PUKKELPOP 2023: Smeltende tenten in sonisch cinemascope

, , , ,

Wat is dit; Best Kept Secret? Yup, net als het begin, lijkt ook het einde van de festivalzomer te puffen onder een loden hitte. Tussen de straaltjes zweet vonden we ook wat notities van uw zweterige correspondenten op de wei.

Dag Eén: Misplaatste loeigitaar

De Billie Eilishfans hebben een spurtje getrokken naar die eerste rij, wij komen even later, rustig opgesjokt; we zien het achteraan ook wel. Maar eerst is er dit:

“Fijn dat jullie hier zijn. Ik vind het persoonlijk ook erg fijn om hier te zijn”. Yup, Jelle Denturck is in zijn nopjes dat Dirk. voor een aardig halfvolle Marquee mag spelen, en keek daar duidelijk naar uit. “Dit nummer gaat over onze vorige nacht”, kondigt hij “Can’t Sleep” aan, en dat hij zich had voorgehouden dit als “gewoon een show” te bekijken om niet te sterven van zenuwachtigheid. In weerwil van wat hij dolt, klopt dat: Dirk. speelt naar gewoonte scherp en strak, laat de gitaren snedig jakkeren, en gooit met “Hit”, “Toulouse” en “No” best wel wat knallers de tent in. Dat de band zijn frisse indie uitbreidt met wat meer episch gitaarwerk hoor je aan een uitgesponnen “Alarms”, waarin de muzikanten uitgebreid loos gaan. Perfect setje? Perfect setje.

Al even gerodeerd komt Froukje de coulissen uitgewuifd om meteen na een potsierlijk pompeuze intro in een prettig “Groter dan ik” te glijden. “Onbezonnen” is al evenzeer twintigertwijfels op een beatje. De roodharige Nederlandse brengt het met charme en oprechte lichtjes in de ogen, maar moet daarbij opboksen tegen haar al te platte stadionband die alles platwals met goedkope krachtpatserij. Zelfs een gevoelig nummer als “Zeventien” krijgt in de outro een misplaatste loeigitaar mee. Je bedenkt hoe jammer het is dat de zangeres zo snel naar een soort Sportpaleisniveau is gesjeesd waar dat de norm is, zodat ze nooit geleerd heeft hoe klein soms beter kan zijn.

Froukje is het gezicht van een generatie die uitzichtloosheid een zekerheid weet, en dan maar vergetelheid zoekt in het feesten. Met de dubstepdrops van “Zonder gezicht” trekt ze ons langzamerhand de dansvloer op, en gaat het tempo de hoogte in. Het eindigt met de existentiële disco van “Als ik God was” en “Ik wil dansen” – je moet iets, ook als je geen echte toekomst ziet. Duizend handen gaan de lucht, Froukje draait een laatste pirouette op de rand van de Main Stage.

Wij zien dat er vandaag nog wel wat te dansen is; komt wel goed met die jeugd.

Ethel Cain brengt haar bijzondere plaat Preacher’s Daughter bijna in volgorde, en dat wil zeggen dat hitje “American Teenager” vroeg in de set zit. Wordt vlot meegezongen door een volle Club, maar wanneer daarna ‘moeilijker’ materiaal naar boven wordt gehaald is het snel uit met de pret. Hayden Silas Anhedönia, zoals ze ooit geboren werd, vervalt in nietsig gezucht en gezemel, en wat erger is: de bijzondere klank van die plaat, vol verre echo en galm, komt er hier niet door. Haar band, een basisbezetting van bas-drum-gitaar, slaagt er niet in om meer te maken van de songs, die hier volstrekt doodvallen. Op de eerste rijen wordt trouw doorgebeten, maar achter hen vallen meer en meer gaten, verwordt meezingen tot geklets. Zeggen dat Ethel Cains set doodviel zou te ver leiden, maar het viel wel door de mand.

Dat ga je bij rasentertainers Bob Vylan niet krijgen. Frontman Bobby Vylan – niet te verwarren met drummer Bobbie Vylan – leidt zijn publiek ter inleiding door wat ‘light stretching and meditation’, en dan pas gaan de drums en de computer loos. ‘We at Bob Vylan Enterprises feel strongly about a lot of things’, gaat het, en passeren achtereenvolgens de revue: Elvis (een minderjarigenmisbruikende racist), de politie (geen kwestie van rotte appels, maar een rotte boom) en het Britse koningshuis (Charles is een ‘wifekiller’). Moet het verbazen dat Vylan zich verkoopt als ‘not the pacifist kind of punk, but the violent’?

En toch gaat het er niet agressief aan toe. Tuurlijk wordt er gemosht bij het leven op de elektronische klank, de razende raps. Maar Vylan is een frontman die van een gemoedelijke grijns zijn handelsmerk heeft gemaakt, en er eigenlijk best een good old chap lijkt als ie zich niet staat op te winden. ‘Oeppa a bakkès’, laat ie nog wat Vlaams horen, en het klinkt alsof hij het zelf de beste mop ter wereld vindt. Wij voorspellen voor Bob Vylan Enterprises grote beurswinst na dit weekend.

Op de Main Stage verschijnt één telefoonhokje, en wanneer de hoorn van de haak gaat, staat daar: Olly Alexander. Yup, Year & Years is nog altijd op tour met het kinky cabaret rond laatste plaat Night Call, en dat wil zeggen dat dat telefoonhokje enkele nummers later een rijtje groezelige toiletten is geworden waarin de dansers vunzige seks veinzen: leutig.

Jammer dus dat de soundtrack erbij zo godsgruwelijk flauw is geworden. Ooit, toen Years & Years nog als trio door het leven ging, was dit drie singles lang een veelbelovende, spannende popgroep. Nu, drie ontgoochelende platen later, is dit een teleurstellende nageboorte daarvan. Alexander heeft sindsdien geen goed nummer meer uit zijn pen gekregen, en ook vandaag is het huilen met de pet op. Zelfs Pet Shop Boyscover “It’s A Sin” mist de spanning en de woede van het origineel. “I’ll Never Get Over You, Pukkelpop”, sluit de frontman af. Helaas is dat gevoel zelfs na een euforisch “King” – dan toch één mooi moment – niet wederzijds. Wij zijn Years & Years morgen alweer vergeten.

In de Marquee is het ondertussen duizend graden, en het is dan ook niet gek dat we daar aan de horizon gekke luchtspiegelingen zien. M83 brengt er een fata morgana van een optreden, een koortsdroom waarin blazende en jagende synths een uur lang als woestijnzand langs de oren schuren. “Teen Angst” is een woelig dromen najagen, in “*” knallen de drums nog wat luider. Wat een goeie klank, overigens! We zouden bijna zeggen dat M83 zo goed als op plaat klinkt, maar onze Shazam weet van niets: toch live, dus.

Maar zo goed is het dus wel. Zonder te grossieren in grootse refreinen of meezingstukken sleept Anthony Gonzalez een langzaam smeltende tent mee in zijn sonisch cinemascope. Het is ijl zonder zweverig te zijn, krachtig zonder met de spierballen te rollen, bombastisch zonder sérieux. Wat M83 op Pukkelpop bracht was iets volstrekt unieks, en dan moet “Midnight City” nog komen. Terwijl dié synthriedel uit de tent schalt, loopt het publiek luidkeels meezingend terug de sauna in, voor een stomende apotheose.

 

En just like that, als een duiveltje uit een liftje onder het podium, hebben we: de Blijde Intrede van Billie Eilish. ‘I wanna end me’, fluistert ze, en dat is precies het jolige begin dat duizenden pubers nodig hebben om volstrekt van hun melk te zijn. Daar staat hun heldin, precies zoals ze hier dag op dag vier jaar geleden stond: in een American Football-outfit, every inch de tomboy van hun dromen, de vrouw die weigert haar vrouwelijkheid in te zetten om haar muziek te verkopen. Toen was dat nog in de namiddag, nu is ze de Onbetwiste Headliner Van Deze Generatie. En zo triomfantelijk als die Koninklijke titel – you should see her in a crown – wordt ook haar set. In een rotvaart zal ze zich door 24 nummers werken, toeters noch bellen sparend. Vuurfonteinen krijgen we al om de diepe beats van “Didn’t Change My Number” van kleur te voorzien, in “NDA” wordt het hellend vlak waarop de zangeres staat een Lost Highway-achtige snelweg, sportwagen achter haar op het scherm.

Net daarvoor bewaken drummer Andrew Marshall en broer en muzikant-van-alles Finneas de rechter- en linkerflank van die bovenste podiumrand. Alles daarvoor is haar terrein, en haar terrein alleen en met wat een présence beheerst ze die! Eilish is nauwelijks 21 maar lijkt volstrekt op haar gemak in deze gigantische ruimte, met savoir-faire en empathie gaat ze om met die overdonderdende adoratie. “You love me? I love you too”, glimlacht ze die weg. Barbie-song “What Was I Made For” wordt ondertussen massaal meegezongen; welkom in de Kerk van Billie.

Dat er vocaal al eens een bandje meeloopt om het hypergeproducete geluid van haar platen te benaderen? Het kan niet anders, vermoeden we, maar eigenlijk doet het Eilish als zangeres geen recht. Dat ze kán zingen horen we immers in het akoestische blokje waarvoor ze samen met Finneas plaatsneemt op twee stoeltjes vooraan. Het is bijna ongezien op deze concertschaal om voor zo’n intieme benadering te kiezen, maar het kampvuurmoment komt binnen. Zeker “Your Power” is overrompelend.

Waarna het back to business is, en Eilish voor een eindspurt zorgt die alle twijfelaars – ja, ook die irritant luidkeels pratende minus habens naast ons – over de streep trekt. “All The Good Girls Go To Hell” wordt begeleid met beelden van klimaatprotesten, de zin “Geen muziek op een dode planeet” en zijn Frans equivalent nadien op het scherm voor wie het zo nog niet had begrepen. En dan is er “Everything I Wanted”; nog steeds het mooiste nummer dat zij en Finneas – over wiens steun het gaat – ooit schreven. “Bad Guy” is het feestmoment nadien, waarna “Happier Than Ever” opbouwt tot een krachtige finale die geen vuurwerk nodig heeft, maar toch maar mooi meekrijgt voor net dat tikje meer euforie.

Een afgeladen wei druppelt naar huis, met niets dan blije gezichten. We zien ouders met jonge kinderen die de avond van hun leven hadden, tieners bij wie dat van hen wat is veranderd. Zullen we het dus maar zeggen? Billie Eilish op Pukkelpop was er eentje voor de geschiedenisboekjes.

Beeld:
Tanguy D'haenens, Jan Van den Bulck

verwant

recent

Lara Taveirne :: Wolf

Sommige boeken wil je niet schrijven, maar dringen zich...

Father John Misty :: Mahashmashana

De nieuwe plaat van Father John Misty is een...

De mannen broeders :: Sober maal

AmenRa-frontman Colin Van Eeckhout is niet vies van een...

Eigen huis. Het geheugen van een museum :: Museum Dr. Guislain Gent

De 19de-eeuwse architectuur van het psychiatrisch verzorgingstehuis Dr. Guislain...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in