Een album van het jaar schrijven, het legt een zware druk op de schouders. Eenieder verwacht dat de opvolger nog beter en mooier dan de vorige zal zijn, maar vooral nog meer van hetzelfde. De verlammende angst zorgt maar al te vaak voor een doodse stilte, in de hoop dat de tijd mild zal zijn en de smaken geëvolueerd.
De Schotse sirene Isobel Campbell trekt zich daar echter geen moer van aan en brengt nog geen jaar na het nu al klassieke Ballad Of The Broken Seas een nieuw album uit. Een dat zonder meer controverse zal uitlokken, want op Milkwhite Sheets kiest Campbell resoluut voor een licht psychedelisch folkalbum. De eerste recensies en reacties liegen er alvast niet om: Campbell heeft volgens velen niet alleen de plaat maar ook de miskleun van het jaar gemaakt. Tja, wie graag een nieuwe Campbell/Lanegan hoorde, zou er sowieso aan geweest zijn voor de moeite. Herhalingsoefeningen zijn misschien wel handig voor de kneusjes van de klas die maar niet in kunnen zien dat "1+1 = 2", maar iedereen met ook maar een beetje intelligentie hoort graag eens wat anders ook. Verandering van spijs doet nu eenmaal eten.
Eens Campbell in contact gekomen was met deze donkerdere folkvariant, rees het idee om met die erfenis aan de slag te gaan. Net zoals op Ballad Of The Broken Seas het duet nieuw leven ingeblazen werd, wordt hier resoluut de kaart van de oude folk getrokken, waarbij — zoals de traditie het wil — de helft van de songs bewerkingen van andere nummers zijn. "Willow’s Song", geplukt uit de soundtrack van de Britse culthorrorfilm The Wicker Man, geeft de sfeer van het album treffend weer: onaards, dreigend en duister, maar ook saai, oervervelend en nietszeggend, afhankelijk van de gemoedsstemming en smaak.
Er moeten uiteraard geen doekjes om gewonden worden: Milkwhite Sheets is een pure folkplaat. De erotische ondertoon uit Ballad Of The Broken Seas is ingeruild voor paganistische dreiging en pastorale liefdesverklaringen. "Hori Hora" en "Reynardine" slapen in hetzelfde bedje als Vashti Bunyan, al heeft Campbell nog niet de maturiteit of angelieke pracht van Bunyan bereikt. Dat Campbell "Loving Hanna" a capella zingt, legt haar ijlheid nog meer bloot maar geeft het nummer ook een extra elan vanwege de naaktheid en kwetsbaarheid. Toch sluit de Amerikaanse bergballade "O Love Is Teasin’" meer aan bij de feeërieke zang van Campbell.
Het mooie "Are You Going To Leave Me" is Campbell op het lijf geschreven: de dreigende drums en zacht aangeslagen gitaren plooien zich wonderwel rond Campbells stemtimbre. Ook "Milkwhite Sheets" bleek een uitstekende keuze: het dromerige karakter van dit instrumentale tussendoortje heeft hier een thuis gevonden. Dat Campbell zich de taal van folk eigen heeft gemaakt, is duidelijk te horen in de originele nummers. "Yearning" wasemt opnieuw een pastorale sfeer uit en "Cachel Wood" is dankzij de harmonicatoets zelfs een van de beste nummers op de plaat.
Ook "James" en "Are You Going To Leave Me" stijgen boven de andere nummers uit, niet in de laatste plaats omdat zij evengoed op Ballad Of The Broken Seas hadden kunnen staan. "Over The Wheat & The Barley" en "Beggar, Wiseman Or Thief" bevestigen wat al langer duidelijk was: Campbell barst van het talent. "Thursday’s Child" en de hidden track "Bird In The Wood" hebben daar verder niets meer aan toe te voegen.
Het is eigenlijk ironisch om vast te moeten stellen dat Milkwhite Sheets tekort schiet, eerder dankzij dan ondanks de covers. In de eigen nummers weet Campbell zich immers veel beter een plaats en identiteit te geven. Misschien was de keuze van de nummers ongelukkig, of had Campbell te veel schroom om ze te herwerken naar eigen smaak. Dat Campbell met dit album het succes van Ballad Of The Broken Seas niet zal evenaren, ligt voor de hand, maar dat doet geen afbreuk aan de pracht van dit (folk)album.