Nog geen nieuwe reguliere plaat in zicht, maar Sonic Youth verzacht de pijn van het wachten met een nieuw deel in de SYR-serie. Een stevige portie noise is wat de band te bieden heeft, maar dat wil nog niet zeggen dat de hier gebrachte muziek ontoegankelijk is.
Drukke tijden voor fans van Sonic Youth. Beter: drukke tijden voor de fans van de experimentele kant van Sonic Youth. Recent verscheen met Sensitive/Lethal een brok noise van frontman Thurston Moore en de band zelf brengt de SYR-serie opnieuw op kruissnelheid. Twee jaar is het geleden dat de New Yorkers samen met percussionist Tim Barnes SYR 6 uitbrachten, nu ligt deel zeven in de winkel en nummer acht is ons voor later dit jaar beloofd.
Net als zijn voorganger is SYR 7 een liveplaat geworden. Of toch een halve: de A-kant — jawel, deze SYR komt alleen in vinylversie — werd opgenomen op het All Tomorrow’s Parties-festival in 2000. Tijdens dat concert testte de band oerversies uit van de nummers die zouden eindigen op Murray Street en werd het ruim twintig minuten durende en grotendeels geïmproviseerde "J’Accuse Ted Hughes" opgevoerd, een song die sindsdien een zowat mythische status heeft gekregen onder hardnekkige Sonic Youth-fans. Dat het stuk niet overal in goede aarde viel, kan opgemaakt worden uit de cover van de lp: een uitvergrote stuk uit Melody Maker waarin het concert, in de kop, met de grond gelijk gemaakt wordt.
Natuurlijk is "J’Accuse Ted Hughes" niet your average popsong, of zelfs maar een doorsnee Sonic Youth-nummer, maar talent komt er wél bij te pas. De drone, bij momenten voorzien van doordringende hese vocalen van Kim Gordon, is een hypnotiserende massieve blok geluid die de Sonic Youth van het in 2000 verschenen en schromelijk onderschatte NYC Ghosts And Flowers in al zijn ongeremdheid laat horen. Waar de drift om buiten de lijntjes te kleuren op die plaat nog in songstructuren gegoten wordt, krijgt het viertal hier vrij spel in hun vrijzinnige muzikale adaptatie van de dood van Sylvia Plath en de eventuele rol daarin van echtgenoot en dichter Ted Hughes. Al is er voor hetzelfde geld géén verband tussen song en realiteit: aan de luisteraar om te bepalen in hoeverre er een link is tussen beiden.
Op de tweede plaatkant ietwat andere koek. Ook hier maar één song, het eveneens een volledige kant innemende "Agnès B Musique". Dit stuk werd in 2001 — toen Jim O’Rourke nog deel uitmaakte van Sonic Youth — in de ondertussen alweer opgedoekte Echo Canyon-studio van de groep opgenomen en vormt de soundtrack bij een nooit in de praktijk gebrachte samenwerking met modeontwerpster Agnès B.
"Angès B Musique" begint zeer ingetogen, het lijkt zelfs alsof Sonic Youth flirt met new age, maar laat heel subtiel en uitermate langzaam de feedback en dissonante gitaren aanzwellen tot je, zonder dat je je ervan bewust bent, aan het luisteren bent naar een nummer dat louter en alleen bestaat uit gitaarklanken die in de niet begrijpende buitenwereld als "ruis" omschreven worden. Al heeft dat als positieve keerzijde dat Sonic Youth met "Agnès B Musique" laat horen dat noise niet ontoegankelijk hoeft te zijn, maar zich net zo goed laat omschrijven als ’sfeervol’ en ’betoverend.’
Sonic Youth staat op 5 augustus op de Lokerse Feesten.