
halfuur voor het einde een echt verhaal, dat ergens
naartoe werkt.

Die eerste negentig minuten draaien dus bijna
volledig om de toestand van het hoofdpersonage, waarvan we wel
moeten toegeven dat die met een behoorlijk geniale insteek benaderd
wordt. Curtis is zich er immers de hele tijd van bewust dat de
doemscenario’s zich enkel in zijn hoofd afspelen, en dat niemand
anders ze ziet; hij gaat zelf op zoek naar hulp, eerst bij zijn
dokter en dan bij een psycholoog; en hij heeft het hele gebeuren
ook al eens van de andere kant mogen bekijken, toen hij als kind
zijn moeder zag wegglijden in paranoia en schizofrenie – hij beseft
dat hem hetzelfde dreigt te overkomen. (De dialoog tussen Curtis en
diens moeder is overigens wondermooi in al zijn puurheid.) Maar
hoewel hij zich dus realiseert dat het om psychotische
verschijnselen gaat (als dat de juiste term is; mijn psychiatrische
kennis is nogal beperkt), geeft hij er toch aan toe. Hij gaat een
riskante lening aan om zijn schuilkelder uit te bouwen, ‘leent’
machines van zijn baas… Hij zet z’n zekerheden op het spel, in de
hoop dat alle demonen in z’n kop verdwijnen.

En dan heb je natuurlijk een karakteracteur nodig
om al die hersenspinsels op een wit doek te toveren. Michael
Shannon zet de rol van Curtis neer met een stevige dosis ingehouden
intensiteit, zodat de scène waarin hij twee minuten lang compleet
over de schreef gaat, extra veel impact krijgt. Shannons sterkte
ligt niet in de grote gebaren, maar in de gespannen gelaatstrekken
waarmee hij wat er in zijn hoofd omgaat probeert te verbergen voor
de andere personages, maar toont aan de kijker. Jessica Chastain,
samen met Carey Mulligan het vrouwelijke tegengewicht voor de
alomtegenwoordigheid van Ryan Gosling en Michael Fassbender, krijgt
een vrij saai personage toegeworpen, maar weet Samantha desondanks
diepte te geven zonder al te veel aandacht naar zich toe te
trekken. De nieuwe Meryl Streep, zoals ze soms genoemd wordt, zien
wij er nog niet meteen in, maar een uiterst bekwame actrice die,
als ze eens een echt interessant personage te verwerken krijgt,
misschien wel openbloeit tot een actrice die meer kan dan
huismoeders spelen, is ze zonder twijfel.

Met zo’n goede acteurs in de rangen is het dan ook
dubbel jammer dat het scenario wat tekortkomingen vertoont – vooral
de schijnbare catharsis van Curtis, zo’n tien minuten voor het
einde van de film, was een scène die een plaats in de plot leek te
missen – en dat de regie net iets teveel op twee paarden wedt.
Gedurende de hele film is het wel duidelijk dat Jeff Nichols wel
weet waar je een camera moet plaatsen en hoe je een beeld kadreert,
maar wat ons betreft had hij zijn inbreng met momenten iets
duidelijker mogen laten voelen. Nu valt de regie wat tussen schip
en wal, tussen independent enerzijds en klassiek
anderzijds.

Enfin, ‘Take Shelter’ heeft z’n gebreken, heeft wat
te lijden onder compromissen en had misschien meer recht op een
eigen smoel, maar de scherpe karakterschets en een sterke Michael
Shannon maken veel goed. Een Oscar zouden we ‘Take Shelter’ niet
meteen geven, maar dat geldt ook voor ‘The Help’, ‘Hugo’,
‘Moneyball’ en ‘War Horse’, die dat beeldje eigenlijk nog veel
minder verdienen. Als u moet kiezen tussen een sentimenteel paard
in een afgelikte loopgraaf of een getormenteerde man in een ruwe
schuilkelder, weet u dus waarheen.

6.5
Met:
Michael Shannon, Jessica Chastain, Tova Stewart, Shea Wigham
Regie:
Jeff Nichols
Duur:
120 min.
2011
VS
Scenario:
Jeff Nichols

verwant

The Good Nurse

Insuline, zowat iedereen kent dit hormoon dat wordt aangemaakt...

Bullet Train

Toen de eerste trailer verscheen voor Bullet Train (niet...

The 355

Als een antwoord op #MeToo wagen meer en meer...

Knives Out

Nadat hij zich behoorlijk vergaloppeerde met de regie van...

It – Chapter Two

Met de première van It – Chapter II –...

aanraders

The Iron Claw

Regisseur Sean Durkin is een kei in het evoceren...

Drive-Away Dolls

Nadat ze decennialang als tandem de filmwereld verrijkten met...

Dream Scenario

‘Nicolas Cage is de enige acteur sinds Marlon Brando...

Evil Does Not Exist (Aku wa sonzai shinai)

Films zijn doorgaans gebaseerd op een sterk verhaal, of...

La Chimera

De in Toscane geboren scenariste/regisseuse Alice Rohrwacher vestigde op...

recent

Julian Lage Trio

14 april 2024De Roma, Borgerhout

Girl In Red :: I’M DOING IT AGAIN BABY!

Somberte verkoopt, zo ook de sad girl aesthetic waar...

Tommy Wieringa :: Nirwana

Joe Speedboot, Caesarion, Dit zijn de namen en De...

Bad Nerves

31 maart 2024Paaspop, Schijndel

Chase & Status

31 maart 2024Paaspop, Schijndel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in