Wie graag een muzikale uitdaging heeft om de feestdagen mee door te spoelen, kan aan de slag met Perverts van Ethel Cain, een dark ambient-epistel van net geen anderhalf uur. Het is een beetje als de Bijbel die de Amerikaanse artieste zo gretig aanhaalt: zelfs voor zij die zich geroepen voelen een loodzware opgave om uit te zitten, laat staan doorgronden. Oppassen met fanatici, ook.
Zowat halverwege “And The Ass Saw The Angel”, Nick Caves debuutroman uit 1989 in de Southern Gothic-traditie, lezen we het volgende fragment:
“Ah entered the antechamber and O how this place of worship had fallen from grace. There was a bookcase stacked with hymn books and little bibles, shamefully neglected in their jackets of dust and web. Ah removed one of the bibles. Water had warped the cover and stained the pages, and inside the paper was still damp and spotted in blotches of grey mould. On one page it said:
5 They have corrupted themselves
Their spot is not the spot of his children:
They are a perverse and crooked generation
Mah scalp crawled and ah closed the book. A chilly thing. The Bible. Sometimes.”
Een verdorven generatie, Bijbel? Op rouwplaat-zonder-overledene Perverts voelt Ethel Cain zich aangesproken.
Meer dan genoeg leed van Southern Gothic-proporties in het leven van Ethel Cain, het muzikale alter ego van Hayden Silas Anhedönia. 16 jaar na haar geboorte als Hayden Silas Horner, zoon van een diaken uit de Southern Baptist Convention in Tallahassee, Florida, verliet ze familie en kerkgemeenschap, op zoek naar verlossing van dat vermaledijde lichaam dat haar niet paste. Na haar transitie gaf ze, met de muzikale basis (koorzang en piano) die ze onthield van haar quasi sektarische opvoeding, vorm aan een mythologie parallel aan haar eigen beproevingen.
Ethel Cain was geboren, en dankzij een handvol songs en EP’s, en uiteindelijk een eerste LP Preacher’s Daughter (2022) kwam het project op de radar van popfanaten uit die verdorven generatie Z die een soort Lana Del Rey (toegegeven: zelfde getormenteerde romantiek, zelfde dromerige nostalgie) uit de onderwereld in de jonge artieste zagen. Met zijn 75 minuten was die debuutplaat al een relatieve onderneming, die bijwijlen ook de fans van het eerste uur aan het wankelen bracht met subtiele, uitdagende pasjes richting dark ambient en slowcore. Songs als “American Teenager” maakten het toen nog allemaal lekker behapbaar voor de gemiddelde zoomer met een zwak voor alt-pop met scherpe randen.
Dan is Perverts, een op hol geslagen EP (Ethel Cain losjes geparafraseerd: een zijsprong die niet volledig in het ruimere project paste) met een runtime van zo goed als anderhalf uur, toch flink andere koek, die Ethel Cains volgelingen zonder meer de kast zal injagen wegens moeilijk, zo niet onmogelijk, te verteren. Single “Punish”, bloedmooie afsluiter “Amber Waves” en “Vaccilator”, de enige song met drums, kan de argeloze luisteraar met een beetje lef nog wel overleven. Wie zich niet klaar of niet bereid voelt voor de hele helse rit, kan zich tot dit drietal beperken, maar krijgt daarmee ook weer niet alle stukken van de puzzel in handen, natuurlijk.
Perverts lijkt zo enkel weggelegd voor masochisten die in kille, donkere ruimtes kunnen genieten van slepende dark ambient met tergende drones en uiterst spaarzame piano of gitaar over onheilspellende teksten. Hen staat een ware calvarietocht van, opnieuw, anderhalf uur te wachten, verspreid over amper 9 nummers zonder echte houvast. Zij weten na de eerste klanken meteen hoe laat het is. Titelsong “Perverts” begint met een lo-fi opname van christelijke hymne “Nearer, My God, To Thee”, en wat volgt is meer dan 10 ontmoedigende minuten zwarte ruis over de woorden “Heaven has forsaken the masturbator”.
En. Het. Houdt. Niet. Op. In “Housofpsychoticwomn” dreunen de woorden “I love you” monotoon en vervormd over een laag pulserende synth noise tot ze alle betekenis verliezen en gewoon eng klinken. “Pulldrone”, een metafilosofische konijnenpijp zonder licht aan het einde van de tunnel (graaf op eigen risico verder in Ethel Cains ideologie die ze “the ring, the great dark, and proximity to god” noemt), klinkt net als die titel. Het eerder aangehaalde “Amber Waves”, qua stem, instrumentatie en melodie veruit de mooiste song op Perverts, maakt het de luisteraar dan weer knap lastig door die in een ellenlange val in een emotionele afgrond mee te sleuren, tot de onvermijdelijke bodem: “I can’t feel anything”.
Of Perverts kan groeien tot meer dan een meta-album dat niet voor zijn inherente muzikale waarde maar wel voor zijn potentiële culturele impact langdurige relevantie kan verwerven (lees: maakt Gen Z hier een meme van zonder echt te luisteren?), zal nog moeten blijken. Dapperen die zich ondertussen gewillig onderwerpen aan Ethel Cains visie op thema’s als hemel en hel, zonde en straf, ontucht en schaamte, liefde en haat, lijden en verlossing, door een religieuze, zelfs uitgesproken bijbelse bril, wacht als beloning een uitermate beklijvende sonische totaalervaring zonder weerga in een uniek Southern Gothic-universum, ver voorbij de grenzen van het gangbare.
M’n scalp krioelde en ik zette de plaat af. Een kil iets. Ambient. Soms.