Wat
waren we gelukkig en stomverbaasd, die blauwe maandagmorgen waarop
we ‘Visiter‘
ontmaagdden. Net zoveel extase toen we hoorden dat de band al een
nieuw plaatje op de markt gooide, nauwelijks een klein jaar na het
vorige. Maar wat schiet er van dat bijna kinderlijke enthousiasme
nog over, 45 minuten later? Niet zo gek veel, want om de deur
meteen staalhaard open te trappen: middelmatigheid heerst op ‘Time
To Die’. Axel Witsel-gewijs lijken The Dodos nauwelijks nog op de
zo fel bejubelde band van een jaar geleden.
Niet dat we dat meteen konden vermoeden, want de eerste noten van
‘Time To Die’ klinken meer dan veelbelovend. ‘Small Deaths’ mag dan
al volledig anders klinken dan we van de band gewoon zijn (zou het
aan de inbreng van vibrafonist Keaton Snyder liggen?), de zalvende
stem van Meric Long draagt het nummer uitstekend en je hoort in
alle geledingen dat Fleet Foxes-producer Phil Ek meer dan een voet
tussen de deur en een hand aan de knoppen had. ‘Small Deaths’ is
alleraardigst opgebouwd en lijkt twee nummers in een te combineren,
als was het een moderne bewerking van ‘Paranoid Android’ (The Dodos
doen dit niet voor het eerst), maar vloeit wel nagenoeg perfect je
oorschelp in.
Eenzelfde niveau wordt gehaald op het zachtere en daardoor minder
hoekige ‘Longform’ – de breuk met ‘Visiter’ is nu compleet – dat
afsluit met een aardig stukje waarin de jongens een flink eind
wegjammen. Single ‘Fables’ is The Shins 2.0; wij
houden van The Shins en alles wat ermee kan vereenzelvigd worden,
en vinden ‘Fables’ dan ook een uitermate sterke single.
Maar drie zwaluwen maken de lente niet, net zoals een goeie match
tegen Spanje geen WK-kwalificatiecampagne maakt. Zowel René
Vandereycken als Frank(y) Vercauteren zitten tegenwoordig dan ook
gewoon werkloos thuis, waarmee we maar willen zeggen: ergens stopt
het. ‘Troll Nacht’ is nog wel oké (al hadden ze wat inspiratie
kunnen gebruiken toen ze het kind een naam gaven – wij dachten b.v.
aan ‘Within Temptation’), maar rustig voortkabbelend wordt het ook
nooit meer dan aardig. Het nummer recycleert het geluid dat we nog
kennen van ‘Visiter’, maar het is niet voor het eerst dat we
opmerken dat The Dodos dat trucje wel verleerd lijken.
Zo is ‘This Is A Business’ gewoon een erg makke versie van wat de
band ooit voortbracht en zou ‘Two Medicines’ in een rechtvaardige
wereld een regelrechte sollicitatie zijn voor een reisje naar een
strafkamp ergens in Japan, Jeroen Brouwers achterna. Fijne ritmiek
aan het eind, dat dan weer wel. Ook ‘The Strums’ en ‘Acorn Factory’
zijn vullertjes waarvoor je de skiptoets hanteert, maar wanneer je
een matig album met slechts negen nummers in de hand hebt, kom je
zo wel snel aan het eind.
Titeltrack ‘A Time To Die’ is een perfecte synthese van album en
band. Qua geluid krijg je een ratatouille van alles waar The Dodos
in hun vier jaar lange carrière voor hebben gestaan, qua niveau een
matige samenvatting van dit al te weinig hoge toppen scherende
album. 2008 was goed, 2009 een pak minder, misschien moeten deze
Dodos zich maar even gaan bezinnen, willen ze niet even laag
vliegend eindigen als het organisme waar ze hun naam aan
ontleenden. En als u ons nu wil excuseren, de nieuwe Muse ligt
namelijk op ons te wachten en we hebben in tijden niet meer
smakelijk gelachen!
The Dodos spelen op 21 november in Trix (Antwerpen).