Alynda Segarra. Bound for Glory.
Was Small Town Heroes in 2014 een bescheiden doorbraak voor Alynda Segarra (die zich als non-binair identificeert); de facto is Hurray for The Riff Raff een soloproject – dan was het vooral The Navigator uit 2017 dat de belofte van hun talent volledig waarmaakte. Een door Segarra’s Puerto Ricaanse roots muzikaal beïnvloed conceptalbum dat een coming-of-age-verhaal vertelde van hun gefictionaliseerd alter ego. In 2022 volgde Life On Earth waar elektronische elementen aan hun rootsmuziek werden toegevoegd en de klimaatproblematiek een prominente plaats kreeg.
Met The Past Is Still Alive brengt Alynda Segarra nu hun meest autobiografische werkstuk tot op heden uit. Als kind groeide Segarra op bij hun tante en nonkel in de Bronx, en al van jongs af maakten hun trips op de metrolijnen naar verder afgelegen wijken in New York. Als tiener trad Segarra in de voetsporen van hun idool Woody Guthrie door als verstekeling op allerhande goederentreinen te springen en zo hun vaderland te doorkruisen. Een eenentwintigste-eeuwse versie van de wandering hobo, een van de archetypes van de Amerikaanse mythologie. Omzwervingen die Segarra uiteindelijk tot in New Orleans brachten, waar hun sinds 2007 gestaag een eigenzinnig muzikaal pad uittekenen.
Nochtans is er op dit nieuwe album muzikaal niet veel vernieuwing merkbaar. Integendeel, The Past Is Still Alive staat vol traditionele rootsmuziek die dichter aansluit bij Small Town Heroes dan de twee albums die erop volgden. Er komt occasioneel wel eens een saxofoon voorbij, maar dit is toch vooral een album dat zich ergens in het grensgebied van folk en country ophoudt. Niet dat er reden tot klagen is want op de tien nummers is er eigenlijk geen zwakker moment te bekennen of het moest dan toch het afsluitende “Ogallala” zijn, dat misschien net iets te veel pathos bevat. Maar dat is detailkritiek.
Het valt moeilijk om The Past Is Still Alive niet als een soort persoonlijke state of the union van Segarra te zien. Nummers als “Dynamo” en “Vetiver” vertellen het verhaal van hun drang om als verstekeling per trein het land te doorkruisen (“She lived up in the city / But she gotta roam”). Maar tegelijk is het album een ode aan misfits en slachtoffers van de American Dream. Op “Snake Plant (The Past Is Still Alive)” mijmert hun over vrienden van vroeger die er ondertussen niet meer zijn. “Hawkmoon” is een eerbetoon aan Miss Jonathan, de eerste trangsgenderpersoon die Segarra ooit ontmoette.
Dit legt meteen de link naar “Colossus Of Roads”, misschien wel de sleutelsong op het album. Een nummer dat tegelijk handelt over de anti-LGBTQIA+-schietpartij in Club Q in Colorado Springs als verwijst naar buz Blur, een artiest die als Colossus Of Roads bekend stond voor de kunstwerken die hij achterliet op allerhande goederentreinen. In het nummer schetsen ze een beeld van een natie die in een existentiële crisis verkeert (“Say goodbye to America / I wanna see it dissolve / I can be your poster boy for the great American fall”)
Vrolijk wordt je er niet altijd van. Op “Alibi” probeert Segarra een verslaafde vriend te overtuigen om het leven toch nog een kans te geven, het rauwe “Hourglass” is een meditatie over onzekerheid, terwijl “Buffalo” mijmert over de dingen die vergaan. Toch komt er hier en daar toch ook wat hoop piepen. Op het krakkemikkig walsje “The World Is Dangerous” – met Conor Oberst op achtergrondzang – zorgt de liefde alsnog voor een lichtpuntje.
Kortom, The Past Is Still Alive is een indringende vivisectie van de Verenigde Staten in het eerste kwart van de eenentwintigste eeuw. Een album waarmee Segarra hun reputatie als een van de meest begenadigde chroniqueurs van de hedendaagse folkscene in de verf zet.
Hurray For The Riff Raff staat op 20 mei in de Botanique.