Megalopolis

Meer dan een kwarteeuw lang (en naar verluidt lag de kiem van het idee eigenlijk nog veel verder terug in de tijd) probeerde Francis Ford Coppola zijn passieproject Megalopolis op het scherm te krijgen. Coppola heeft uiteraard niks meer te bewijzen, en dat is een understatement van jewelste. De Amerikaan behoort immers tot de groep ‘New Hollywood’-cineasten die vanaf het begin van de jaren negentienzeventig voor een ommekeer zorgden in Hollywood. De filmindustrie, die worstelde met zwaar teruglopende bezoekersaantallen – het is ook daarom dat dit scharnierpunt wel eens het einde van het ‘klassieke’ Hollywoodtijdperk genoemd wordt, al vallen daar bijzonder veel kanttekeningen bij te maken – liet plots ruimte voor auteurs die, geïnspireerd door de nieuwe golven uit Europa (Godard, Truffaut, Antonioni en vele anderen…), een nieuw soort cinema begonnen te maken. De lijst van die filmmakers spreekt ook nu nog altijd tot de verbeelding, en stuk voor stuk zijn het mensen die op vaak uiteenlopende manieren een enorme invloed gehad hebben, ook al was die eerste zeer vruchtbare periode dan erg kortstondig: Martin Scorsese, Brian De Palma, Steven Spielberg, George Lucas, Walter Hill, William Friedkin, John Carpenter, John Milius en – uiteraard – Francis Ford Coppola. Die laatste heeft een reeks titels op zijn actief om bij te duizelen: The Godfather (delen 1 tot 3), The Conversation, Apocalypse Now, Rumble Fish, Peggy Sue Got Married, Bram Stoker’s Dracula, Tucker en ga zo maar door. Vanaf het begin van de eenentwintigste eeuw legde de filmmaker zich meer toe op bescheiden experimenteel werk dat niet meer het eerdere niveau haalde, maar desalniettemin nog steeds de hand van de meester verraadde.

Het probleem met Megalopolis is dat het hier niet om een kleine productie gaat, wel om een opzet waar bijzonder veel geld mee gemoeid is, een probleem binnen een filmindustrie die niet echt bereid is om nog veel risico’s te nemen met ‘oude meesters’. (Scorsese slaagt er beter in om zijn projecten nog gefinancierd te krijgen, maar kan dan ook rekenen op de goodwill die terloopse grote hits als The Wolf of Wall Street of Shutter Island hem nog altijd opleveren). Ten einde raad investeerde Coppola dan maar honderd miljoen van zijn eigen geld (de man is ook een notoir wijnbouwer in Californië), nadat een oproep om externe financiering (die hij dollar per dollar zou in evenwicht brengen met eigen middelen) op niks uitdraaide. Ondergetekende besloot dan maar volop Coppola wijnen te kopen als steun (die zijn in de Verenigde Staten in zowat elke supermarkt te koop), kwestie van als filmliefhebber toch te kunnen zeggen dat je hebt bijgedragen aan het laatste project van een beroemd cineast.

Toen Megalopolis er dan eindelijk was, was de ontvangst lauwtjes – om het vriendelijk te zeggen – en de resultaten aan de kassa desastreus. Coppola zelf zegt dat hij nooit de illusie had dat hij geld zou verdienen aan een dergelijke eigenzinnige visie, maar het zal toch even slikken geweest zijn toen bleek dat de prent echt totaal de financiële dieperik inging. Vraag is echter, verdient de film dit alles ook? Verdient hij de ongebreidelde inzet die er is geweest om hem uiteindelijk toch naar het witte doek te krijgen? Verdient hij het lot dat hem vervolgens beschoren was? Is dit een onbegrepen meesterwerk dat niet gedijt in het moderne cultuurlandschap of gewoon een compleet misgelopen project van een oud geworden cineast die is blijven geloven in een twijfelachtige visie op een nooit echt voldragen geraakt kunstwerk?

Het antwoord is dat Coppola zijn kunst achterlaat met een laatste overweldigende kijkervaring. Dit is een duizelingwekkend virtuoze liefdesbrief aan artistieke creatie, humanisme en intellectualisme, gevoed door een zich gulzig laven aan de film- en kunstgeschiedenis en de noties van het sublieme in de kunsten. Gedragen ook door een tomeloze ambitie die met veel verve gaat voor het grenzeloze. Soms voelt dit als een film van Peter Greenaway, maar dan geregisseerd door Francis Ford Coppola.

Al die dingen zijn al meteen duidelijk van bij de openingsscène, waarin de briljante architect Cesar Catilina (Adam Driver) van het Chrysler Building lijkt te zullen springen – even komt de tekst van dEUS’ “The Architect” zowaar voor de geest – maar op het cruciale moment plots de tijd ‘stopt.’ “Kunst heeft de kracht om de tijd te stoppen” is een van de ideeën die verwerkt zit in de film. Dat concept gaat onder andere terug op de kunstfilosofie van Arthur Schopenhauer, die in muziek de ultieme artistieke expressie zag die het bewegen van tijd zelf vatte – de Duitser zou nooit de manier kennen waarop film dat eveneens zou doen – en daarentegen in architectuur een vorm van ‘bevroren’ tijd zag. Dat idee spookt doorheen de plot, die draait om de republiek New Rome (duidelijk een allegorie voor het hedendaagse Amerika), een rijk dat volgens een donderende vertelstem aan zijn eind gekomen is. Catilina heeft een ambitieus plan om een stad van de toekomst te bouwen op een nieuwe humane basis, maar zit gevangen in een politiek en sociaal schaakspel tussen allerlei belangrijke spelers en belanghebbenden die worden gespeeld door een schare bekende gezichten: Dustin Hoffman, Giancarlo Esposito, Nathalie Emmanuel, Aubrey Plaza, Shia LaBeouf, Jon Voight, Laurence Fishburne en Talia Shire.

Die plot dient om het tweede centrale idee van de film vorm te geven: een geïdealiseerde humanistische benadering van de geschiedenis van de menselijke beschaving die gelooft in – en oproept tot – eenheid en benevolentie. Ietwat naïef misschien in benadering, maar wel pertinent in het licht van de recente Amerikaanse politiek en cultuuroorlogen.

Om die beide lijnen – een reflectie over kunst enerzijds en over maatschappij en humanisme anderzijds – samen te laten smelten in een visueel medium, trekt Coppola nog eens alle registers open. Op gulzig barokke wijze grasduint Megalopolis in het oeuvre van de regisseur zelf, maar ook in de stille film, Kenneth Anger en in talloze klassiekers die de revue passeren in subtiele verwijzingen en details. Dat is evenzeer het geval voor werken die als inspiratiebron dienden uit de literatuur – Siddhartha van Herman Hesse komt zelfs even expliciet in beeld – schilderkunst en theater.

Met dit alles levert Francis Ford Coppola een laatste groots werk af. De boodschap en de kijk op mensheid en beschaving zijn hoopvol, en de vormtaal probeert oude en nieuwe tradities te verenigen. Dit is géén Apocalypse Now of The Godfather, maar als testament van een immer begenadigd en gepassioneerd cineast is dit een meer dan waardig – en zelfs indrukwekkend – afscheid.

9
Met:
Adam Driver, Nathalie Emmanuel, Aubrey Plaza
Regie:
Francis Ford Coppola
Duur:
138'
2024
USA

verwant

Film Top 10 voor 2024: Brecht Capiau

De enola-filmrecensenten lichten de komende dagen elk hun tien...

Ferrari

Michael Mann is een regisseur over wie ik als...

65

De ‘65’ in de titel van deze sciencefiction thriller...

White Noise

Wanneer uw televisietoestel niet naar behoren werkt, kan het...

House of Gucci

De trailer van House of Gucci belooft intrige, verraad,...

aanraders

Grand Tour

Voor zijn in Cannes door de critici onterecht matig...

Nosferatu (2024)

De roman Dracula van Bram Stoker lag in de...

All Shall Be Well (Cong jin Yihou)

All Shall Be Well is een fijngevoelige meditatie over...

The Room Next Door

Hier en daar wordt gefluisterd dat The Room Next...

recent

All Shall Be Well (Cong jin Yihou)

All Shall Be Well is een fijngevoelige meditatie over...

Imaginary Family :: ‘Wachten tot mijn zeventigste om terug te keren leek me toch wat overdreven’

Als een druppel dauw aan een ochtendlijke bloem loste...

A Man on the Inside – Seizoen 1

Het zijn gouden tijden voor series met oudjes. En...

The Silent Hour

Het werk van de Amerikaanse regisseur Brad Anderson valt...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in