Dylan zou er dezer dagen gladweg naast zitten: de tijden veranderen niet, ze komen gewoon terug. In golven van nostalgie, uit gebrek aan beter of aan gedurfde ideeën. Recycleren blijkt niet alleen milieuvriendelijk, maar een snelle blik op een hitparade of afrekening leert ons ook dat het ditmaal blijkbaar tijd was om wat basgedreven inspiratie te plukken van de nog steeds stevig overleden Ian Curtis.
Vijfentwintig jaar nadat Curtis het keukenplafond opzocht, komt New Order — dat uit de briljant desolate puinhoop van Joy Division oprees als een goedgemutste overlever van een natuurramp — ook aandraven met nieuw werk. We laten de schriele promopraat wel eens lusteloos op onszelf los en hopen altijd weer dat het snel over zal zijn en er niet teveel van blijft plakken.
Waiting For The Sirens’ Call zou, naar men zegt, dan ook een perfecte symbiose tussen dans- en gitaarmuziek moeten zijn. De rocktoon van het vorige Get Ready is inderdaad wat verdwenen en sommige tracks knipogen meer dan eens naar eerder werk als Technique uit 1989 of zelfs het onverwoestbare "Blue Monday". Maar na talrijke beluisteringen houden wij termen als "meesterwerk", "perfecte pop" of "heerlijke Hüttenkäse" toch vastberaden in de koelkast. Wel hoorden we soms aangename, dromerige klaterpop voorbijkabbelen. En normaal gezien klagen we dan zelden, u kent ons.
De voorbode van deze Waiting For The Sirens’ Call, de uitstekende single "Krafty", bleek nochtans wél een fameus schot in de roos en beloofde meer dan alleen maar lichtvoetige wegwerppop. Een mokerslag van een tekst over gemiste kansen en routine. En met een sprankelende melodie, die ons wat deed denken aan het wat vergeten "Get The Message" van Electronic. Maar daarmee werd het vet al grotendeels van de soep geslurpt.
"Guilt Is A Useless Emotion" heeft nog een sterke titel, maar klinkt verder als te fletse botsautomuziek. In diezelfde hoek van de kermisattractie, met de jetons in de jeans en starend naar een kleurloze James Dean, staat ook het naar Ace Of Base likkende "I Told You So" (inclusief flauwe dancehallbeats en ongeïnspireerde Velvet-gitaren) zich aan te stellen. Ook de nieuwe, lome single "Jetstream" (waarop Scissor Sisters’ Ana Matronic even komt meezingen) weet ons niet te overtuigen en doet ons zowaar denken aan iets onbeduidends van Kylie Minogue.
Als de lyrics van Bernard Sumner op deze Waiting For The Sirens’ Call dan ook nog gebukt gaan onder het van te moeten-syndroom voelen we ons willens nillens aangesloten bij een denkbeeldige bond zonder naam, maar met zinloze ambitie. Verspreid over de elf tracks horen we voorzetten als "I’ve got to change your mind", "You’ve got to hold your head up high", "You’ve just gotta try it". Alsof rusteloosheid een succesteam zou moeten vormen met iets als timemanagement. Wij passen.
Dat doen we, na enkele extra peddelslagen, niet voor opener "Hey Joe" dat wél gulpende emotie biedt: er is een storm op komst, harten worden tot op de aorta gebroken en volwassen soldaten staan te huilen. Ook het titelnummer en "Hey Now What You Doing?" omzeilen gezwind de klippen en zetten fors koers richting het predikaat fijne popsong.
Maar het is dus te weinig om ons mee in het gras te vleien met een spriet tussen de tanden. De blik naar de zon en de gedachten in de wolken. Sumner & co sneden naar eigen zeggen nog zeven songs chirurgisch weg van deze Sirens’ Call om ze volgend jaar op te duikelen voor een nieuwe plaat. Wij zouden daar toch even over nadenken. Niets zo irritant als middelmatigheid en op deze nieuwe New Order staat het er net iets te vol van. Als er dan toch per se wat Britse zomerpop in de frigobox moet, neemt u bij een volgend bezoek aan de platenboer maar gewoon Here Come The Tears van The Tears mee.