Het is geen uitroep die veel weerklank zal vinden in India, maar verder valt er weinig af te dingen aan de reeks Mort Aux Vaches van het label Staalplaat. De titel die verwijst naar een antiautoritaire Mei ’68-kreet (“Dood aan de flikken”) past treffend bij de verschillende artiesten die de voorbije jaren gekozen zijn om een album in de reeks te maken.
Tot de bekendere groepen die bijgedragen hebben, behoren onder andere Zeitkratzer, Colleen, Pan American, Merzbow en Scanner, al is naambekendheid nooit een criterium geweest. En ook al lijkt de focus op electro en ambient te liggen, toch blijft de enige rode draad die tot op heden ontwaard kan worden, een keuze voor artiesten die eigenzinnig hun eigen ding doen en daarbij wars van alle hypes en stijlen te werk gaan. Dat de Brusselse Ignatz (Bram Devens) bijgevolg vroeg of laat aan de lijst toegevoegd zou worden, lag dan ook voor de hand.
Het Mort Aux Vaches-album van Ignatz bevat de radio-opnames voor het VPRO-radioprogramma Dwars op 7 december 2005, ten tijde van het verschijnen van Ignatz’ debuutalbum. Opvallend is dat tussen de vijf nummers twee songs staan die ook op plaat verschenen zijn, met name “Echo All Acoustically Correct” (uit het debuut) en “The Dreams”, een song die pas twee jaar later op II opnieuw zal opduiken . Een vergelijking van de nummers in kwestie met hun albumvarianten laat meteen horen dat ondanks het improvisatorisch karakter dat Ignatz geregeld hanteert, de songs in kwestie wel degelijk gelijk zijn.
Zowel de tijdsperiode als de twee voorvermelde songs maken meteen ook duidelijk dat de nummers op deze plaat sterk aanleunen bij de eerste twee albums van Ignatz. Zo kiest opener “The Opposite” duidelijk voor een akoestische insteek die echoënd verloopt terwijl Devens mompelend enkele woorden zingt. De meanderende bluesstructuren verlopen in een vertekend crescendopatroon alvorens op te lossen in enkele mistige gitaaraanslagen. De intensieve luisterervaring roept meteen ook de vraag op waarom dit nummer niet eerder op plaat verscheen.
De song vormt bovendien de perfecte aanzet voor zowel “Echo All Acoustically Correct” — die niet onder hoeft te doen voor de albumversie — en “The Dreams”, dat ditmaal een minder drukkend geluid krijgt, maar niets aan intensiteit inboet. De song gaat moeiteloos over in het door geluidsgolven voortgestuwde “My Little Sanctum”, het enige nummer dat niet alleen zwaar op distortion leunt, maar ook gekenmerkt wordt door een drone-aanpak. Want waar de andere nummers in de eerste plaats op bluespatronen steunen, wordt het repetitieve hier tot zijn uiterste doorgedreven.
De song volgt een intrigerende piste die op dit album niet verder gevolgd wordt zoals uit het afsluitende “The Room” mag blijken. Voor dit laatste nummer kiest Devens immers opnieuw voor een sterk akoestisch gerichte bluessong waarbij zijn fezelende zang alle ruimte krijgt. De verstoorde akoestische nadruk van de plaat ligt volledig in de lijn van de eerste twee albums waar Devens zijn op vooroorlogse blues geënte geluid bij voorkeur zo krakkemikkig mogelijk liet klinken, alsof de nummers door een aftandse radio gejaagd werden.
De Mort Aux Vaches-reeks noch Ignatz zelf dienen voorgesteld te worden, beide staan genoegzaam bekend om de kwaliteit die ze weten aan te bieden. Dat Ignatz zich met deze oude opnames in de reeks inschrijft, bevestigt alleen maar dat hij zijn plaats in het befaamde pantheon al enige tijd meer dan verdiende. Wie in het bijzonder de eerste twee albums van Ignatz hoog inschat, vindt in dit album een waardige aanvulling.
Mort Aux Vaches is uitgebracht in een editie van 500 exemplaren.