Hier en daar wordt gefluisterd dat The Room Next Door, de eerste Engelstalige film van Pedro Almodóvar waarmee hij op het festival van Venetië de Gouden Leeuw won, een beetje een zielloze aangelegenheid is die in scherp contrast staat met de flamboyante films waaraan hij zijn faam dankt. Nu is het natuurlijk onzin om te verwachten dat een cineast of kunstenaar tijdens zijn of haar hele carrière geen evolutie zou ondergaan en bij Almodóvar beslaat die loopbaan ondertussen al vijf (!) decennia. Dat Volver of Dolor y Gloria dus anders zijn dan Matador of La Ley del Deseo, is niet meer dan logisch.
Toch lijkt het bij aanvang alsof een deel van de kritiek ditmaal wel gerechtvaardigd is. Julianne Moore en Tilda Swinton zijn uitstekende actrices, maar het eerste stuk van The Room Next Door is stroef en log en wordt dan ook nog eens geplaagd door ongemakkelijke flashbacks en veel te veel onnodig converseren over de plot. Die plot draait om twee oude vriendinnen die elkaar na jaren terugzien op een moment dat een van hen (Swinton) in de laatste fase van baarmoederhalskanker is aanbeland en de daarbij horende chemotherapie. Ze vinden elkaar terug in heel lange gesprekken tot het personage van Swinton aan haar vriendin vraagt om haar te vergezellen naar een gehuurde woning alwaar ze van plan is om op een bepaald moment via een zelf toegediende euthanasiepil een einde te maken aan haar uitzichtloze situatie.
Vanaf dat moment versmelten de beide getalenteerde vertolksters echt met hun rollen, slaagt de film erin het drama uit te diepen, vindt Almodóvar het juiste ritme en bloeit de prent ook visueel eindelijk volledig open. De conversaties die beide protagonisten nu voeren, leiden naar een sterke emotionele ontlading en behoudens een onnodige subplot die milieuproblematieken bij de zaak betrekt, is het allemaal een stuk gebalder en meer stuwend. Daar komt bij dat inzake kleurpalet en belichting het allemaal ook een pak sterker wordt. Fotografieleider Eduard Grau is nu niet meteen een van de groten in zijn vak maar in dienst van de juiste cineast met een duidelijke creatieve visie, slaagt hij er wel in degelijk werk neer te zetten (een van die gevallen waarin de balans tussen regie en fotografie anders bekomen wordt dan bijvoorbeeld bij DP’s die een heel duidelijke eigen stijl hebben en die van film tot film meenemen, zelfs als ze met anderen achter de camera samen moeten werken).
Uiteindelijk is The Room Next Door met dat alles zeker niet een van Pedro Almodóvars grootste werken. Dit is een gedegen, wat onevenwichtig drama dat ontegensprekelijk grootse momenten kent maar evengoed een heel aantal inzinkingen en vooral een bijzonder zwak eerste half uur. Datzelfde geldt voor de vormtaal die zich nooit kan meten met het beste werk van Almodóvar, maar ook wel te veel te bieden heeft om zomaar af te schrijven.