Help! We hebben al een paar weken amper stilgezeten. Drie jaar na zijn samenwerking met Pharoah Sanders op het veelgeprezen Promises, richt Sam Shepherd, beter bekend als Floating Points, zich met Cascade opnieuw op de dansvloer. Het resultaat werk danig op de heupen.
Na de introspectieve en spirituele diepgang van Promises was de verwachting dat Shepherd nog dieper in ambient of jazz zou duiken. Cascade gaat echter radicaal de andere kant op. De man achter Floating Points, oorspronkelijk doctoraatsstudent in de neuro-epigenetica, bezit een diepe passie voor zowel jazz als elektronische muziek, en beweegt zich dan ook moeiteloos tussen deze genres. Cascade, zijn eerste dance album sinds Crush, zet zowel de hersenen als het lichaam in beweging.
Floating Points’ debuut Elaenia (2015) smolt elektronica samen met live-instrumenten tot een mix van post-rock en jazz fusion. Vier jaar later liet Crush een terugkeer naar een zuiverder elektronisch geluid horen, waarin Shepherd balanceerde tussen destructief en ingetogen. Een weerspiegeling van de giftige sfeer van dat moment – Brexit en, aan de andere kant van de oceaan, een gestoorde oranje man op het punt om Armageddon te ontketenen.
Hoewel Cascade wordt gepresenteerd als een voortzetting van Crush, heeft het album een compleet ander timbre. Openingsnummer “Vocoder”, enkele jaren geleden uitgebracht als single, keert hier terug als industrieel getint anthem. Staccato vocals draaien je rond tot een explosieve drop na een kwart van het nummer, waar hi-hats overuren maken die doen denken aan eerder werk als EP’s Nuits Sonores en LesAlpx. Het is Shepherd op zijn best: een meester in het balanceren van chaos en orde, waarbij hij de luisteraar zowel verbaast als opzweept om te dansen. Het is duidelijk waar Shepherd naartoe wil: vanaf de eerste beat sleurt hij ons bij ons nekvel terug naar de club.
Het duurde niettemin enkele luisterbeurten om het genie in de subtiliteiten van Cascade te smaken. Dit is niet gewoon een resem beats. Doorheen Cascade haalt Shepherd inspiratie uit zijn geboortestad Manchester – zoals op “Key103”, genoemd naar een Mancuniaans underground radiostation. Het nummer speelt in op de verhoogde hartslag van de openingstrack en werpt je terug naar de jaren ’90 met een bonzende kickdrum. De melancholische synths geven het gevoel dat de muziek vertraagt, alsof het vet in je lavalamp stolt. De jaren ’90 voelden we ook op “Afflecks Palace”, een met kille synths doorspekt jungle nummer dat zo op een topplaat van DJ Shadow kan.
Shepherds liefde voor modulaire synthesizers is de rode draad door dit album. Net als bij Crush speelt hij met grillige ritmes en onvoorspelbare songstructuren, maar dit keer ligt de nadruk meer op het laten bewegen van de luisteraar dan op het uitdagen van het gehoor. Cascade ontstond in een periode waarin Shepherd, zoals veel artiesten, door de pandemie niet kon touren. De opgehoopte dansvloermicrobes die door de lockdown werden onderdrukt, komen in dit album in één groot oorgasme naar buiten. Nergens is de liefde voor modulaire synths zo tastbaar als op “Birth4000”, een nageboorte van Donna Summers “I Feel Love”, subtiel omgevormd tot een moderne clubtrack.
Hoewel Cascade een pompend album is voor de dansvloer, blijft Shepherds kenmerkende muzikale diepgang onmiskenbaar. Hoogtepunt “Fast Forward” toont Shepherds meesterschap in het combineren van complexe melodieën en ritmes. De synthmelodieën draaien om elkaar heen als een haast surrealistische wervelwind van geluid. De track bouwt op naar een climax van vervormde en pulserende texturen die in real-time lijken te evolueren. Het is een perfect voorbeeld van Shepherds vermogen om elektronische muziek te laten ademen, waardoor de luisteraar het gevoel krijgt dat de muziek groeit en leeft. “Ocotillo”, waar harpiste Miriam Adefris een betoverend duet aangaat met Shepherd, die op het clavichord van zijn oudtante speelt, heeft ook die gevoeligheid. De harp en clavichord vermengen zich met subtiele elektronische elementen, wat een dromerige, bijna sprookjesachtige sfeer oproept. Het is een van de weinige momenten op het album waarin Shepherd teruggrijpt naar zijn meer akoestische en klassieke invloeden, het oog van de storm zeg maar.
Weg met het etherische ambient gezweef van Promises. Cascade beukt en overrompelt zoals een categorie-5 Milton in Tampa. Maar in plaats van destructie en verdriet zorgt deze stormvloed voor de beste dansplaat van het jaar.